door Eli Lizorkin
In een vroege interactie vertelde God Mozes dat Hij zijn engel zal sturen om Israël langs de weg te leiden. Het volk van Israël werd gewaarschuwd Gods boodschapper niet ongehoorzaam te zijn, omdat hij hun overtredingen niet zou vergeven als ze tegen hem in opstand zouden komen. (Ex. 23:21)
Mozes benaderde God inderdaad met een zeer stoutmoedig verzoek; Hij vroeg God om in plaats daarvan Israël persoonlijk te vergezellen, en weigerde ergens heen te gaan zonder Zijn eigen persoonlijke aanwezigheid (Ex. 33:12-16). Waarom nam hij het risico God uit te dagen? Waarom was Mozes het oneens met God?
Aan het einde van een ongelooflijke ervaring van het zien van de rug van God, het horen van de woorden die zijn fundamenteel genadige en vergevingsgezinde aard beschreven (Ex. 34:6), onthulde Mozes zijn reden: “…omdat dit een koppig volk is. Vergeef onze ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons voor de Uwe!” (Ex.34:9) Met andere woorden, het argument van Mozes was als volgt: God moet met Israël meegaan en hen vergeven, juist omdat het een koppig volk is!
Aangezien God zei dat een engel Israël niet zou vergeven als ze tegen hem in opstand zouden komen (Exodus 23:21), wist Mozes dat zijn enige hoop was om God Zelf te overtuigen om in plaats daarvan te komen. Terwijl hij verborgen was in de kloof van de Rots, werd Mozes zich ervan bewust dat JHWH (in tegenstelling tot zijn engel) in staat was om “ongerechtigheid, overtreding en zonde” te vergeven (Ex. 34:7). Mozes begreep dat, gezien de zonden van Israël, Israël alleen een kans op een toekomst zou hebben als God met hen mee zou gaan.
De chassidische rabbijn Levi Yitzchak van Berditchev (die misschien mijn familielid van mijn moeders kant was) bad eens op deze manier:
‘Heer van het universum, ik wil een deal voorstellen. We hebben veel zonden. Je hebt veel vergeving.
Laten we onze zonden inruilen voor Uw vergeving.
En als U zou zeggen dat dit geen eerlijke ruil is, dan is mijn antwoord:
Als we geen zonden hadden, wat zou U dan doen met al Uw vergeving?”