Is de brief van Jacobus afkomstig uit het Messiaanse Jodendom?

Handelingen 20:18

En den volgenden dag ging Paulus met ons in tot Jakobus; en al de ouderlingen waren daar gekomen.
19 En als hij hen gegroet had, verhaalde hij van stuk tot stuk, wat God onder de heidenen door zijn dienst gedaan had.
20 En zij dat gehoord hebbende, loofden den Heere, en zeiden tot hem: Gij ziet, broeder, hoevele duizenden van Joden er zijn die geloven, en zij zijn allen ijveraars van de wet.
21 En zij zijn aangaande u bericht, dat gij al de Joden die onder de heidenen zijn, leert van Mozes afvallen, zeggende dat zij de kinderen niet zouden besnijden, noch naar de wijzen der wet wandelen. (Statenvertaling)

De tekst hierboven laat een aantal dingen zien:

  1.  Er is een scherp verschil tussen joodse en niet-joodse gelovigen.
  2.  De joodse gelovigen zijn nog groot in aantal en allemaal “ijveraars voor de thora.”
  3.  Paulus wekte de indruk dat hij leerde dat joden niet langer de thora moesten gehoorzamen.
  4.  Paulus bevestigt echter dat zijn vijanden een verkeerd beeld van hem geschetst hebben, en dat hij juist leeft in gehoorzaamheid aan de thora.

Doorgaan met het lezen van “Is de brief van Jacobus afkomstig uit het Messiaanse Jodendom?”

Besnijdenis is niet alleen besnijdenis – het meervoud “werken” van de wet – Nanos

Re-Framing Paul’s Opposition to Erga Nomou as “Rites of a Custom” for Proselyte Conversion Completed by the Synecdoche “Circumcision”

Mark D. Nanos


Het verzet van Paulus zich inderdaad richt op de besnijdenis als een initiatie. Waarom gebruikt hij dan het meervoud “werken van de wet”? Dat meervoud was voor het Nieuwe Perspectief juist een aanwijzing dat het om een segment van de Torah ging, een veelheid van leefregels die het verschil moesten maken tussen Israël en de volkeren. Zoals het voor de standaard interpretatie een aanwijzing was dat alle geboden en verboden van de Torah bedoeld waren. Nanos moet daar natuurlijk een oplossing voor vinden. en daarnaast zit ik te denken, dat het Griekse woord “ergon” niet alleen maar “werk”, dat wil zeggen voorgeschreven daad, betekent, maar ook kan slaan op de “effectiviteit”, en de werkzame van de Torah. Voor mij was daarom de volgende passage van groot belang. In mijn dissertatie van 2001 had ik immers juist de benadering van het Nieuwe Perspectief op Paulus overgenomen. Die positie wordt echter hier door Nanos bestreden. Doorgaan met het lezen van “Besnijdenis is niet alleen besnijdenis – het meervoud “werken” van de wet – Nanos”

Zonder besnijdenis toch trouw aan de Torah – commentaar op Nanos

Re-Framing Paul’s Opposition to Erga Nomou as “Rites of a Custom” for Proselyte Conversion Completed by the Synecdoche “Circumcision”

Mark D. Nanos


[NB mijn tekst (RAV) in het blauw, Nanos’ tekst in het zwart.]

Het leek de definitieve oplossing te zijn. De traditionele interpretatie van de uitdrukking “werken van de wet” betekende dat Paulus zich tegen de Torah als geheel had verzet. Christenen waren immers niet langer onder de wet, maar vrij van de wet. Toen kwam het Nieuwe Perspectief op Paulus duidelijk maken dat met deze uitdrukking alleen maar de specifieke geboden en verboden werden bedoeld, die de aparte status van Israël, haar onderscheid tot de volkeren, moesten waarborgen. De “werken van de wet” verwijzen dan naar de besnijdenis, de dieetwetten, de sabbat en de andere joodse feestdagen. Zelfs nog in dit Nieuwe Perspectief lijkt Paulus als een christen te spreken, die al gebroken had met het Joodse religieuze “systeem”. Maar wat nu als met de “werken van de wet” niet de Torah als geheel volgens de standaard interpretatie, maar ook niet de bijzondere aan Israël opgelegde geboden en verboden worden bedoeld? Doorgaan met het lezen van “Zonder besnijdenis toch trouw aan de Torah – commentaar op Nanos”

John Howard Yoder: de vormen van een mogelijke gehoorzaamheid

(eerste versie)

Een van de grootste verdiensten van de Amerikaanse Mennonitische theoloog John Howard Yoder, was zijn poging de Radicale Reformatie van het begin van de 16e eeuw in verband te brengen met de joodse wortels van het Christendom. De Radicale Reformatie van Menno Simons in Nederland, Conrad Grebel en Pilgram Marpeck in Zwitserland heeft zich willen ontdoen van de theologie en de praktijken van de Rooms-Katholieke kerk. Maar zij heeft daarbij de slogans van de Reformatie niet volledig doorgevoerd. Genade bleef verbonden met het idee van verdienste. Het Solus Christus werd zeker beaamd, maar het Sola Scriptura werd verbonden met de leer  – al dan niet expliciet geformuleerd – met in de eerste plaats het idee van het getuigenis van de Heilige Geest die het uiterlijke Woord innerlijk maakte en in de tweede plaats met de praktijk van een gemeentelijke dialoog die uiteindelijk tot verplichtende beslissingen kon komen. Zoals men dat terug vond in de woorden van Jezus over de besluiten van de gemeente die ook in de hemel werden “gebonden” (Mattheus 16).

Het “joodse” element in deze visie lag besloten in de ernst die men maakte met de “wet van Christus”, de nadruk op de “beteringe des levens”, en de aanvaarding van de minderheidspositie van de kerk binnen de samenleving – de gemeente was immers fundamenteel “in ballingschap.”

Doorgaan met het lezen van “John Howard Yoder: de vormen van een mogelijke gehoorzaamheid”

Sinaï en het land – overwegingen over leviticus 1:1, 2

Leviticus 25:1, 2

1 VERDER sprak de HEERE tot Mozes (op, in) aan den berg Sinaï, zeggende:2 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: Wanneer gij zult gekomen zijn in dat land dat Ik u geef, dan zal dat land rusten, een sabbat den HEERE.

Onmiddellijk is er al een probleem met de vertaling. Het Hebreeuwse voorzetsel be betekent letterlijk in. In de rabbijnse traditie wordt dat toch begrepen als “op” de berg. De kanttekening van de Statenvertaling zegt echter:

Te weten uit de tent der samenkomst, die nu aan den berg opgericht was, Exodus 40, en uit dewelke God Mozes deze wetten heeft gegeven, Lev. 1:1, als zij opgericht was bij den berg Sinaï.

Doorgaan met het lezen van “Sinaï en het land – overwegingen over leviticus 1:1, 2”

De Halacha van Paulus

Hieronder de conclusies van Peter Tomson over de manier waarop Paulus als jood – halachisch – is blijven denken. Het laat zien dat Paulus veel positiever stond tegenover de Torah en de manier van denken van de Rabbijnen dan vooral  sinds de Reformatie wordt aangenomen. In plaats van de voorvechter van het wetsvrije evangelie te zijn, is hij bezig om de joodse halacha alleen aan te passen voor de omgang tussen joodse en niet-joodse gelovigen, maar stelt hij halachische regels vast voor niet-joodse gelovigen, m.n. in de eerste brief aan Korinthe. Doorgaan met het lezen van “De Halacha van Paulus”

De innerlijke verdeeldheid van het vroege Christendom

Ferdinand Christian Baur (21 Juni 1792 – 2 December 1860) was een Duitse Protestantse theoloog en stichter van de Tübinger School.

Er is een reeks van opvattingen over de innerlijke verdeeldheid van het vroege  Christendom vanaf het begin van de 19e eeuw tot de huidige tijd aan toe. De theologie Ferdinand C. Bauer heeft vooral een tweedeling in de eerste gemeente gezien, namelijk het verschil tussen het Paulinische Christendom en het Petrinische Christendom. Petrus werd gezien als degene die een ‘Joods’ Christendom wilde formeren. Voor Bauer bestond dat joodse, anders dan bij Jacobus, uit het doorvoeren van het joodse ‘particularisme’. Het evangelie was niet voor de volkeren, maar voor Israël alleen. Het Paulinische Christendom zou echter het universalisme van de eerste gemeente hebben bevestigd: het evangelie is bestemd voor alle mensen, en het joodse particularisme moet ook worden opgegeven om het evangelie universeel te laten zijn. Doorgaan met het lezen van “De innerlijke verdeeldheid van het vroege Christendom”