De vier bekers wijn vertegenwoordigen de vier uitingen van verlossing die in de Torah worden genoemd. Deze uitdrukkingen zijn: “Ik zal je eruit halen”, “Ik zal je redden”, “Ik zal je verlossen” en “Ik zal je brengen.” Elke beker wijn komt overeen met een van deze uitdrukkingen en ze dienen als herinnering aan de wonderbaarlijke gebeurtenissen die hebben geleid tot de bevrijding van het Joodse volk uit de slavernij. Er wordt ook gezegd dat de vier bekers wijn de vier matriarchen van het Joodse volk vertegenwoordigen: Sarah, Rebekka, Rachel en Lea. Elke beker is opgedragen aan een van deze vrouwen en is bedoeld om hun bijdragen aan de Joodse geschiedenis en traditie te eren.
Over het laatste avondmaal: Pesach en Pasen
(1) De Beker van de Heiliging
Bij een Pesach maaltijd hebben we eerst een ritueel van heiliging. Bij de eerste beker van wijn die avond wordt gezegd, met de gebruikelijke formule: “gezegend zijt Gij Heer onze God, koning van de wereld, schepper van de vrucht van de wijnstok”. En dan gaat het vervolgens over de uitverkiezing. Gezegend zijt Gij, koning van de wereld die ons gekozen heeft uit alle volkeren enzovoort. Zo wordt dus de Pesach maaltijd begonnen met een bevestiging van de bijzondere status, bijzondere plaats van Israël. “Ik zal jou uit Egypte halen.”
Nadat vervolgens gezegd wordt “gezegend zijt Gij Heer onze God, koning van de wereld, die ons heeft bewaard, die ons heeft onderhouden, die ons in staat heeft gesteld om deze tijd te bereiken,” wordt de eerste beker wijn gedronken.
De eerste beker wijn is de “beker van de heiliging – of uitverkiezing.” Dan worden de handen gewassen en dan krijgt iedereen een stukje brood dat in water of in azijn is gedoopt. De matzes op tafel hebben een symbolische betekenis; er zijn drie matzes, drie matzot. Die worden boven elkaar geplaatst en de bovenste is Israël, de middelste is Levi en de onderste is Cohen (priester). Drie lagen dus, die drie delen van het Joodse volk representeren.
De middelste matze is de matze dus van de Levieten. Het kleinste deel van die matze wordt daarvan afgebroken en dat wordt bewaard tot aan het einde van de Pesachviering, en dat stukje wordt als laatste gegeten die nacht. Afikoman, dat is de naam voor dat stukje van de middelste matze dat bewaard wordt tot het einde.
Dan is er natuurlijk in elke Pesachviering het verhaal van de uittocht zelf en er is het verhaal van de vier zonen die vier verschillende vragen stellen. Er is het verhaal van Laban en de Farao. Er is dus een zeer uitgebreide vertelling. Men vertelt elkaar van de bevrijding en de aard van die bevrijding.
(2) De Beker van de Bevrijding

Seidertafel
En dan komt de tweede beker wijn waarbij dan gezegd wordt, “wij hebben de verplichting om dank en lof en lofprijzing en heerlijkheid en eer enzovoort te geven aan de Heer die al deze wonderen,” die dus net verteld zijn, “voor onze vaderen en voor ons heeft verricht. Hij heeft ons uit de slavernij naar de vrijheid gebracht, uit de angst naar de blijdschap, uit de rouw naar een feestdag, uit de duisternis naar het groot licht en uit slavernij tot bevrijding.”
En dan worden er twee psalmen gezongen, psalm 113 en psalm 114. Twee psalmen uit het zogenaamde Hallel. En de tweede beker wijn wordt dan gedronken na de zogenaamde zegen van de bevrijding. “Gezegend zijt gij Heer onze God, koning van het universum van de wereld die ons heeft verlost en onze vaderen uit Egypte heeft verlost en die ons vanavond in staat heeft gesteld om matse en bittere kruiden te eten.” Daarna wordt die tweede beker wijn gedronken.
Daarna worden de handen gewassen met de gebruikelijke zegenspreuk over het wassen van de handen. “Gezegend zijt gij Heer onze God, koning van de wereld die ons geheiligd heeft door zijn geboden en ons geboden heeft gegeven met betrekking tot het wassen van de handen.”
En dan wordt de bovenste en middelste matse uitgedeeld aan de deelnemers. Dan wordt de zegen over het brood uitgesproken: “Gezegend zijt gij Heer onze God, koning van de wereld die brood uit de aarde voortbrengt.” En specifiek over de matse: “Gezegend zijt gij Heer onze God, koning van de wereld die ons geheiligd heeft door zijn geboden en ons geboden heeft gegeven met betrekking tot het eten van matse”, dus ongedesemd brood.
Dat gaat meteen samen met de bittere kruiden: “Gezegend zijt gij Heer onze God, koning van de wereld die ons geheiligd heeft door zijn geboden en ons geboden heeft gegeven met betrekking tot het eten van het bittere kruid.”
De matse en de bittere kruiden worden gecombineerd omdat sinds de verwoesting van de tempel er niet langer een lam wordt gegeten. Die maaltijd wordt dus gegeten. Het is brood met bittere kruiden, dat wordt gegeten.
(3) De Beker van de Dankzegging
Dan komt een gedeelte dat heet Tsafoen, dat wat verborgen is. De afikoman, dat brood dat apart werd gezet, wordt nu rondgedeeld en dan wordt er een zegening uitgesproken en dat is een zegening na de maaltijd voor de derde beker van de wijn. De derde beker wijn is de beker van de dankzegging en die is verplicht voor iedereen die daar is.

Avondmaalsviering
Er wordt iets bij gezegd, het gaat over het feit dat de Heere de gevangenschap van Sion heeft opgeheven, dat de Heere God grote dingen heeft gedaan. Psalm 126 wordt daarbij gereciteerd en dan is er een klein ritueel. De voorganger zegt: “Mijn heren, laat ons de zegen uitspreken.” En dan zeggen de aanwezigen: “Mogen de naam van de Heere gezegend zijn van dit tijdstip af tot in de eeuwigheid.” Dan zegt de voorganger: “Laat ons Hem zegenen van wiens overvloed wij gegeten hebben.” En dan zeggen de deelnemers: “Gezegend is Hij van wiens overvloed wij hebben gegeten en door wiens goedheid wij leven.” En zo gaat dat nog door.
Het is een zeer lang dankgebed wat opnieuw eindigt met de zegen voor het drinken van de wijn en dan wordt de derde beker wijn gedronken en die heet dus heel passend de “beker van de dankzegging.” Een aantal psalmverzen wordt gereciteerd en dan zit in die psalmverzen ook het verlangen dat de Heere God de vijanden van Israël zal verslaan. Psalm 69 vers 25 bijvoorbeeld: “Laat uw woede over hen uitstromen en laat de scherpte van uw woede hen aangrijpen.” Dat is de derde beker van de wijn.
(4) De Beker van de Verlossing
Dan is er ook nog een vierde beker van wijn en die vierde beker is de beker van de verlossing. Niet van de bevrijding maar van de verlossing. De rest van het Hallel wordt daarbij gezongen en het is opvallend dat in het verhaal over het laatste avondmaal in Lucas 22 dat Hallel , die laatste combinatie van psalmen, niet gezongen wordt tijdens die vierde beker wijn en dat eigenlijk Jezus die vierde beker wijn dus niet drinkt. Er wordt gezegd dat de discipelen een “lied”, vermoedelijke het Hallel zingen, wanneer ze gaan in de richting van de Olijfhof. Jezus drinkt de vierde beker niet. Hij zegt immers: “Ik zal niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok totdat ik die drinken zal in het koninkrijk van mijn Vader.” (En dat is wellicht de reden dat Jezus aan het kruis weigert om de zure wijn te drinken die de Romeinse soldaten hem aanbieden, vermengd met hysop, om de pijn wat te verdoven. Hij zou immers niet meer nemen van de vrucht van de wijnstok!)
Waar gaat die vierde beker dus over? Die gaat over de bekering van alle volken tot Zion, dat God de Verlosser is en daar zit ook in Psalm 118: “de steen die de bouwers hebben verworpen is de hoeksteen geworden. ” Dat is wat de Heere heeft gedaan enzovoort. Als het Hallel gezongen is dan is er een zogenaamde zegenpreuk van het Hallel : al uw werken zullen u prijzen Heer onze God en uw heiligen, de rechtvaardigen die uw wil doen in het hele huis van Israël zullen u danken en zegenen en loven en verheerlijken en aanbidden en heiligen in hun lied en uw koningschap bevestigen aan uw Naam, onze koning. Het is goed om te danken en om uw lof te zingen want van eeuwigheid tot eeuwigheid bent u God. Dat is de zpgenaamde “zegen van het lied” dat volgt op het Hallel . En dan daarna het reciteren van psalm 136.
Opvallend dus dat dat Jezus die vierde beker niet gedronken heeft maar gezegd heeft dat die beker van de totale verlossing pas later zou komen.