Waar komt de titel “Zoon van God” vandaan?

We onderzoeken in deze podcast de betekenis van de uitdrukking ‘zoon van God’ zoals deze werd gebruikt ten tijde van Jezus’ verschijning.

We kijken naar de Griekse en Joodse achtergronden waarin vergelijkbare termen werden gebruikt, zoals voor helden uit de Griekse mythologie en oosterse heersers, evenals de Joodse interpretaties waarin het verwees naar engelen, hemelse wezens, Israël als natie, en zelfs individuele rechtvaardige mensen.

We zien dat in de eerste eeuw na Christus de termen ‘zoon van God’ en ‘god’ vaker werden gebruikt dan vandaag de dag, soms letterlijk opgevat en soms als metafoor.

We zien de toewijzing van determ “Zoon van God” in dit licht. We benadrukken hoe hij zijn relatie met God begreep en articuleerde, met verwijzingen naar zijn zoonschap en het gebruik van ‘Abba’ in gebed.

We zien ook een belangrijk verschil tussen de Synoptische en de Johanneïsche tradities in de christelijke leer over Jezus’ goddelijke zoonschap, waarbij de laatste een dieper begrip van Jezus’ pre-existentie en onverbrekelijke relatie met God impliceert. Dit leidt uiteindelijk tot de ontwikkeling van het dogma van de Drie-eenheid in het orthodoxe christendom.

Dit bericht is geplaatst in Jodendom, polemiek. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *