De vervulling van de wet – over Mattheüs 5:17 – uit mijn dissertatie

Vervulling van de wet (Matteüs 5 vers 17)

Nu zijn we enigszins voorbereid op de leesstrategie die ervan uitgaat dat de vervulling van de wet materieel hetzelfde inhoudt als een afschaffing. Wat betekent het eigenlijk om de wet te vervullen in een Joodse context? De uitdrukking “de wet vervullen” wordt opgevat als het equivalent van “de wet doen”, zoals in Rom. 2 vers 13. Jezus kwam dan om de wet te doen, om gehoorzaam te zijn aan al haar voorschriften. Doorgaan met het lezen van “De vervulling van de wet – over Mattheüs 5:17 – uit mijn dissertatie”

Jezus en de joodse wet – uit mijn dissertatie

De komende weken publiceer ik een vertaling van mijn dissertatie uit 2011: Obedience to the Law of Christ. Daarin stel ik alle vragen die me sinds de jaren 90 van de vorige eeuw begonnen bezig te houden. De relatie van jodendom en Christendom, de juiste houding van Christenen tegenover de Torah, dat alles was toen al (en nu opnieuw) mijn centrale focus. Ik doe geen moeite de tekst in overeenstemming te brengen met mijn huidige opvattingen. Grote verschillen zal ik in een aparte bijdrage aan de orde stellen.

LUISTER naar de tekst:

Marcus of Matteüs?
Wie is de “echte” Jezus? De Jezus van Marcus of de Jezus van Matteüs? Als de vroege en late kerkelijke praktijk ten minste als een deel van het antwoord kan worden beschouwd, dan is de “echte” Jezus duidelijk die van Marcus. De christelijke kerken houden zich niet aan de wetten van rituele zuiverheid, noch aan de verschillende voedselwetten, waaronder de Noachidische wetten over bloed en wurging, die blijkbaar door de raad van Jeruzalem waren aangenomen onder het gezamenlijk gezag van Jacobus, Petrus en Paulus (Handelingen 17). Doorgaan met het lezen van “Jezus en de joodse wet – uit mijn dissertatie”

Het ongeloof van Felix en de Messias in Psalm 2 – Koinonia Live! van 6 november

Een ouderwetse Koinonia Live! met een meditatie van Knap, een bespreking van Psalm 2 en een nagesprek over onze bezigheden van deze week. Vanwege de controlemaatregelen zijn we nog intenser bezig met onze activiteiten op het internet dan voorheen.

De meditatie brengt ons op het spoor van wat je een typische vorm van ongeloof zou kunnen noemen. De interesse van Felix in het evangelie is gemotiveerd door zijn angst voor het naderende oordeel. Maar meteen stelt hij het nadenken daarover uit: “ik zal u bij een goede gelegenheid laten halen.” De vele gesprekken met Paulus die daarop volgen zijn echte gemotiveerd door een poging om het ongelijk van dit evangelie aan te tonen. Als Paulus zal proberen de stadhouder om te kopen, dan heeft Felix het argument dat hij zoekt. Het evangelie kan niet waar zijn als Paulus zelf niet bang is voor het oordeel, maar onrechtmatig handelt. Zoals alle mensen dat zouden doen uit lijfsbehoud. Paulus handelt echter geheel volgens zijn karakter en volgens de waardigheid van het evangelie. Het is immers de Here die hem in deze omstandigheden heeft gebracht. Het past hem niet om met een onrechtmatige daad zijn nood te willen verlichten.