Wat betekent eigenlijk “judaïseren”? Nanos

τί τὰ ἔθνη ἀναγκάζεις Ἰουδαΐζειν;

waarom dwingt u de volken naar joodse wijze te leven? (Telos)

Het hele vers luidt in de Statenvertaling:

Indien gij, die een Jood zijt, naar heidense wijze leeft, en niet naar Joodse wijze, waarom noodzaakt gij de heidenen naar de Joodse wijze te leven?

Dit is de scherpe vraag die Paulus richtte aan het adres van Petrus in Antiochië. Wanneer christenen van de partij van Jacobus daar aankomen, onttrekt Petrus zich aan de tafelgemeenschap met de gelovigen uit de volkeren. Daarmee zegt Petrus dat er iets mis is met de niet-joodse christenen, dat zij niet volledig christenen zijn omdat zij niet op joodse wijze leven. Volgens Paulus is dat in strijd met de waarheid van het evangelie. Doorgaan met het lezen van “Wat betekent eigenlijk “judaïseren”? Nanos”

Leven in de Geest versus leven in Torah?

Uit mijn dissertatie – 6. Leven in de Geest versus leven onder de wet

Paulus verklaarde tweemaal dat het ontvangen van de Geest , een uitdrukking voor bekering en het begin van christelijk discipelschap, niet gebaseerd was op het doen van de werken van de wet (3:2), het was niet gebaseerd op het principe van gehoorzaamheid aan de wet en had niet tot doel een dergelijke gehoorzaamheid mogelijk te maken (3:2, 3, 5).67 Na deze verwijzing naar de geloofservaring van de Galaten argumenteert Paulus verder met behulp van het voorbeeld van Abraham. Het is “op dezelfde wijze” dat Abraham geloof in God had, dat hem als gerechtigheid werd toegerekend. In de belofte aan Abraham in Gen. 12:3 waren alle heidenen inbegrepen, want “in u zullen alle volken gezegend worden.” Doorgaan met het lezen van “Leven in de Geest versus leven in Torah?”

Paulus keurt joods Christendom niet af – James Dunn

The Partings of the Ways, J.D.G. Dunn, p. 363

We moeten vraagtekens zetten bij de veronderstelling dat degenen die in de eerste eeuwen naast (of moeten we zeggen als onderdeel van) hun “christendom” ook het “jodendom” beleden, zich altijd vergisten. Het is waar dat Paulus de christelijke niet-Joden van Galatië waarschuwde tegen het overnemen van de Joodse levenswijze, en dat deed hij in de meest krachtige bewoordingen. Maar dat was omdat in die omstandigheden volgens hem het evangelie zelf in gevaar kwam. In andere omstandigheden haastte hij zich om christenen die nog steeds Joodse scrupules in acht namen met betrekking tot voedsel en feesten, te verdedigen en volledig te accepteren (Rom. 14,1 – 15,6). En in de nog meer verschillende omstandigheden van Klein-Azië twee en een halve eeuw later, zou hij zo snel de christenen hebben veroordeeld die het bijwonen van de synagoge zagen als volledig in overeenstemming met hun doopgeloof? Men moet zich zeker afvragen of we Paulus’ afkeuring van “de zwakken” zomaar kunnen extrapoleren naar de algemene veroordelingen van een Melito of een Chrysostom. En we moeten beseffen dat de negatieve toon van de term “judaïsant” meer te danken is aan F.C. Baur 150 jaar geleden dan aan Paulus of de Vaders. Misschien moeten we dan ook meer openstaan voor de mogelijkheid dat sommige van deze vroege “judaïserende” gelovigen blijk gaven van een groter bewustzijn van het integraal joodse karakter van het christendom dan sommige van de schrijvers wier geschriften de christelijke perceptie van het jodendom hebben gevormd.
Als alternatief moeten christenen vandaag de dag misschien iets goedmaken aan degenen die in de begintijd op dit punt als zwak en ketters werden afgedaan, door te erkennen dat dergelijke personen binnen de totale geschiedenis van het volk van God de levende (en noodzakelijke) band van de kerk met haar Joodse erfgoed vertegenwoordigden – een inzicht dat in de tussenliggende eeuwen slechts sporadisch in stand werd gehouden, in individuen die bevriend raakten met bepaalde rabbijnen om Hebreeuws of over het Jodendom te leren, maar dat vandaag de dag van dwingend en steeds dringender belang is. en steeds dringender belang vandaag.

Gerechtigheid van God – over Rom. 1:16, 17

In de benadering van de Nieuwe Paulus-beweging (James Dunn) klinken de woorden van Rom. 1:16, 17 heel anders dan in de traditionele visie. De macht van het evangelie is een transformerende kracht, die een nieuw levensstijl met zich meebrengt. Rechtvaardig-verklaring of vrijspraak wordt tevens als een levensverandering, een rechtvaardigmaking gezien. Het perspectief van Luther krijgt hier een aanvulling, vanuit de wezenlijke joodse achtergrond van de brief. Doorgaan met het lezen van “Gerechtigheid van God – over Rom. 1:16, 17”