Oorlog met de Filistijnen

De eerste Misjna van het traktaat Sanhedrin in de Babylonische Talmoed spreekt over het aangaan van een oorlog uit vrije keuze. Het is een wonderlijke passage die wel enige interpretatie nodig heeft. Wat kan en mag Israël doen wanneer het een koning heeft, een priesterschap, een sanhedrin en een bepaalde (onduidelijke) manier om de wil van Hasjem te ontdekken? Op de achtergrond de vraag of een dergelijke oorlog, die niet uit politieke nood of tot zelfverdediging wordt ondernomen, wel is toegestaan.

De tekst uit Sanhedrin geeft meer een hint dan een echte uitleg van de voorwaarden om tot een proclamatie van een oorlog over te gaan.

Het uitgangspunt is de vraag van de wijzen uit Israël. Zij zeggen: “soevereine Koning, uw volk Israël heeft voedsel nodig.”

Er is een hongersnood gaande of dreigt te komen, en het is wel interessant dat het niet de ambtenaren zijn, maar de rabbijnen die de Koning hier waarschuwen. De wijzen vertegenwoordigen niet alleen maar het volk maar ze zijn ook de gezaghebbende uitleggers van de Torah. De nood van het volk Israël is daarmee boven alle twijfel verheven, zoals het ook om betwijfelbaar is dat de Koning als de grote Herder van het volk en als representant van Hasjem de opdracht heeft om die nood te lenigen.

Bij een dergelijke nood moet in de eerste plaats de economie voor een oplossing zorgen. Dit is Davids antwoord: ga dan en onderhoud jezelf door onderling handel te drijven.” In het geval van een hongersnood, die natuurlijk grote tekorten in voedsel met zich meebrengt, kan dit onderling handel drijven alleen maar betekenen dat de sterkeren, dat wil zeggen de rijken, solidair moeten zijn met de armen. Misschien betekent het woord “handel” dat hier gebruikt wordt, dat er ook weer geen sprake kan zijn van zuivere vrijgevigheid. Het is een economische maatregel maar geen religieuze verplichting.

De crisis is echter groter dan je zou denken. Dit is wat de wijzen zeggen: “een handvol kan de leeuw niet bevredigen, en een (water-)put kan niet worden gevuld met zijn eigen water (maar heeft regenwater nodig of water van buitenaf).” De bedoeling lijkt te zijn dat geen enkele gemeenschap in staat is om te overleven op alleen zijn eigen middelen. Er is altijd hulp van buiten nodig, handel dus met andere gemeenschappen. Ook dus eventueel handel met de Filistijnen! Maar wat als die weigeren te (onder-)handelen?

De noodzaak tot handel geldt dus ook voor de gehele gemeenschap van Israël. Wat moet dan worden gedaan om te overleven? De achtergrond van dit verhaal zou kunnen zijn, dat Israël zelf voortdurend geleden heeft onder de invallen van de Filistijnen, die rooftochten op het gebied van Israël hadden ondernomen.  De tekorten van de gemeenschappen in Israël zou heel goed ontstaan kunnen zijn, door deze voortdurende rooftochten. Dat maakt het in ieder geval duidelijker wat David hier nu als opdracht geeft: “ga dan en strek je handen uit met een troep (soldaten).” Dat is de opdracht om tot de gewapende strijd over te gaan tegen rovers – terroristen – die het voortbestaan van Israël in gevaar brengen.

Maar zelfs een dergelijke noodzakelijke strijd om het overleven, kan alleen worden afgekondigd onder bepaalde voorwaarden. Zo voorzichtig is Israël zelfs met het idee van een noodzakelijke strijd. Deze voorwaarden worden in het verhaal op een rij gezet: de wijzen, wellicht samen met ambtenaren, overleggen met Achitofel, de Hogepriester. Ondanks het feit dat deze Achitofel de kant van Absalom had gekozen bij diens opstand tegen David, werd hij toch gezien als een bijna volmaakte adviseur van de koning.

“En in die dagen was Achitofels raad, die hij gaf, alsof men naar Gods Woord luisterde (2 Sam 16:23).

Dat is de eerste stap, het inwinnen van het advies van een wijze politicus. En dan de tweede stap, het inwinnen van het advies van het Sanhedrin, vergelijkbaar met het hooggerechtshof. Na de vraag of het politiek verstandig is om een oorlog te beginnen, komt de vraag of het juridisch aanvaardbaar is. Mag men in deze en dergelijke noodgevallen een gewapende strijd beginnen? Impliciet in het verhaal, lijkt mij, wordt ervan uitgegaan dat de gewapende strijd bedoeld is tegen de Filistijnse terroristen. Omdat we weten dat deze voortdurend rooftochten hielden in het land Israël, kan het Sanhedrin de voorgenomen strijd zien als een middel tot restitutie, tot het vereffenen van een uitstaande rekening. Daarbij gaat het niet om wraak, want deze gewapende strijd vindt pas plaats als het voortbestaan van Israël op het spel staat. Veroorzaakt door de hongersnood die weer veroorzaakt is door de rooftochten van de Filistijnen.

Maar zelfs dan is nog niet voldaan aan alle voorwaarden. Dan nog moeten de zogenaamde Urim en Tumim worden geraadpleegd. Destijds werd dat gezien als een zeker middel om vast te stellen of Hasjem deze oorlog ook had toegelaten. Een dergelijke middel ontbreekt natuurlijk in onze dagen. En dat zou betekenen dat een dergelijke oorlog het zonder een goddelijke bevestiging moet stellen. Een gevecht tegen moderne Filistijnen houdt dan altijd het risico in dat het de bedoelingen van Hasjem tegenspreekt. De wijze politieke raad, het juridisch advies van het Sanhedrin, de argumenten: er is geen sprake van raak, het voortbestaan van Israël staat op het spel, de moderne Filistijnen hebben het zelf uitgelokt, en ondanks het geduld van Israël is nu de maat vol en de nood te hoog om te negeren – dat alles is nu nog het enige op grond waarvan de gewapende strijd met deze Filistijnen mag worden gevoerd.

Een defensieve oorlog tegen vijanden van Israël, die het voortbestaan van het volk bedreigen, is trouwens niet eens een vrijwillige, maar een verplichte oorlog. Die oorlog woedt al heel lang nu, en de afkondiging van een “oorlog” met Hamas is alleen een bevestiging van een strijd die al bestaat. In dat geval hoeven we niet eens te kijken naar deze lijst van condities.

Oh, tussen haakjes, de Filistijnen woonden destijds in het gebied dat nu Gaza heet.

Dit bericht is geplaatst in Algemeen, Israël, Talmoed. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *