Vijfde deel van de serie besprekingen in de Studiekring Gorssel over de Reformatie.
Op 17 maart 2017 hebben we Friedrich Schleiermacher besproken. De grote kerkvader van de 19e eeuw die aan de wieg staat van het Modernisme in de theologie.
Geloof wordt in deze eeuw het dominante thema, maar dan in de versie van de Romantiek: het diepe gevoel van “absolute afhankelijkheid”, dat kan worden begrepen als de “ontvankelijkheid” voor de Totaliteit, de Kosmos, d.w.z. het Goddelijke.
Alle religies en zelfs atheïsten kennen dit diep menselijke gevoel, en daarop zijn alle religies gebaseerd. Uiteindelijk berust hierop ook het “waardenbewustzijn” van de samenleving. Om goed in het leven te staan moet een mens zijn eigen religieuze overtuigingen opbouwen met dit gevoel als bron en als criterium. Een consequentie daarvan is de achterstelling van het Woord, de Openbaring door de Heilige Geest en de exclusiviteit van het Evangelie. Individualisme vervangt het opperste gezag van Christus in de kerk.
Kritiek op Schleiermacher was er genoeg: van de kant van Hegel, van de kant van orthodoxe theologen, maar ook van de beweging van het Réveil, dat óók het gevoel een plaats gaf in het geloof, maar hier bleef het Woord, het Evangelie en de Heilige Geest dominant.
Schleiermacher is het beste te begrijpen als een “seculiere Piëtist”.