Een volledige preek van David de Vos nader onder de loep genomen. Niet om kritisch deze broeder neer te sabelen, maar om te begrijpen wat er in de evangelische wereld aan het gebeuren is.
Wat is er zo wonderlijk in mijn ogen aan deze prediking?
1. De lage positie die Gods Woord in de prediking inneemt. Een verkeerde exegese dan ook nog van Mattheus 28, Romeinen 10 en Exodus 33 t.a.v. het weinige dat in de preek uit Gods Woord voortkomt.
2. De pretentie dat de prediker een profeet is die Gods (nieuwe) woorden kan spreken.
3. De pretentie openbaringen van God te hebben ontvangen (de jonge vrouw met heupklachten.)
4. De overdracht van menselijke ervaringen op God – God communiceert door liefde, zoals wij die ervaren met partners en kinderen. (Twee lange anecdotes onderbouwen dat…)
5. De infantilisering van de gelovigen – we worden als kleine kinderen geacht op de schoot van onze Hemelse Vader te kruipen en God is iemand die ons onderwijst zoals een vader zijn kind leert fietsen. Dat soort beelden lijkt op het eerste gezicht aardig, maar leidt tot een godsbeeld dat uit de ervaring en niet uit Gods Woord wordt opgebouwd.
6. De eenzijdigheid van het godsbeeld – God is een gezellige opa geworden die schik met ons heeft. Geen gebod, geen heiliging, geen “verterend vuur” , geen majesteit, maar overal trivialiteit.
7. De pretentie – “net als Mozes” – dat God iemand is die naast je kan zitten in de auto en het “gaaf” vindt om te horen dat jij zo lekker aan het preken bent geweest.
8. Het allesbeheersende idee dat God ” meer nabij is dan we denken en dat we geen sfeer van heiligheid moeten opbouwen – terwijl Hij toch de Heilige is – vergelijk dat maar eens met Jesaja 6.
Kortom: de god van David de Vos is een getrivialiseerde ‘god’ , geschapen naar zijn beeld, die perfect past bij zijn ervaringen en behoeften, maar bitter weinig te maken heeft met de God van de Bijbel.
Karl Barth leerde dat de God van het Rooms-Katholicisme en van de Vrijzinnigheid eigenlijk geen relatie hadden met de God van de Bijbel. Moeten we er nu aan toevoegen dat de God in de evangelische prediking daar ook niets meer mee te maken heeft? Dan hebben we met de opkomst van een derde ketterij te maken: de charismatisch-evangelische afgoderij.