Het huwelijk als beeld van Christus en de Gemeente

Episode van Koinonia Bijbelstudie Live!, eerder gepubliceerd als video op YouTube. 

Een moeilijk onderwerp! Volgens mij leert de Bijbel de complementariteit van man en vrouw, d.w.z. er is geen sprake van “egalitarisme”. Man en vrouw zijn als mens, als burger, als personen gelijkwaardig, en begiftigd met dezelfde morele en intellectuele gaven. Er zijn weliswaar onloochenbare biologische verschillen, maar die mogen niet leiden tot een institutionele ongelijkheid en ongelijkwaardigheid.

Echter, Gods Woord maakt wel duidelijk dat de institutie van het huwelijk betekent dat man en vrouw in Gods ogen elkaar dienen aan te vullen tot de volkomenheid van een eenheid, een vereniging van personen tot een hogere, beiden omvattende en overstijgende eenheid van een nieuwe persoon. Zoals Genesis het uitdrukt: “zij zullen tot een vlees zijn.”

John Howard Yoder sprak over “revolutionary subordination” waar de houding van mannen en vrouwen in een Christelijk huwelijk Gods “rolverdeling” moet zichtbaar maken in een wereld waar die verhouding door geweld en onderdrukking wordt gekenmerkt. De geforceerde gelijkheid van man en vrouw is net zo onderdrukkend als de wettelijk geregelde ongelijkheid, juist ook omdat ook zij aan de sociale ongelijkheid geen einde maakt.

Hoofdzaak natuurlijk is wat Paulus zegt over de verhouding van Christus en de gemeente, waar het huwelijk als instelling in ieder geval een weerspiegeling van is.

 

De joodse achtergrond van Jezus’ gelijkenissen

Door (c) 2014 Amy-Jill Levine

Voor christelijke lezers die slecht op de hoogte zijn van het vroege Jodendom, worden de gelijkenis van het gist (zuurdeeg) en de gelijkenis van het mosterdzaadje leerstellingen die de Joodse reinheidswetten en zelfs de Joodse identiteit verwerpen, alsof Joden op de een of andere manier gebakken brood en specerijen mijden en wij Jezus daarom dankbaar moeten zijn dat wij een hotdog op een broodje met mosterd mogen eten. Deze gelijkenissen hebben niets te maken met reinheidswetten, en gist en mosterd lezen als onrein is een verkeerd begrip van het Jodendom, net als het mislopen van een aantal uitstekende gerechten.

De gelijkenis van de rijke man en Lazarus is opgevat als een confrontatie met de Joodse opvatting dat de rijken noodzakelijkerwijs rechtvaardig zijn en de armen noodzakelijkerwijs zondaars – ondanks de juist Joodse opvatting dat God bijzonder begaan is met de armen, weduwen, wezen en vreemdelingen. De gelijkenis van de verloren munt, met zijn prominente vrouwelijke hoofdpersoon, wordt gezien als een uitdaging voor de Joodse vrouwenhaat, alsof Joden nooit verhalen vertelden met vrouwelijke hoofdpersonen (Ruth, Esther en Judith zouden tot degenen behoren die verbaasd zijn over deze bewering). Dergelijke opvattingen doen het jodendom hardvochtig en exclusivistisch lijken, de joodse praxis bijgelovig en xenofoob, de joodse moraal gelijk aan de aanbidding van Mammon, en de joodse opvattingen over gender het toppunt van vrouwenhaat. Dergelijke leerstellingen geven niet alleen Jezus en het Jodendom een verkeerd beeld, maar ze stimuleren en versterken onverdraagzaamheid. Doorgaan met het lezen van “De joodse achtergrond van Jezus’ gelijkenissen”