De rust en de zegen

“Ik blijf erbij dat noch de geschiedenis, noch enige gebeurtenis daarin op zichzelf zinvol is, maar dat deze setting van de menselijke geschiedenis binnen en onder Gods zegen alles verandert. Want Hij zegende deze dag. Hij zegent alles wat zich op deze dag afspeelt. We moeten niet vergeten dat zegenen drie dingen betekent. Het

( 1) is een goed woord, een woord van verzoening, van vergeving – goed nieuws. Maar dit woord
(2) brengt verlossing en
(3) impliceert een handeling van knielen.

In Openbaring gaat de aanbidding van de oudsten en de beesten gepaard met dezelfde verklaring dat de geschiedenis onder Gods zegen is. Met al haar vele rampen en meedogenloze oorlogen en de ineenstorting van beschavingen en de moeilijkheid om een nieuwe waarheid te lanceren of mensen te laten luisteren naar woorden van vrede en liefde, is deze geschiedenis opgenomen in de vergiffenis, de knieval en de verlossing die werden afgekondigd voordat zij begon. Wat ook het begin of de voortzetting mag zijn! Daarom moeten we op een andere manier naar deze geschiedenis kijken.

Maar deze interpretatie werpt een ernstige theologische moeilijkheid op. Als alle geschiedenis zich afspeelt op de zevende dag, en deze dag is de dag waarop God rust, dan maakt God de geschiedenis niet en zet Hijzelf zijn schepping niet voort in deze geschiedenis. Hij regisseert de gebeurtenissen niet. Zijn schepping is compleet. Aan hen die beweren dat God achter de gebeurtenissen in de geschiedenis staat, stel ik de eenvoudige vraag: waar plaatsen we de totaliteit van de geschiedenis? Aan het einde van de zesde dag? Maar dat was de dag van onze schepping, van ons debuut. Tussen de zesde dag en de zevende? Nee, want de tekst presenteert de zevende dag als reeds aanwezig, reeds in wording. Alleen in dit heden, in de werkelijkheid van de zevende dag, vindt* alle geschiedenis plaats. Bijgevolg, als God in rust is, dan zijn wij het die de geschiedenis hebben gemaakt, wij met onze eigen intenties en mogelijkheden. Geschiedenis is geen product van Gods handelen. Maar dit lijkt een bijna unaniem idee van theologen in twijfel te trekken: dat van de voorzienigheid. In zijn voorzienigheid, zo wordt ons verteld, weet en voorziet God niet alleen alle dingen, maar verbindt Hij ook alle dingen. Elk leven wordt volledig gestuurd door deze voorzienigheid en elke historische beweging is in werkelijkheid een daad van God. Dit idee lijkt me bijbels onjuist en theologisch onjuist. Het is een doelwit van antichristelijke Christelijke bezwaren: Als God alles doet, dan doet hij wat slecht is. Waarom? Als hij alles doet, dan doet hij het slecht, want zowel de natuur als de geschiedenis verlopen slecht.”

Jacques Ellul

Dit bericht is geplaatst in Theologie. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *