Stelen van de apostelen – De Supermens van Tom de Wal #5

Een van de grootste denkfouten in de charismatische beweging: plompverloren toepassen van wat over en tot de apostelen wordt gezegd in het NT op de gelovigen van toen en nu. In dit geval door een exegetische truc: Gal. 2:20 (Ik leef niet meer, maar Chistus leeft in mij) verbinden aan Gal. 1:12 (ik heb het door openbaring ontvangen). En dan daaruit de conclusie trekken dat we allemaal een bijzondere en individuele openbaring nodig hebben om te weten dat wij in Christus gestorven zijn. (Hoewel we nog een “leven in het vlees” hebben.)

1. ALS het al zo is dat we openbaring nodig hebben om dit te weten, dan wordt die openbaring uitgedrukt in Paulus’ mededeling in Gal. 2:20. Dát is de enige openbaring die we (nodig) hebben.

2. Maar het is hooguit Paulus die deze “openbaring” heeft ontvangen door de Geest, terwijl wij die ontvangen door de Schrift, door het getuigenis van de apostel Paulus. En dat betekent uiteindelijk ook door de Geest omdat het Woord immers “God-geademd” is.

En dan het tweede: Paulus bidt in Ef. 3 dat wij de “Geest van wijsheid en openbaring” zouden mogen ontvangen. Maar wat dat betekent wordt uitgelegd in de volgende verzen: het is de verlichting van ons verstand of hart door de Heilige Geest die werkt – jazeker, opnieuw – door het Woord van God. Het gaat niet om een individuele en bijzondere openbaring. Dat het hier om de openbaring door de Geest aan de enkeling zou gaan, met als inhoud dat wij “supermensen” geworden zijn, is een exegetische blunder van de eerste orde.

Dit bericht is geplaatst in charismania, Charismatische beweging. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *