Johannes de Doper: schakel tussen OT en NT?

Johannes de Doper verbindt het Oude met het Nieuwe Testament, benadrukt bekering en wijst op Jezus als de verwachte Messias.

Een cruciaal aspect in de verhouding tussen Christendom en Jodendom betreft de rol van Johannes de Doper in het Nieuwe Testament. Hij vormt de schakel tussen de oud-testamentische openbaring en de verkondiging van het Nieuwe Testament. De weg van God met Israël wordt samengevat en geconcentreerd in het optreden van Johannes, als voorloper van de Messias. Hij wijst vooruit naar iemand anders, een sterkere, waarna Jezus bij Johannes aansluit en naar hem verwijst.

Zijn leer weerspiegelt thema’s uit het Oude Testament, maar met een versterkte apocalyptische focus op het nabije Koninkrijk van God, dat hij associeert met Jezus.

De prediking van Johannes maakt het optreden van Jezus duidelijk en vat samen hoe in de Nieuw Testamentische tijd wordt teruggekeken naar het Oude Testament. Johannes de Doper zou dan de openbaring aan Israël in het Oude Testament samenvatten en toespitsen. Echter, samenvatten houdt keuzes maken in, waarbij sommige elementen zwaarder worden belicht dan andere.

Bij Johannes vinden we het hele Oude Testament terug, inclusief de wet en de profeten. Gods geboden die het leven omvatten zijn aanwezig, evenals zijn oproep tot bekering, berouw en gehoorzaamheid aan God. Dit loopt door het hele Oude Testament heen en komt sterk naar voren in Deuteronomium 28. Het geloof aan de werkelijkheid van Gods Koninkrijk is er, alsook het besef van een Messiaanse toekomst waarin dit Koninkrijk volledig zichtbaar zal worden.

De prediking van het komende oordeel en het aanbreken van de Messiaanse tijd zijn bij Johannes de Doper verbonden met de persoon van Jezus. Toch vinden we ook een toespitsing, een overbelichting van bepaalde oud-testamentische elementen. Zo gaat het falen van Israël door, ook na de terugkeer uit de ballingschap. Dit is een toespitsing die mogelijk voorbij een grens gaat.

Het geloof aan de nabijheid van Gods Koninkrijk is begrijpelijk, aangezien Johannes de Doper in zijn tijd het Koninkrijk verwachtte. Echter, deze toespitsing en overbelichting van bepaalde elementen kunnen leiden tot een onvolledig beeld van de verhouding tussen Christendom en Jodendom.

Het rijk waar Johannes de Doper over spreekt, wordt door velen nog niet gezien. Voor hem heeft het Koninkrijk vooral de betekenis van het Messiaanse Rijk. Dit geloof in de nabijheid van het Messiaanse Rijk is een verheviging van de gangbare Oud-Testamentische en Joodse verwachting van het Koninkrijk. Een bijzonder aspect, dat typisch Nieuw Testamentisch is, is de nadruk op de uitstorting van de heilige geest, hoewel dit ook in de profetieën van Joël voorkomt.

De benadering van Johannes tot vergeving verschilt van traditionele Joodse leerstellingen, waarbij hij directe goddelijke interventie benadrukt boven de praktijk van teshuva.

Een ander verschil met de Joodse interpretatie van het Oude Testament is hoe Johannes spreekt over vergeving en reiniging. In het Jodendom ligt de nadruk op de theologie van Ezechiël en Deuteronomium 28 tot 30, waarbij teshuva, of berouwvolle terugkeer tot de weg van de Torah, centraal staat. Bij Johannes daarentegen zien we vergeving en reiniging die meer soeverein door God worden uitgevoerd. Dit idee is niet onbekend in het Oude Testament, maar zolang het Koninkrijk er niet is, blijft teshuva het belangrijkste middel voor vergeving.

In Johannes’ prediking gaat het om de vraag hoe Gods trouw zich kan voortzetten ondanks menselijke ontrouw, uitgaande van Israëls falen. De grote vraag is dus hoe Gods trouw kan voortbestaan ondanks Israëls ontrouw. Het is echter onduidelijk of we Johannes’ diagnose – dat het hele Joodse systeem, het judaïsme van de Judeeërs in Jeruzalem, volledig gefaald heeft – moeten en kunnen volgen.

De profetische prediking van Johannes is deels gebaseerd op Oud-Testamentische profetieën, maar krijgt een specifieke toespitsing die problematisch is. Deze toespitsing heeft de kleur en klank van apocalyptische geschriften gekregen. Er komt een Messiaans oordeel, mensen zullen omkomen en slechts een kleine groep zal gered worden.
Er is een groep getrouwen die het zal halen. Degene die na hem komt, komt als rechter. Het verschil tussen Johannes de Doper en apokalyptische secten, zoals de Qumransekte, ligt in de prediking van genade door Johannes. Er is een laatste kans voor het ontrouwe, falende volk, die niet ligt in uiterlijk gedrag of gehoorzaamheid aan geboden. Een innerlijke wending is nodig om dit mogelijk te maken.

Hij introduceert apocalyptische elementen en betwijfelt deze later wanneer de acties van Jezus niet overeenkomen met zijn verwachtingen van een wereldoordeel.

Johannes heeft dit alles op Jezus toegespitst en in hem de vervulling gevonden. Hij voerde apokalyptische elementen in en distantieerde zich van de gangbare verbondstrouw van Israël door middel van het houden van de Torah. Hiermee zette hij een stap buiten het reguliere jodendom. Er kwam twijfel bij Johannes de Doper toen hij in gevangenschap op zijn dood wachtte en Jezus niet het grote wereldoordeel bracht.

Johannes twijfelde juist op grond van de apokalyptische elementen in zijn prediking, dat er een wereldoordeel zou volgen en dat de gangbare wereld ten einde zou komen. Volgens de traditie raakte Johannes in twijfels over Jezus. Was Hij het antwoord van Godswege? Jezus zag zichzelf als vervulling van het Oude Testament, zoals in het Nieuwe Testament gepredikt wordt.

De prediking van de aanbrekende heilstijd is bevrijdend, maar Jezus brengt niet wat Johannes verwachtte. Leerlingen van Jezus brachten aan Johannes de boodschap: kijk naar wat er gebeurt. Er is een gedeeltelijke vervulling van de profetieën; melaatsen worden gereinigd, kreupelen lopen, blinden zien. Dit zijn letterlijke tekenen en genezingen die Jezus brengt, als symbolen van het naderende Messiaanse Rijk. Echter, de rest blijft uit.
Volgens die Messiaanse profetie verwachtte men de bevrijding van Israël uit de knechting onder de volkeren en het herstel van Israël naar zijn eigenlijke missie: het kanaal te zijn waardoor God Zijn openbaring ook aan de volkeren richt. Echter, dit is niet uitgekomen en de Messias Jezus heeft zijn troon niet bereikt.

Bij de doop van Johannes werd Jezus weliswaar gezalfd voor die functie, toen de Heilige Geest rechtstreeks op Hem neerdaalde. Dit was het moment van de zalving van de koning, zoals David die bijvoorbeeld heeft ondergaan. Maar de exclamatie van het volk, zo belangrijk om ook Davids heerschappij te vestigen in Jeruzalem en in Hebron, volgde niet. Integendeel, Jezus kwam als koning binnen in Jeruzalem, maar werd niet als zodanig geaccepteerd.

Het tweede deel van het koningschap van Jezus bleef dus uit. Aan de ene kant hebben we de profetie die niet volledig door Jezus als Messias is vervuld; Johannes de Doper concludeert eruit dat Hij  het toch niet is. Aan de andere kant hebben we de realiteit van de verwerping van Jezus’ aanspraak op het koningschap in Jeruzalem met Palmpasen en uiteindelijk Zijn dood.

Het Nieuwe Testament interpreteert de afwijzing van Jezus als een weg voor het evangelie om alle mensen te bereiken, in tegenstelling tot de Joodse visie op Jezus als een valse Messias.

Voor het Nieuwe Testament leidt dit tot de theologie dat door die verwerping heen nu het evangelie ook aan de volkeren komt – Paulus’ interpretatie in Romeinen 9 tot en met 11. De Joodse interpretatie spreekt echter van een valse Messias. Over dit onderwerp zullen we in een volgende keer verder moeten spreken.

Dit bericht is geplaatst in Israël, Jodendom, Johannes, KOINONIA LIVE!, Messiaans jodendom, Theologie. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *