Volgde Jezus de Mondelinge Torah?

Uit: ” Messianic Jewish Liturgical Practices”, dissertatie 2014, door Elizabeth Ames

Men zegt dat het Messiasbelijdende Jodendom begon met Jezus’ eerste bekeerlingen in het Nieuwe Testament. Hoewel die tijd vaak wordt gezien als het begin van de christelijke kerk, moet men niet vergeten dat Jezus zelf joods was, net als al zijn eerste volgelingen. Pas na de bekering van Cornelius en zijn gezin in Handelingen 10 kwamen er heidenen in de gelederen.

Jezus was een praktiserende Jood gedurende Zijn hele leven op aarde. Een duidelijk voorbeeld staat in Johannes 8 en Marcus 14. Deze passages verhalen van twee verschillende gelegenheden waarbij de godsdienstige leiders geen fout in Jezus konden vinden met betrekking tot de wet of de tradities.

Het naleven van de Torah en de mondelinge traditie komt ook tot uiting in Zijn onderricht. Passages waarin Jezus de interpretaties van de wet en de tradities in twijfel trekt, worden vaak opgevat als bewijs dat Jezus de wet afschafte. Dit zou een onjuiste opvatting van Jezus’ onderwijs zijn. In plaats daarvan veroordeelde Jezus de hypocrisie van de religieuze leiders, niet hun onderricht; Hij verklaarde dat Hij kwam om de Wet te “vervullen” of “te handhaven”, maar niet om deze af te schaffen; en Hij parallelleerde ook rabbinaal materiaal in Zijn eigen onderricht.

Een voorbeeld van hoe Jezus de Wet en tradities handhaafde is de manier waarop Hij de laatste Pesach-maaltijd gebruikte. Jezus stuurde Petrus en Johannes vooruit op Zichzelf en de andere discipelen om de juiste Pesach-voorbereidingen te treffen. Net als ieder huishouden in Jeruzalem troffen zij voorbereidingen voor de maaltijd en het daarop volgende feest dat een week duurde.

Zij controleerden onder andere of alle zuurdesem uit het huis en de bovenzaal verwijderd was; kochten de wijn, het ongezuurde brood en de bittere kruiden; brachten het lam dat in de Tempel geofferd zou worden; braadden het; en dekten de tafel.

Burge beschrijft de scène die volgde op deze manier:

“Tijdens de maaltijd interpreteerde Christus, zoals andere leraren en rabbi’s overal in Jeruzalem deden, de rituele elementen van het Pesachmaal terwijl zij aten.”

Maar in tegenstelling tot de andere rabbijnen werd Zijn interpretatie van het ongezuurde brood en een van de bekers met wijn bekend als het Laatste Avondmaal, de Communie of de Eucharistie. Nadat Jezus het brood, dat het leven voorstelt, met de traditionele zegen had gezegend, identificeerde Hij het met het “komende offer” van Zijn leven. Jezus herinterpreteerde ook een van de bekers met wijn. Het blijkt dat zelfs in die tijd de maaltijd rond vier bekers rode wijn kan zijn georganiseerd. Geleerden geloven dat het de derde beker was die Jezus nam en identificeerde met “zijn offervrije toewijding”.

Nadat Jezus op de traditionele manier gedankt had, droeg Hij hen allen op te drinken en identificeerde de beker met Zijn bloed en een nieuw verbond.

Als Jezus de bedoeling had gehad om de Torah en de mondelinge tradities af te schaffen, dan was Pesach de optimale gelegenheid om dat te demonstreren. Dit is de eerste verordening die Israël geboden werd te houden. Het werd ingesteld voordat de Wet werd gegeven en meerdere malen herhaald binnen de Wet (Exodus 12, Leviticus 23, Numeri 9, 28, 33, en Deuteronomium 16). In plaats van te zeggen dat het niet langer nodig was om Pesach te houden, bracht Jezus nieuw leven en een nieuwe betekenis in de Wet en de tradities van Pesach, terwijl Hij de gelovigen opdroeg: “Doet dit tot gedachtenis aan Mij” (Lukas 22:19, 1 Kor. 11:24-25)

Dit bericht is geplaatst in Jodendom, Theologie met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *