Welgelukzalig en voorwaarts strevend – Augustinus en Hirsch over Psalm 1:1

Het idee achter deze blog:

Augustinus over Psalm 1:1, en daar tegenover Rabbi Samson Raphael Hirsch.

א  1 אַֽשְֽׁרֵ֥י הָאִ֗ישׁ אֲשֶׁ֚ר לֹ֥א הָלַךְ֘ בַּֽעֲצַ֪ת רְשָׁ֫עִ֥ים וּבְדֶ֣רֶךְ חַ֖טָּאִים לֹ֥א עָמָ֑ד וּבְמוֹשַׁ֥ב לֵ֜צִ֗ים לֹ֣א יָשָֽׁב

1 De lof van een man (SV: welgelukzalig is de man)  is dat hij de raad der goddelozen niet heeft gevolgd, noch op de weg der zondaars heeft gestaan, noch in het gezelschap der verachters heeft gezeten.

Augustinus en Hirsch over Psalm 1:1


Augustinus:

1. Welgelukzalig is de mens, die niet is weggegaan in de raad der goddelozen Psalm 1:1.

Augustinus samenvatting (audio)

Dit moet verstaan worden van onze Heer Jezus Christus, de Heer Mens. Welgelukzalig de man, die niet weggegaan is in de raad der goddelozen, gelijk de man der aarde deed, 1 Korinthiërs 15:47, die er in toestemde, dat zijn vrouw door de slang misleid werd, dat zij het gebod Gods overtrad.

Noch stond Hij in de weg van zondaren. Want Hij is wel op de weg der zondaren gekomen, door geboren te worden als zondaren; maar Hij heeft daarin niet gestaan, omdat de verlokkingen der wereld Hem niet vasthielden.

En Hij heeft niet gezeten op de plaats van de pest. Hij heeft geen aards koninkrijk gewild, met hoogmoed, die goed wordt genomen voor de zetel van de pest; want er is bijna niemand die vrij is van de liefde voor heerschappij, en niet hunkert naar menselijke heerlijkheid. Want een pestilentie is een ziekte die wijd verspreid is en iedereen of bijna iedereen treft. Maar de plaats van de pest kan beter worden opgevat als een schadelijke leer, waarvan het woord zich verspreidt als een kankergezwel. 2 Timoteüs 2:17

Ook de volgorde van de woorden moet in acht genomen worden: ging weg, stond, zat. Want hij ging weg, toen hij zich van God terugtrok. Hij stond, toen hij behagen schepte in de zonde. Hij zat, toen hij, bevestigd in zijn hoogmoed, niet kon terugkeren, tenzij hij bevrijd werd door Hem, die niet is weggegaan in de raad der goddelozen, noch heeft gestaan op de weg der zondaars, noch heeft gezeten op de plaats der pestilentie.

Rasjie: De lof van een man: De lof van een man, en dit zijn de lofprijzingen van een man: dat hij niet volgde, want omdat hij niet volgde, stond hij niet, en omdat hij niet stond, zat hij niet.

Hirsch (samenvatting):

Dit bericht is geplaatst in Augustinus, bijbelbespreking, Bijbels Hebreeuws, Jodendom. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *