Nawoord #3 bij de serie “Theologische Autobiografie.”

Mijn motieven om mijzelf niet langer als een christen te beschouwen:

  • De gevestigde kerken verspillen hun energie aan het zoeken naar (een valse) spiritualiteit of aan een (falende) poging maatschappelijk relevant te zijn.
  • De Protestantse versie van het evangelie maakt de leer van de “rechtvaardiging door geloof alleen” tot de kern van het evangelie, ondanks overtuigend bewijs dat een dergelijke leer niet door Paulus op deze (Reformatorische) manier bedoeld was.
  • De Rooms-Katholieke variant van het Christendom maakt de kerk zelf tot het ultieme middel van openbaring en verlossing, en definieert de “goede werken” buiten de Torah om.
  • De snelst groeiende en meest succesvolle vorm van kerk zijn is de bedrieglijke en irrationele charismatische beweging. Daar wil ik niet mee geassocieerd worden.
  • De kern van de christelijke theologie in al haar varianten is de vergoddelijking van een mens in de triniteitsleer – zonder deze kern blijft er niets over.
  • De christelijke theologie is door en door bedorven door het antisemitisme.
  • De theologie en de kerk willen veranderen door een Joodse kerk te herontdekken, de bestaande kerk te “rejudaïseren” of een Messiaans Jodendom als alternatief te ontwikkelen, leidt tot syncretisme – een poging twee verschillende godsdiensten samen te smelten.

Wanneer het christendom onwaar is blijven er twee opties over:

  • De waarheid van het Jodendom aanvaarden – ofwel als een “zoon van Noach” ofwel door volledige overgang tot het Jodendom.
  • Alle religie afwijzen, inclusief Christendom, Jodendom en Islam.

Voor mij was de enige aanvaardbare kerkelijke gemeenschap die van de Menisten of Doopsgezinden. Op 17 september j.l. ben ik toegetreden tot de Doopsgezinde gemeente van Schagen en Medemblik.

Waarom? Omdat de “Dopers” het in de 16e eeuw hebben aangedurfd een gelovige minderheid te zijn die alle geweld wilde afzweren. Omdat zij de “navolging van Christus” vooral terugvonden in een gehoorzame houding aan Gods wet. Omdat het woord van John Howard Yoder waar is, dat de “Meniste kerk de positie van een minderheid durfde in te nemen die gericht was op het leven volgens de “Evangelische Wet”. Daarmee was het Doperdom een Christelijke tegenhanger van het Jodendom geworden.

Is hier dan perfectie te vinden? Absoluut niet! Maar een dergelijke theologie en geloofsgemeenschap hebben recht van bestaan in de marge van de Joodse waarheid.

Wie ben ik?

Een “zoon van Noach” die de zeven geboden voor de volkeren op zich heeft genomen.
Formeel een “Doopsgezinde” die in deze gemeenschap de vrijheid vindt om over zijn eigen geloof te spreken en te zoeken naar gezamenlijke wegen van gehoorzaamheid aan Gods Thora.

Ik ben dus een “Joodse Doopsgezinde Noachiet” – mijn geloofsovertuiging is Joods, mijn status in Joods perspectief is die van een zoon van Noach, en de gemeenschap bij wie ik mij heb aangesloten is Doopsgezind.

In dit web van (historische) contradicties speelt mijn leven zich af.

Want gezond verstand zegt dat je niet “Joods” bent als “zoon van Noach”, en geen “Doopsgezinde kunt zijn als je “Joodse” geloofsovertuigingen hebt. Maar dat het kan, wordt bewezen door mijn geloofsleven.

De positie waarin ik mij nu bevind is het resultaat van allerlei ontwikkelingen in mijn leven. Als ik vrij kon kiezen en 40 jaar jonger was zou ik ongetwijfeld tot het Jodendom ook formeel zijn overgegaan. Het is echter verstandiger om het verleden niet ongedaan te willen maken.

Hier sta ik! Met Gods hulp ben ik wie ik ben. Als ik anders had gekund, dan zou ik het wel gedaan hebben.

Met een hartelijke groet uit Anna Paulowna,

Robbert Veen

Dit bericht is geplaatst in Autobiografisch. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *