Ligt er in het joodse feest van Simcha Torah – de vreugde der Wet – een aanwijzing besloten voor de manier waarop wij als christenen met de Bijbel moeten leren omgaan?
“Dit zijn de dingen waar van een mens de rente ontvangt in deze wereld terwijl de hoofdsom voor hem bewaard blijft in de komende wereld: het eren van je vader en moeder; het verrichten van werken van barmhartigheid; de vrede bevorderen tussen een man en zijn vriend. Maar de studie van de thora heeft hetzelfde gewicht als al deze.”
De genoemde werken zijn gekoppeld aan een beloning. Die beloning is tweeledig. Je ontvangt beloning in dit leven, maar dat is nog alleen maar de rente (letterlijk: de vruchten). De hoofdsom van de beloning wordt pas in de komende wereld uitbetaald. Interessant is wel dat de beloning voor een werk van barmhartigheid niet per se degene is die deze barmhartigheid ontvangt, maar degene die het doet. Het gaat nu even niet om de kwestie van beloning naar werken die hier een rol speelt, maar om de laatste regel. De studie van de thora heeft als beloning, de rente zowel als de hoofdsom, evenveel als het loon van alle andere genoemde zaken bij elkaar.
Hieruit blijkt wel welke bevoorrechte positie de studie van de thora in het Jodendom inneemt. Dat blijkt ook uit de volgende discussie uit de Talmoed (Kiddoesjien 40b):
De tekst van de discussie komt uit de Misjna waar we lezen:
“een ieder die de Bijbel bestudeert en de Misjna en passend gedrag vertoont zal niet snel tot zonde geneigd zijn, zoals geschreven staat: “en een drievoudig koord wordt niet snel verbroken” (Pred. 4:12). Maar een ieder die de Bijbel niet bestudeert, noch de Misjna, en ook geen passend gedrag vertoont, maakt geen deel uit van de (beschaafde) samenleving.”
De Gemara zegt dan:
“Rabbi Tarfon en de oudsten zaten eens op de zolder van het huis van Nit’za in Lod toen deze vraag gesteld werd: “wat is groter, studie of daden?” Rabbi Tarfon gaf antwoord en zei: “daden zijn belangrijker.” Rabbi Akiba gaf antwoord en zei: “studie is belangrijker.” Alle anderen gaven antwoord en zeiden: studie is belangrijker, want studie leidt tot daden.”
De studie van de Bijbel is dus niet alleen maar een zaak van kennis, van historische aard bijvoorbeeld. Vanuit het Joodse perspectief moeten we zeggen, dat je zonder inzicht in wat God wil, helemaal niet in staat bent om te doen wat God wil. Eerst luisteren naar Gods stem, en dan pas handelen. Aangenomen wordt dat wanneer wij door Bijbelstudie de wil van God leren kennen, daaruit ook volgen zal dat wij Zijn wil zullen doen.
Maar in dit Joodse perspectief ligt meer dan dit alleen. Daarover meer de volgende keer. Dan willen we de vraag beantwoorden: ontmoeten wij God in onze studie van de Bijbel? Dat is wel de manier waarop de Rabbijnen dat uitleggen.
Tot slot mijn versie van de tekst van mij we begonnen:
“Dit zijn de opdrachten die laten zien dat wij waarachtig de Here Jezus toebehoren: het eren van je vader en moeder, het verrichten van werken van barmhartigheid, vrede stichten tussen een man en zijn vriend. Maar de studie van de Bijbel heeft hetzelfde gewicht als al deze. Waarom? Omdat studie leidt tot daden.”