DE RELATIE VAN CHRISTENDOM EN RABBIJNS JODENDOM
Centrale figuur en geloof:
- Historisch Christendom: Richt zich op Jezus Christus als de Zoon van God, de Messias, die kwam om verlossing te brengen en een Nieuw Verbond op te richten door zijn leven, dood en verrijzenis. Het geloof in Jezus als Messias en God is een fundamenteel principe.
- Rabbijns Jodendom: Erkent Jezus niet als de Messias of God. In plaats daarvan concentreert het zich op de Torah en de interpretatie daarvan door middel van de leerstellingen en de autoriteit van de Rabbijnen.
Bron van autoriteit:
- Historisch Christendom: Kijkt voornamelijk naar de apostelen en het Nieuwe Testament, naast de Hebreeuwse Bijbel (Oude Testament), en de zich ontwikkelendetraditie van de Kerk, vooral zoals geformaliseerd in vroege kerkelijke concilies zoals Nicea en Chalcedon.
- Rabbijns Jodendom: Benadrukt de autoriteit van het Rabbinaat en deMondelinge Torah (opgevat als de uiteenzetting en interpretatie van de geschreven Torah) als even gezaghebbend als de geschreven Torah die aan Mozes is gegeven. De Talmoed en Misjna zijn de belangrijkste gezaghebbende teksten.
Verbond:
- Historisch christendom: Gelooft in een Nieuw Verbond, opgericht door Jezus Christus, dat het Oude Verbond met Israël vervult en vervangt (in de traditionele theologie, hoewel dit nu opnieuw wordt geëvalueerd). Identiteit wordt gedefinieerd in Christus voor zowel Joden als heidenen.
- Rabbijns Jodendom: Richt zich op het blijvende verbond tussen God en het Joodse volk door middel van de Torah. Het naleven van de Torah staat centraal in deze verbondsrelatie.
Wet (Torah):
- Historisch christendom: Beschouwt de Torah als vervuld in Christus. Hoewel het Oude Testament als Schrift wordt beschouwd, wordt het naleven van de Mozaïsche Wet niet gezien als het primaire middel voor gerechtigheid of verbondstrouw voor gelovigen in Jezus, vooral voor heidenen. Gerechtigheid komt door geloof in Jezus Christus.
- Rabbijns Jodendom: Beschouwt de Torah en haar halachische (wettelijke) interpretaties als de manier van leven voor Joden. Leven volgens de halacha staat centraal in de Joodse identiteit en spirituele betekenis.
Messias:
- Historisch christendom: Erkent Jezus als de beloofde Messias die al gekomen is, verzoening heeft gedaan voor zonden en zal terugkeren. Zijn heerschappij en Messiasschap bepalen de identiteit.
- Rabbijns Jodendom: Wacht op de komst van de Messias die het Joodse volk zal herstellen en een tijdperk van vrede zal brengen. Zij geloven niet dat Jezus deze Messias was en bekijken christelijke beweringen over hem vaak met scepsis vanwege de historische vervolging.
Tempel en aanbidding:
- Historisch Christendom: Na de verwoesting van de Tempel in 70 n.Chr. verschoof het accent van de eredienst van de fysieke Tempel en het offersysteem naar Jezus Christus als het ultieme offer en naar het samenkomen van gelovigen (de kerk).
- Rabbijns Jodendom: Na de verwoesting van de Tempel werden synagogen de centrale plaatsen van aanbidding en studie, met een focus op gebed en het lezen en interpreteren van de Torah. Het offersysteem hield op en de rabbijnse traditie bood een nieuw kader voor het religieuze leven.
Identiteit:
-
- Historisch Christendom: In zijn orthodoxe ontwikkeling onderscheidde de christelijke identiteit zich van de joodse identiteit, vooral na het Concilie van Nicea. Hoewel het zijn Joodse wortels erkende, onderscheidde het Christendom zich steeds meer van het Jodendom. In Christus wordt het etnische onderscheid tussen Jood en niet-Jood als overstegen beschouwd.
- Rabbijns Jodendom: De Joodse identiteit werd sterk bepaald doorhet naleven van de halacha volgens de Tora zoals geïnterpreteerd door het rabbinaat, wat diende om Joden te onderscheiden van andere groepen, waaronder christenen. Dit was deels een reactie op de opkomst van het christendom en de noodzaak om de Joodse identiteit te behouden te midden van vervolging.
Relatie:
Historisch christendom & rabbijns jodendom:
Hun relatie wordt gekenmerkt door een “Scheiding der Wegen ” en een geschiedenis van vijandigheid en conflicten. Christelijke leerstellingen bevatten vaak supersessionisme, wat leidde tot de vervolging van Joden, terwijl het rabbijnse jodendom zich ontwikkelde in verzet tegen christelijke claims.