Paulus keurt joods Christendom niet af – James Dunn

The Partings of the Ways, J.D.G. Dunn, p. 363

We moeten vraagtekens zetten bij de veronderstelling dat degenen die in de eerste eeuwen naast (of moeten we zeggen als onderdeel van) hun “christendom” ook het “jodendom” beleden, zich altijd vergisten. Het is waar dat Paulus de christelijke niet-Joden van Galatië waarschuwde tegen het overnemen van de Joodse levenswijze, en dat deed hij in de meest krachtige bewoordingen. Maar dat was omdat in die omstandigheden volgens hem het evangelie zelf in gevaar kwam. In andere omstandigheden haastte hij zich om christenen die nog steeds Joodse scrupules in acht namen met betrekking tot voedsel en feesten, te verdedigen en volledig te accepteren (Rom. 14,1 – 15,6). En in de nog meer verschillende omstandigheden van Klein-Azië twee en een halve eeuw later, zou hij zo snel de christenen hebben veroordeeld die het bijwonen van de synagoge zagen als volledig in overeenstemming met hun doopgeloof? Men moet zich zeker afvragen of we Paulus’ afkeuring van “de zwakken” zomaar kunnen extrapoleren naar de algemene veroordelingen van een Melito of een Chrysostom. En we moeten beseffen dat de negatieve toon van de term “judaïsant” meer te danken is aan F.C. Baur 150 jaar geleden dan aan Paulus of de Vaders. Misschien moeten we dan ook meer openstaan voor de mogelijkheid dat sommige van deze vroege “judaïserende” gelovigen blijk gaven van een groter bewustzijn van het integraal joodse karakter van het christendom dan sommige van de schrijvers wier geschriften de christelijke perceptie van het jodendom hebben gevormd.
Als alternatief moeten christenen vandaag de dag misschien iets goedmaken aan degenen die in de begintijd op dit punt als zwak en ketters werden afgedaan, door te erkennen dat dergelijke personen binnen de totale geschiedenis van het volk van God de levende (en noodzakelijke) band van de kerk met haar Joodse erfgoed vertegenwoordigden – een inzicht dat in de tussenliggende eeuwen slechts sporadisch in stand werd gehouden, in individuen die bevriend raakten met bepaalde rabbijnen om Hebreeuws of over het Jodendom te leren, maar dat vandaag de dag van dwingend en steeds dringender belang is. en steeds dringender belang vandaag.

James Dunn: Hebben de eerste Christenen Jezus aanbeden (als een God)?

Onderstaande tekst is de (digitale) vertaling van de conclusie van dit boek:


.


Dit onderzoek heeft een aantal belangrijke punten verduidelijkt die die bijdragen aan het antwoord op de centrale vraag: “Hebben de eerste
Christenen Jezus aanbeden?
Een daarvan is dat er een aantal problemen, zelfs gevaren, zijn in de christelijke eredienst als deze te eenvoudig wordt gedefinieerd als de verering van Jezus. Want, als wat in dit onderzoek naar voren is gekomen serieus wordt genomen, wordt al snel duidelijk wordt al snel duidelijk dat de christelijke eredienst kan vervallen in wat we Jezulatrie kunnen noemen. Dat wil zeggen, niet simpelweg een verering van Jezus, maar een verering die tekort schiet ten opzichte van de verering die verschuldigd is aan de ene God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Doorgaan met het lezen van “James Dunn: Hebben de eerste Christenen Jezus aanbeden (als een God)?”

Paulus onder de Nanoscoop

Voor mijn dissertatie las ik – met enige kritische reserve – de commentaren van James D. G. Dunn op Romeinen en Galaten, en de boeken van de onlangs overleden E.P Sanders over Jezus, Paulus en de Torah. De laatste twee zijn duidelijke vertegenwoordigers van de zogenaamde nieuwe Paulus beweging.

Wat wilde die “nieuwe Paulus”-beweging? Doorgaan met het lezen van “Paulus onder de Nanoscoop”

Opnieuw: een geheel andere visie op wat we al denken te weten

[voetnoot 68 uit THE PRE-CHRISTIAN TEACHINGS OF YESHUA]

“Paulus beweert dat hij zijn evangelie niet geleerd heeft van de Apostelen of van enige discipelen. Want noch heb ik het van een mens ontvangen, noch is het mij geleerd, maar het is mij door openbaring van Jezus Christus geschied. Galaten 1.12 Dit en 1 Korinthe zijn de enige plaatsen waar Paulus in zijn authentieke brieven spreekt over zijn Christus-visioen.

Twee generaties later geeft de schrijver van Lucas-Handelingen twee veel dramatischer versies van Paulus’ Christusvisioen – zijn bekering op de weg naar Damascus. Beide versies in Handelingen zeggen dat Paulus een verblindend licht zag en de stem van de levende Christus hoorde. Zijn metgezellen, zo wordt ons verteld, zagen ook het licht, maar werden in tegenstelling tot Paulus niet verblind. In het ene verslag horen zijn metgezellen de stem, in het andere horen zij de stem niet. De verslagen in Handelingen zijn waarschijnlijk niet historisch, maar legendarisch. Uit wat Paulus zegt over zijn visioen van de opgestane Jezus in Korinthe, waar hij het vergelijkt met de ervaringen van de andere apostelen “…toen verscheen hij aan Jakobus; daarna aan al de apostelen; en het laatst van al, als aan het ontijdig geboren kind, verscheen hij ook aan mij”, lijkt hij niet te spreken over een verblindend visioen op de weg naar Damascus, maar over het gezien hebben in een visioen (ophthai).

Paulus berispt de Korinthische charismatische tongsprekers met de woorden: Ik dank God, dat ik meer in tongen spreek dan gij allen. Toch spreek ik in de kerk liever vijf woorden met mijn verstand om anderen te onderrichten, dan tienduizend woorden in een tong. Met andere woorden, Paulus zegt dat hij goddelijke leiding ontvangt door zijn noëtische faculteit, de nous, het hogere verstand, of geestelijk zicht. Op een andere plaats (II Cor. 12.2f.) vertelt hij van het maken van een Merkabah-opstijging in trance naar de Derde Hemel van het kabbalistische Pardes (Paradijs). Het lijkt het meest waarschijnlijk dat de geloofsbrieven van Paulus als apostel voortkwamen uit privé visioenen en openbaringen.”

De Bijbel en de (liberale) democratie – een kapitel politieke theologie

Een (lange) uitzending van Koinonia Bijbelstudie Live! die geheel gewijd is aan politieke theologie.

Aan de hand van Romeinen 13 en Openbaring 13, 1 Samuel 16 en 2 Samuel 5 bespreken we het idee van soevereiniteit in de Bijbel, met bijzondere aandacht voor de blauwdruk van de goede koning in Deuteronomium 17.

Maar we zetten dat naast de kritische analyse van het idee van de (liberale) democratie in het werk van de franse filosoof Georges Burdeau, die met een aantal illusies en vooroordelen over de democratie afrekende.

De algemene conclusie is dat de Christelijke kerk zeer kritisch zal moeten zijn over de “machten die er nu eenmaal zijn”, en niet moet denken dat de liberale democratie – of welke andere staatsvorm dan ook – als een bondgenoot van het evangelie kan worden gezien.

Hoe kunnen we het antisemitisme bestrijden?

Door Kenneth Stern

Het is veel gemakkelijker te beschrijven hoe antisemitisme werkt dan wat ertegen werkt.

Antisemitisme is een haat. In wezen is het een samenzweringstheorie die stelt dat Joden samenzweren om niet-joden kwaad te berokkenen. Zoals de meeste samenzweringstheorieën, biedt het gemakkelijke antwoorden op moeilijke problemen. Doorgaan met het lezen van “Hoe kunnen we het antisemitisme bestrijden?”

God was hier

Het is natuurlijk prachtig wanneer een aantal mensen hun weg weten te vinden naar een geloofsgemeenschap, van welke herkomst dan ook. Dat ze daar betrokken raken, dat ze er hun thuis vinden. Wanneer mensen ervan getuigen dat ze ergens worden gezien en gehoord en dat ze mogen meedoen, is dat zeker een goed bericht. Je denkt meteen: “zo hoort het ook”! Of: “wat fijn voor die mensen.” Doorgaan met het lezen van “God was hier”

Over Herman Boon: “Gebed is ons sterkste wapen” – door Joost Ubbens

CIP Maart 2021. Interview met Herman Boon door Dick van den Bos

Reactie op de tekst door Joost Ubbens [blauw]. De tekst van het interview voor het CiP in [rood].

 

 

Herman Boon bidt zelfs voor zijn kapotte vaatwasser:

“Gebed is ons sterkste wapen”

Op zich is bidden, voor alles wat ons bezig houdt, een goed beginsel, een goede levenshouding. Maar waar in de Bijbel staat dat Gebed ons sterkste wapen is? Het staat niet in Efeze 6, waar Paulus uitlegt wat de wapenuitrusting van God is. Daarin staat dat we de HELE wapenuitrusting aan moeten trekken on te kunnen stand houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Dat “Gebed ons sterkste wapen is”, is gewoon een loze opmerking, een “catch phrase” die niet Bijbels kan worden onderbouwd. Het wordt in Efeze ook niet genoemd als een wapen. Het enige wapen dat daar wordt genoemd is het Woord van God. De opmerking van Herman Boon leidt de aandacht ook af van wie écht alle macht heeft. En dat is God. Doorgaan met het lezen van “Over Herman Boon: “Gebed is ons sterkste wapen” – door Joost Ubbens”

De onoverwinnelijke koning en het coronavirus – een korte beschouwing van Psalm 91

De laatste tijd wordt vanwege het coronavirus steeds maar weer verwezen naar Psalm 91. Daar lezen we immers “Hij zal u redden van de strik van de vogelvanger, van de zeer verderfelijke pest” en in vers 6 (u zult niet vrezen voor)… De pest, die in het donker rondgaat, voor het verderf dat midden op de dag verwoest.” Doorgaan met het lezen van “De onoverwinnelijke koning en het coronavirus – een korte beschouwing van Psalm 91”