Leren van de rabbijnen: Mitzvah 4 De verplichting om het begin van de maand te heiligen.

“Deze maand zal voor u het begin van de maanden zijn; het zal voor u de eerste maand van het jaar zijn (Exodus 12:2).

De opdracht om het begin van de maand te vieren – het verschijnen van de nieuwe maan – werd aan het joodse volk gegeven terwijl ze nog in Egypte waren. Het is het eerste gebod dat is opgedragen aan het volk als geheel. Het woord chodesj wordt hier gebruikt voor maand, maar het betekent ook vernieuwing. We kunnen dus ook vertalen: deze vernieuwing zal voor u het begin van de maanden zijn.


Sefer Hachinoech:


De heiliging van de maanden vindt plaats door de verklaring dat de eerste dag van de maand geheiligd is. Op grond daarvan worden de feesten van het jaar vastgesteld. Die verklaring werd gegeven door een rabbinale rechtbank op grond van twee getuigen oorspronkelijk. Die rechtbank spreekt dan uit: “vandaag is een geheiligde dag.”

De achterliggende reden van dit gebod is dat het joodse volk de voorgeschreven feestdagen op de juiste tijden zouden vieren. Dat geldt dan met name voor het Paasfeest en het Loofhuttenfeest.

Op de sabbat voor het feest van de Nieuwe Maan wordt in de synagoge de Zegen van de Nieuwe Maan gereciteerd. Daarin is een gebed inbegrepen dat de komende maand goed en gezegend zou zijn voor heel Israël en de aankondiging op welke dag de nieuwe maand begint. Waarom doet men dat? Het is in de eerste plaats een herinnering aan de dagen dat een rabbinale rechtbank de dag van de nieuwe maand vaststelde. Daarom staat men bij voorkeur bij de Zegen van de Nieuwe Maan omdat men destijds ook stond wanneer de rechtbank een uitspraak deed. In de tweede plaats is het om de aanwezigen te herinneren aan hun verplichtingen op die dag. In ieder geval dat men op die dag zich eraan moet herinneren wat de bevrijding uit Egypte betekend heeft. De heiliging van die dag heeft ook andere consequenties. Zo leren we uit de Talmoed dat hoewel niet volledig verboden, de dag van de Nieuwe Maan toch vaak en zoveel mogelijk als een Sjabbat wordt gevierd.

Kom en leer: Dit is de regel, [op] elke [dag] waar [een extra aliya, d.i. schriftlezing] zou inhouden dat mensen van hun werk worden gehaald, zoals een openbare vastendag en de negende van Av, lezen wij drie [aliyot]. En als het niet betekent dat er mensen van hun werk worden gehaald, zoals Rosj Chodesj (Nieuwe Maan) en chol ha-mo’ed, dan lezen we er vier. (Megilla 22b)

Een eenvoudige lezing van deze passage geeft aan dat men geen arbeid verrichtte op Rosj Chodesj, zelfs niet in de tijd na de Tempel.

Het maanjaar heeft 354 dagen, en elke maand duurt 29 dagen, 12 uur en een beetje. Het zonnejaar heeft 365 dagen, vijf uur en een beetje. Hoewel de joodse kalender gebaseerd is op het maanjaar, is het zonjaar beslissend voor de viering van de feestdagen. Pasen moet worden gevierd in de lente en het Loofhuttenfeest in de herfst, in de tijd van de oogst. Er staat immers geschreven: “neem de maand van de lente in acht en vier dan het Pascha voor de Heere.” Daarom is er af en toe een aanpassing nodig om te voorkomen dat Pasen in de herfst en Loofhutten in de lente zou worden gevierd. In elke cyclus van 19 jaar wordt een tweede maand Adar ingevoerd, namelijk in het derde, zesde, achtste, 11e, 14e en 17e jaar.


Commentaren:


De opdracht om het begin van de maanden te vieren, wordt gevolgd door de passage over het Pascha (Exodus 12:6-51). Daaruit kunnen we opmaken dat deze maand en alle andere maanden van het jaar in verband gebracht moeten worden met de Exodus uit Egypte. Nisan, de naam die in Babylonië aan de eerste maand van het jaar gegeven is, is de eerste maand vanwege de Exodus. In de thora dragen alle maanden een nummer, zodat ze betekenen: de tweede maand na de Exodus, de derde maand, de vierde maand na de Exodus et cetera. (Nachmanides)

In de joodse kalender is ook de maand Tishri een eerste maand van het jaar. In die maand wordt het joodse Nieuwjaar – Rosj ha-Sjanah – gevierd. Dat heeft te maken met de opbrengst van het land, de eerste vruchten, de tienden voor de levieten en de hefoffers. Dat gebeurt allemaal in deze maand. Het nationale Nieuwjaar wordt echter in de maand Nisan gevierd. (Ibn Ezra).

Waarom volgt de joodse kalender het maanjaar? Omdat de maan het enige hemellichaam is dat zichzelf elke maand vernieuwt. Bovendien kan de maan zowel overdag als ‘s nachts gezien worden. Terwijl de niet-joden hun jaren alleen maar tellen aan de hand van de zon – symbolische verbonden met het bestaan van de mens op aarde – kijken joden naar de maan, die het symbool is van twee werelden: deze wereld en de komende wereld. (Recanati)

De kalender van alle volkeren is gebaseerd op een of andere historische gebeurtenis. De Romeinen begonnen ooit het jaar met de dag van de kroning van keizer Augustus. De Grieken gebruikten de veldslag van Alexander de Grote en Moslims beginnen het jaar met de hemelse vlucht van Mohammed. Joden echter beginnen hun nationale kalender met de Exodus uit Egypte. Waarom zijn er dan twee verschillende dagen van het Nieuwjaar? Omdat het joodse Nieuwjaar in de maand Tishri de schepping van de wereld viert en ons eraan herinnert dat wij afhankelijk zijn van het plantenleven voor onze voeding. Het nationale bestaan van Israël moet echter beginnen met de bevrijding uit Egypte. Daarom twee verschillende dagen van het Nieuwjaar. (Abrabanel)


Zie ook: /https://www.deracheha.org/rosh-chodesh/

 

Dit bericht is geplaatst in Bijbels Hebreeuws, Heiliging, Israël, Jodendom. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *