Samenvatting:
Het woord “tzav” betekent “bevel” en wordt vaak geassocieerd met macht of dwang. Dit staat in contrast met ons idee van menselijke vrijheid. De commando’s in religieuze teksten worden bekritiseerd door denkers als Marx, Nietzsche en Freud vanwege de beperkingen die ze opleggen aan individuele vrijheid.
Nietzsche’s kritiek richt zich op het idee van de “grootmoedige man”, die zichzelf bevrijdt van religieuze moraliteit door de zelfbevestiging van de wil.
Levinas benadrukt het belang van externe geboden als voorwaarde voor vrijheid, waarbij hij een onderscheid maakt tussen het heilige en het onheilige dat Nietzsche negeert. Hij ziet de ander als altijd de uitzondering, wat met de verantwoordelijkheid van het zelf voor de ander samenhangt.
Urgentie is ook een belangrijk kenmerk van Levinas’ filosofie, waarbij het concept van “belangrijkheid” zelf wordt geanalyseerd. Dit gevoel van urgentie komt ook naar voren in de Talmoedische interpretatie van het woord “tzav”, waarbij de mitzvot (geboden) worden geassocieerd met hechting (aan mensen en situaties). Het rituele gedrag in de Torah wordt geassocieerd met psychologische toestanden, zoals schuldgevoelens en verzoening.
Het vervolg vind je HIER.
Lees verder →