Passieve trouw of actieve gehoorzaamheid? – nog maar eens een keer

Over dit thema heb ik al vele malen gesproken. Wat mijn geloof betreft ben ik opgegroeid in de Vergadering van Gelovigen. De broeders met wie ik daar te maken heb gehad, benadrukten altijd de passieve trouw, onder andere op grond van de tekst uit Filippenzen 2:13, waar we lezen:

“want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.”

Nog onlangs zei een broeder uit de Vergadering tegen mij – hij is inmiddels bij de Heer – ik laat de Heilige Geest mij zeggen wat ik doen moet.

Heiliging en rechtvaardiging hebben niet hetzelfde patroon


Het lijkt mij nu een theologische vergissing te zijn. Omdat de reformatorische leer zegt, dat wij aan onze rechtvaardiging zelf niet kunnen bijdragen, omdat die niet uit werken die wij doen, maar uit geloof dat ons geschonken wordt tot stand komt, daarom zegt de Reformatie in haar meest evangelische uitingen ook dat het met de heiliging van het leven net zo gaat. Heiliging die het patroon van de rechtvaardiging volgt – ziedaar de theologische vergissing. Immers, in het Nieuwe Testament vinden we zowel de leer van de rechtvaardiging uit de werken als de leer van de rechtvaardiging uit geloof. In het ene werkt God soeverein, in het andere brengt hij ons in een positie en geeft Hij ons de mogelijkheid om zelf bij te dragen. Hoe brengen we dat echter samen?

Een tweede misverstand dat hiermee is verbonden is de gedachte dat het Jodendom in de eerste eeuw tot aan de huidige tijd aan toe, de rechtvaardiging uit de werken leert. Alleen wie de wet tot in de details onderhoudt, wordt behouden, of rabbijns gezegd: “krijgt deel aan de komende wereld.” Wellicht ten overvloede geef ik nu twee kleine argumenten ter overweging.

In de eerste plaats is de gehoorzaamheid aan God een zaak die wij zelf moeten verrichten. Voorafgaande aan vers 13 dat ik hierboven geciteerde, lezen we dus ook “zoals u altijd gehoorzaam geweest bent,” en daarna “werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven.” Met het woordje “want” van vers 13 wordt het motief gegeven voor dit gehoorzaam bewerken van uw eigen zaligheid, of het “uitwerken” van uw eigen behoudenis. Volgens vers 15 is het zelfs de bedoeling om “onberispelijk en oprecht te zijn.” Ja, zelfs “smetteloos te zijn” wat toch alleen kan betekenen dat wij zelf deze gehoorzaamheid moeten presteren, al is het dan gemotiveerd door het inzicht dat we geen roem verwerven, noch door het goede te willen, noch door het goede uiteindelijk ook te doen.

In de tweede plaats is het onjuist om in dit patroon iets anders te zien dan het Oude Testament al geleerd heeft. Een enkel voorbeeld mag hier volstaan.

Revival onder Hizkia


Onder koning Hizkia vindt er een grote vernieuwing in het leven van Israël plaats. De koning roept de Levieten samen, nadat hij de deuren van de tempel. Hij zegt tegen hen:

“Luister naar mij, Levieten,. Heilig nu zelf, en heilig het huis van de Heren, de God van uw vaderen, en breng de onreinheid buiten het heiligdom.”

In het 11e vers roept hij hen op:

“Mijn zonen, wees nu niet nalatig, want de Heere heeft u uitgekozen om voor Zijn aangezicht te staan om Hem te dienen.”

Dan worden er offers gebracht om verzoening te doen voor geheel Israël. En dan zie je iets gebeuren in het hart van het volk:

“En zij prezen Hem met blijdschap, en knielden en bogen zich” (vers 30).

En in het volgende vers:

“toen bracht de gemeente slachtoffers en lofoffers, en ieder die gewillig van hart was, bracht brandoffers.”

Hoofdstuk 29 kan dan eindigen met twee vaststellingen. Ten eerste:

“Zo werd de dienst van het huis van de Heere hersteld.”

Dat is de menselijke kant. En daarna in het laatste vers:

“Hizkia dan en heel het volk verblijdden zich over wat God voor het volk tot stand gebracht had, want dit was onverwachts gebeurd.”

God maakt het mogelijk dat de mens het doet


God heeft dit voor het volk tot stand gebracht. En het teken daarvan was het feit dat niemand het had zien aankomen. Heeft God dit gedaan? Maar het is de Koning die het beval, en het volk dat het uitvoerde en de Levieten die het mogelijk maakten. Zo is duidelijk te zien hoe menselijke verantwoordelijkheid en Gods ingrijpen samengaan.

Dit bericht is geplaatst in Bijbelse Theologie, BIJBELSTUDIE, Chr. Ethiek. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *