De Torah en het lijden – voorbereiding met Berachot 5a

De Torah en het lijden

[Op grond van Job 5:7]

R. Simeon b.Lakisj zegt: Als iemand de Tora bestudeert, blijft pijnlijk lijden van hem weg.

 כׇּל הָעוֹסֵק בַּתּוֹרָה — יִסּוּרִין בְּדֵילִין הֵימֶנּוּ

Want er wordt gezegd: “En de zonen van reshev vliegen ‘uf omhoog.” (Job 5:7)

Het woord ‘uf verwijst alleen naar de Torah, zoals er geschreven staat: “Wilt gij uw ogen ervoor sluiten (hasa’if)? Het is verdwenen”, (Spr. 23:5).  En ‘reshef‘ verwijst alleen naar pijnlijk lijden, zoals er geschreven staat: ‘Het verspillen van de honger, en het verslinden van de reshef [lijden].’ [Steinsalz: Hieruit leiden wij af dat men door Torah, vliegen (‘uf), in staat is om afstand te nemen, naar boven toe, van het lijden (reshef).]

R. Johanan zei tegen hem: Dit is zelfs aan schoolkinderen bekend. [Want het staat al in de vijf boeken van Mozes die schoolkinderen bestuderen.] Want er wordt gezegd:

“En Hij zei: Als gij ijverig luistert naar de stem van de Here, uw God, en doet wat goed is in Zijn ogen, en luistert naar Zijn geboden, en al Zijn inzettingen onderhoudt, zal Ik geen van de ziekten op u leggen die Ik op de Egyptenaren heb gelegd; want Ik ben Hasjem die u geneest.” (Ex. 15:26)

[Op grond van Psalm 39:3.]

[R. Jochanan wil nu een uitleg geven die niet kan worden afgeleid uit de tekst van Job 5.] Eerder [moet u zeggen]:

Als iemand de gelegenheid heeft de Torah te bestuderen en deze niet bestudeert, bezoekt de Heilige, gezegend zij Hij, hem met pijnlijk lijden dat hem in beroering brengt.

כׇּל שֶׁאֶפְשָׁר לוֹ לַעֲסוֹק בַּתּוֹרָה וְאֵינוֹ עוֹסֵק הַקָּדוֹשׁ בָּרוּךְ הוּא מֵבִיא עָלָיו יִסּוּרִין מְכוֹעָרִין וְעוֹכְרִין אוֹתוֹ

Want er wordt gezegd:

“Ik was stom van stilzwijgen, ik zweeg van het goede, en mijn pijn werd opgewekt.” (Ps. 39:3)

‘Het goede’ verwijst alleen naar de Torah, zoals er staat: “Want Ik geef u een goede leer; verzaakt Mijn leer niet.” (Spr. 4:2)

Bavli Berachot 5a

Proeve van een rabbijnse exegese uit Berachot 5b

Rabbijnse exegese – voorbeeld uit BBer. 5b

TANNA STATEMENT:

a. IF A MAN BUSIES HIMSELF IN THE STUDY OF TORAH,

b.                                                     AND IN ACTS OF CHARITY

c.                                                     AND BURIES HIS CHILDREN

[THEN] ALL HIS SINS ARE FORGIVEN HIM.

R. JOCHANAN RESPONSE:

A. I GRANT YOU TORAH AND ACTS OF CHARITY

SPREUKEN16:6 – Door liefde (be-chèsèd, door barmhartigheid) en trouw (‘èmet, waarheid) wordt de ongerechtigheid verzoend.

בחסד ואמת יכפר עון [וביראת יהוה סור מרע:]

A.1. chèsèd is acts of charity

Die rechtvaardigheid (tsedakah, vaak gelezen als “daden van barmhartigheid,” aalmoezen) en weldadigheid (chèsèd, barmhartigheid) najaagt, zal het leven, rechtvaardigheid en eer vinden – Spr. 21:21

רדף צדקה וחסד ימצא חיים צדקה וכבוד׃ 

A.2. èmet is Torah

Koop de waarheid, en verkoop ze niet, mitsgaders wijsheid, en tucht, en verstand. Spr. 23:23

אמת קנה ואל־תמכר חכמה ומוסר ובינה׃ 

HOW DO YOU KNOW [THAT IT ALSO REFERS TO] ONE WHO BURIES HIS CHILDREN?

B. ELDER: IT IS CONCLUDED FROM THE ANALOGY IN THE USE OF THE WORD INIQUITY

B.1. SPREUKEN16:6 – Door liefde (be-chèsèd, door barmhartigheid) en trouw (‘èmet, waarheid) wordt de ongerechtigheid verzoend.

בחסד ואמת יכפר עון [וביראת יהוה סור מרע:]

B.2. die aan duizenden goedertierenheid bewijst en de ongerechtigheid der vaderen in de boezem van hun kinderen na hen vergeldt, – Jer.. 32:18

Bidden om te kunnen bidden

Weergave van een sjioer van Rabbi Dovid Gottlieb, over een tekst van R. Levi Yitzchoq.
Te vinden op deze pagina:

https://www.yutorah.org/lectures/lecture.cfm/965462/rabbi-dovid-gottlieb/praying-to-be-able-to-pray-the-powerful-insight-of-r-levi-yitzchok/

Het eerste vers van de parasja ve-etchanan geeft met het woord leemor niet een soort dubbele punt aan, maar duidt op een tweede gebed dat na een voorbereidend gebed wordt uitgesproken en ook door anderen kan worden gehoord en gelezen.

Vervolg Talmoed voor Notsriem – BBerachot 2a-2b

In dit vervolg van de bespreking van de gemara wordt vooral duidelijk op welke manier de rabbijnse vorm van redeneren werkt. Het gaat om een nauwkeurig onderzoek van de bron van een uitspraak – dat hangt samen met het relatieve gezag ervan – en om een nauwkeurig onderzoek van de betekenis van de gebruikte termen. Elke dubbelzinnigheid moet worden onderzocht en uitgesloten. Het gaat immers om de nauwkeurigheid waarmee we Gods geboden vervullen. Wat het betekent om het sjema te bidden “besjochbecha”, bij het (gaan) liggen zal toch iets te maken moeten hebben met die tempeldienst. net als de indeling in de drie wachten van de nacht en de bepalinge van het “chatsoot”, wat precies het midden van de nacht(-elijke periode)  is.

In dit gedeelte zien we hoe erg geworsteld wordt met verschillende aanduidingen voor de tijden van het gebed. Heel anders dan in onze moderne tijd, waarin we over nauwkeurige horloges beschikken. Kan het sjema gezegd worden bij het inzetten van de avondschemering? Of bij het zichtbaar worden van de eerste drie middelgrote sterren? Maar wat zijn “middelgrote” sterren? En wat te doen als er wolken zijn die ons gezicht verduisteren? Komt dat overeen met de tijd waarop mensen normaal gesproken naar huis gaan om te eten? Of de tijd waarop de priesters die hun ritueel bad (in de mikve) hebben genomen, van de aan de tempel gewijde vruchten mogen eten? En welk tijdstip is dat dan precies?

Een van de redenen van die manier van onderzoeken is ongetwijfeld dat de bepaling van de tijden van het gebed sowieso verbonden wordt met de Tempeldienst, want dat is de enige acitiviteit waar tijdsvoorschriften een dominante rol spelen.

We zullen de discussies over deze en dergelijke details van de misjna niet verder volgen. In de komende afleveringen zullen we het vooral hebben over de verhalende of aggadische passages in de Talmoed waarin naar voren komt wat de “theologische” betekenis van het Joodse gebed is.

[embedyt] https://www.youtube.com/watch?v=Fg4RV1Q9FgU[/embedyt]