Van de rivier tot aan de zee? Hoe ging dat in 1947?

Israël is nog steeds de enige staat ter wereld die onderworpen is aan de meest buitensporige samenzweringstheorieën. Israels bestaansrecht wordt voortdurend bediscussieerd en aangevochten en men spreekt over het goedmaken van de “erfzonde” van de oprichting van Israël, want Israel zou zijn gebouwd “op de ruïnes van Arabisch Palestina” door de opzettelijke en agressieve onteigening van de oorspronkelijke bevolking.

Deze claim van opzettelijke onteigening en het daaruit voortvloeiende ontstaan van het Palestijnse “vluchtelingenprobleem”… …vormt inderdaad de kern van de aanklacht van de vermeende slachtoffers van Israël.

ECHTER

De VN-resolutie van 1948 riep op tot de oprichting van twee staten in Palestina Als de leiders in de Arabische staten deze VN-resolutie hadden geaccepteerd, dan zouden er twee staten in Palestina zijn ontstaan. Dan zou er geen oorlog zijn geweest en geen ontwrichting.

Uit het Peel rapport: We hebben gemerkt dat, hoewel de Arabieren hebben geprofiteerd van de ontwikkeling van het land door de Joodse immigratie, dit geen verzoenend effect heeft gehad.

In Palestina werden gewone Arabieren vervolgd en vermoord door hun zogenaamde broeders voor de misdaad van “de verkoop van Palestina” aan de Joden. Ondertussen verrijkten diezelfde “broeders” zichzelf straffeloos. Awni Abdel Hadi, maakte de overdracht van 7.500 hectare aan de zionistische beweging mogelijk, maar had zelf gezworen te zullen vechten “totdat Palestina ofwel onder een vrije Arabische regering wordt geplaatst of een kerkhof wordt voor alle Joden in het land.”

Qawuqji zwoer “alle Joden de zee in te drijven”.

Abdel Qader Husseini verklaarde dat “het Palestina probleem alleen met het zwaard kan worden opgelost; alle Joden moeten Palestina verlaten.”

Guerrilla- en terreurgroepen richtten vernielingen aan, zowel onder niet-strijders als onder Joodse gevechtseenheden. Schieten, sluipschutters, hinderlagen, bomaanslagen – in 1947. Naarmate de gevechten escaleerden, leden ook Arabische burgers hieronder.

Paniekzaaierij in Arabische media was ongetwijfeld bedoeld om zoveel mogelijk sympathie te kweken voor de Palestijnse situatie en de Joden af te schilderen als brute roofdieren. De meeste Palestijnen hadden echter afgezien van deelname aan de actieve vijandelijkheden, grote aantallen hadden hun huizen verlaten voor plaatsen elders in het land of waren gevlucht naar naburige Arabische landen. In december 1947 werd bericht dat er sprake was van een “evacuatiewoede die hele Arabische dorpen in zijn greep heeft. De vluchtelingen worden overal waar ze zijn aangekomen gehaat.” – uit een Joods inlichtingenrapport.

Sommige plaatsen weigerden botweg om vluchtelingen op te nemen uit angst voor overbelasting van de bestaande middelen. Velen buitten de benarde situatie van de vluchtelingen ongegeneerd uit, vooral vooral door hen te beroven van eerste levensbehoeften als vervoer en onderdak. Zelfs de Syrische en Libanes regeringen waren gealarmeerd door deze vroege uittocht. Ze eisten dat de Palestijnse Arabieren zouden worden aangemoedigd om te blijven en te vechten. Toch bleven de Palestijnen hun huizen ontvluchten, en in een steeds steeds sneller groeiend tempo. Begin april 1948 waren er zo’n 100.000 vertrokken, hoewel de Joden nog steeds in het defensief zaten en niet in staat waren om hen uit te zetten.

Grote aantallen Palestijnse Arabieren werden actief uit hun huizen verdreven door hun eigen leiders en/of door Arabische strijdkrachten om te voorkomen dat ze burgers zouden worden van de toekomstige Joodse staat de Palestijnse Arabische leiders zelf die hun onwillige kiezers op een ramkoers hadden gezet met het zionisme in de jaren 1920 tot 1930 en hen nu hulpeloos meesleurden in een dodelijk conflict, haastten zich om Palestina te verlaten en weg te blijven op het meest kritieke moment.

Wat de Palestijnse bevolking zei: “We weten wie onze vijanden zijn,” en ze wezen naar hun Arabische broeders die hen hadden overgehaald om onnodig hun huizen te verlaten. Ruim zeventig jaar na hun verdrijving zitten de vluchtelinge nvan 1948 en hun nakomelingen nog steeds in desmerige kampen waar ze decennialang door hun mede-Arabieren, zijn gevoed met haat en valse hoop.

Ondertussen hebben hun voormalige leiders opeenvolgende kansen op een eigen staat verkwanseld. de twee leiders die de nationale ontwikkeling in de 20e eeuw hebben bepaald -Hajj Amin Husseini en Yasir Arafat, tot zijn dood in november 2004 – waren megalomane extremisten, verblind door anti-Joodse haat en diep geobsedeerd door geweld.

Als Arafat de PLO vanaf het begin op het pad van vrede en verzoening had gezet, in plaats van het te veranderen in een van de meest moorddadige terroristische organisaties in de moderne tijd, had er eind jaren zestig of begin jaren zeventig een Palestijnse staat kunnen worden opgericht. In plaats daarvan veranderde Arafat de gebieden die hij in de jaren 1990 onder zijn controle had in een effectieve terreurstaat. Hij onderwierp de Palestijnse bevolking op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook aan een repressief en corrupt regime in de ergste traditie van Arabische dictaturen.

Zes decennia nadat de moefti en zijn handlangers hun volk tot staatloosheid veroordeelden door de VN-verdelingsresolutie te verwerpen, worden hun roekeloze beslissingen nagespeeld door de laatste generatie Palestijnse leiders. Westerse anti-zionisten roepen vandaag niet op tot een nieuw en fundamenteel ander Arabisch leiderschap, maar pleitten effectief voor de ontmanteling van de Joodse staat.

Palestijnse autoriteiten dringen niet aan op werkelijke vrede, weigeren om het bestaan van Israël als Joodse staat te erkennen en dringen aan op de volledige uitvoering van het “recht op terugkeer”. Een “vrij Palestina”, door het “recht op terugkeer” bereikt, vanaf de rivier (welke?) tot aan de zee, staat gelijk aan de genocide op Israel.

Alleen als deze standpunten veranderen, kunnen de Palestijnse Arabieren er realistisch gezien naar uitkijken om met de Joodse staat een werkelijke (politieke) vrede te bereiken.

De hoop van Ben-Goerion was: “er moet een brug worden geslagen in de richting van een Semitische, Joods-Arabische alliantie.”

Denk hier eens aan: In Israel hebben Arabische burgers alle rechten die ook toekomen aan Israelische burgers.Ze zijn verkiesbaar in alle posities van leiderschap Ze hebben dezelfde rechten: vrouwen zijn gelijkwaardig en de LBTQ+ gemeenschap wordt bij wet beschermd. Ze hebben het recht van meningsuiting. Dat de Israelische demokratie toch problemen heeft, is duidelijk. Maar overweeg eens dit: zou alles zich anders kunnen ontwikkelen als de 100-jarige geschiedenis van Jodenhaat tot een einde kwam?

VREDE NU!

Dit bericht is geplaatst in KOINONIA LIVE!. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Van de rivier tot aan de zee? Hoe ging dat in 1947?

  1. B.Santema schreef:

    Goed verhaal Robbert
    Ik onderschrijf dit volledig.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *