Van Koninkrijk tot zondoffer (1)

Hans-Joachim Kraus opent par. 139 van zijn “Systematische Theologie” met deze vooropgezette these:

“De eerste stelling van de Christologie is een stelling die een gelovige belijdenis uitdrukt: Jezus is de levende en tegenwoordige Christus, hij is de gekruisigde en weer opgestane Kyrios van zijn gemeente. Alle christologische uitspraken staan in het licht van deze laatste, bepalende werkelijkheid.” Lees verder

Geplaatst in polemiek, Theologische kritiek | Een reactie plaatsen

De vier bekers van Pesach en het Avondmaal

De vier bekers wijn vertegenwoordigen de vier uitingen van verlossing die in de Torah worden genoemd. Deze uitdrukkingen zijn: “Ik zal je eruit halen”, “Ik zal je redden”, “Ik zal je verlossen” en “Ik zal je brengen.” Elke beker wijn komt overeen met een van deze uitdrukkingen en ze dienen als herinnering aan de wonderbaarlijke gebeurtenissen die hebben geleid tot de bevrijding van het Joodse volk uit de slavernij. Er wordt ook gezegd dat de vier bekers wijn de vier matriarchen van het Joodse volk vertegenwoordigen: Sarah, Rebekka, Rachel en Lea. Elke beker is opgedragen aan een van deze vrouwen en is bedoeld om hun bijdragen aan de Joodse geschiedenis en traditie te eren.

Over het laatste avondmaal: Pesach en Pasen

(1) De Beker van de Heiliging

Bij een Pesach maaltijd hebben we eerst een ritueel van heiliging. Bij de eerste beker van wijn die avond wordt gezegd, met de gebruikelijke formule: “gezegend zijt Gij Heer onze God, koning van de wereld, schepper van de vrucht van de wijnstok”. En dan gaat het vervolgens over de uitverkiezing. Gezegend zijt Gij, koning van de wereld die ons gekozen heeft uit alle volkeren enzovoort. Zo wordt dus de Pesach maaltijd begonnen met een bevestiging van de bijzondere status, bijzondere plaats van Israël. “Ik zal jou uit Egypte halen.” Lees verder

Geplaatst in Jodendom | Een reactie plaatsen

Een kerk dienen die haar joodse wortels erkent

28 jaar lang, sinds 1996, heb ik geprobeerd op een of andere manier de kerk te dienen. Ik ben begonnen in ’96, toen ik nog aan het studeren was, in de doopsgezinde gemeente van Enkhuizen en ik ben geëindigd in België, daar ben ik met emeritaat gegaan, in de Belgische kerk, de Verenigde Protestantse Kerk van België. In al die jaren heb ik geprobeerd in dat kerkelijke dienstverband om die kerk te bevrijden van de resten van het heidendom, die nog steeds voortleven en voortwoekeren in de kerk.

Lees verder

Geplaatst in Jodendom | Een reactie plaatsen

Het schriftuurlijke argument van Justinus: het nieuwe verbond

“Hebt u deze woorden van Jesaja niet gelezen: “Hoort naar Mij, luistert naar Mij, Mijn volk, en luistert naar Mij, gij koningen; want van Mij zal een wet uitgaan, en Mijn oordeel zal een licht zijn voor de volken. Mijn recht nadert snel, en mijn heil zal uitgaan, en de volken zullen hoop hebben op mijn arm.” (Jes. 51:1-5)

En over dit nieuwe verbond sprak God door Jeremia als volgt: “Zie, de dagen zullen komen, zegt de Here, en Ik zal een nieuw verbond maken met het huis Israëls en met het huis Juda; het zal niet zijn als het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hen bij de hand nam om hen uit Egypteland te leiden.” (Jer. 31:31-32)

Justinus, Dialoog met Trypho – Hfst 11:3


De audio van de uitleg:


Lees verder

Geplaatst in Israël, Jodendom | Een reactie plaatsen

Trypho ondervraagt het Christendom

Justinus – “Mijn vrienden, is er nog een andere beschuldiging die jullie tegen ons hebben dan deze, dat wij de Wet niet onderhouden, noch het vlees besnijden zoals jullie voorvaderen deden, noch de Sabbat onderhouden zoals jullie doen? Of veroordeelt u ook onze gewoonten en zeden? Dit is wat ik zeg, opdat ook u niet gelooft dat wij mensenvlees eten en dat wij na onze banketten de lichten doven en ons overgeven aan ongebreidelde zinnelijkheid. Of veroordeelt u ons alleen omdat we in zulke doctrines geloven en er meningen op na houden die u als vals beschouwt?”

Trypho – “Deze laatste beschuldiging is wat ons verbaast,” antwoordde Trypho. “Die andere aanklachten die het gepeupel tegen u indient, zijn het niet waard om geloofd te worden, want ze zijn te weerzinwekkend voor de menselijke natuur. Maar de voorschriften in uw zogenaamde Evangelie zijn zo wonderbaarlijk en groots dat ik niet denk dat iemand ze zou kunnen houden. Want ik heb de moeite genomen om ze te raadplegen. […]

Maar dit is wat ons het meest verbaast, dat u die beweert vroom te zijn en gelooft dat u anders bent dan de anderen, zich niet van hen afzondert, noch een levenswijze in acht neemt die verschilt van die van de heidenen, want u houdt de feesten en sabbatten niet, noch past u het ritueel van de besnijdenis toe. U vestigt uw hoop op een gekruisigde man en verwacht nog steeds gunsten van God te ontvangen terwijl u Zijn geboden negeert.

Uit: De Dialoog met Trypho, hfst 10, par. 3

Geplaatst in Jodendom | Een reactie plaatsen