Vergaderen rondom een tekst – wat de Kerk verloor toen ze geen synagoge meer was

Het belangrijkste kenmerk van de synagoge was de centrale plaats die de Torah innam in het leven van de joodse gemeenschap. De tekst werd bestudeerd, vereerd, voor het dagelijks leven toepasbaar gemaakt en uit het hoofd geleerd. De gesprekken over de betekenis van de tekst werden zelf als heilige schrijft gezien, eerst als torah sjebe’al peh (goddelijk onderwijs dat mondeling werd doorgegeven) op dezelfde hoogte geplaats als de geschreven openbaring van Gods wil en uiteindelijk in de eerste eeuwen van de Diaspora ook schriftelijk vastgelegd. De gemeenschap van messiaanse joden, de gemeente van Christus, week hier in beginsel niet van af. Alleen door het Woord van Christus centraal te stellen was er een gemeenschap van discipelen van de messias Jezus. Dat Woord van Christus moest immers “rijkelijk in ons wonen” (Kol. 3:16). Dat is niet verwonderlijk als we weer eens beseffen dat het vroege Christendom als een vorm van jodendom beschouwd moet worden.

Wat de Christelijke gemeenschappen echter relatief vroeg in de geschiedenis hebben opgegeven is precies deze kern van de synagoge. De constitutie van de gemeenschap werd niet langer verbonden met de centrale plaats van het apostolisch getuigenis van Jezus, de christelijke variant van de mondelinge Torah, , noch de Hebreeuwse Bijbel ook die volgens Jezus zelf – in de bewoording van Johannes – de waarheid was (Joh. 17:17) en volgens Lukas 24 van Hem getuigde.

Twee gevolgen zijn daaraan verbonden. In de eerste plaats heeft die centrale functie van de Schrift als het hart van de gemeenschap steeds tot gevolg gehad, dat men zich realiseerde dat niet de overheid in het land van de ballingschap het opperste gezag had, maar de God die Zijn onderwijs aan Zijn volk had geschonken. Het is door het Boek dat een gemeenschap zich verbonden weet met een hoogste goddelijke instantie die de alledaagse, zichtbare realiteit te boven gaat. Het Boek is de fysieke representatie van het feit dat de joodse gemeenschap verbonden is met een transcendente authoriteit. Wanneer dat wegvalt wordt het mogelijk andere autoriteiten toe te laten. Zonder het Boek werd de identiteit van de gemeenschap niet langer beleefd als “belichaamd” in een historisch verhaal, waarin de oorsprong van de gemeenschap buiten de samenleving werd geplaatst.

Het tweede gevolg was, dat een religieuze samenkomst zonder de centrale betekenis van een Heilige Schrift een sacrale duiding van de eredienst mogelijk maakte. Een priesterlijk, ceremoniele, liturgische duideling van de eredienst werd nu mogelijk. In plaats van het Woord kon in het vroege Katholicisme beeld en ceremonieel samen als een toegang tot de goddelijke presentie worden opgevat.

Het christendom dat het centrale idee van de synagoge losliet, heeft daarmee de kracht verloren zich als een kontrasterende minderheid tegenover de gehele samenleving op te stellen. In plaats van een bron van profetische kritiek op de machten die er nu eenmaal zijn, werd zij uiteindelijk tot de religieuze ondersteuning van die machten. In het Constantinisme gaat elk wezenlijk onderscheid tussen wereld en gemeente verloren. De gemeente van de messias van Israel gaat als Christelijke kerk samenvallen met de samenleving als geheel.

 

Dit bericht is geplaatst in Bijbelse Theologie, Bijbelstudie, Jodendom, kerkgeschiedenis met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *