V Niemand zondigt zonder reden
Augustinus heeft in een groot aantal paragrafen het verhaal verteld van zijn jeugd en zijn jeugd zonden. Trots, diefstal en seksuele begeerte komen het meeste voor. Wat is echter het motief dat bij de zonde een rol speelt? Daarover spreekt hij in de volgende paragrafen. Het staat voor Augustinus vast dat niemand zondigt ter wille van de zonde, niemand de zonde als zodanig wil en doet. Misschien wordt hij hierbij geleid door de uitspraken van Paulus in Romeinen 7. Wanneer wij het goede willen doen, is het kwade voorhanden. Elke zondaar bedoelt het goede – minstens het goede voor hem of haar – wanneer hij of zij zondigt. Wat is dan eigenlijk de oorzaak van de zonde in mij? Doorgaan met het lezen van “De verleiding van de zonde – Confessiones B. 1, c. V, #10 en 11”