Een rivier, vier rivieren – over geduldig Bijbellezen en Genesis 2:10-14 (updated)

Een Bijbelgedeelte dat we vaak overslaan, en waarover, voorzover mij bekend, nog niemand heeft gepreekt, komt uit Genesis 2

10 En een rivier was voortgaande uit Eden om dezen hof te bewateren, en werd vandaar verdeeld en werd tot vier hoofden.
11 De naam der eerste rivier is Pison; deze is het die het ganse land van Havíla omloopt, waar het goud is.
12 En het goud van dit land is goed; daar is ook bedólah en de steen sardonyx.
13 En de naam der tweede rivier is Gihon; deze is het die het ganse land Cusch omloopt.
14 En de naam der derde rivier is Hiddékel; deze is gaande naar het oosten van Assur. En de vierde rivier is Frath.

Een rivier gaat uit van het paradijs. Vier rivieren komen daaruit voort. Bij het lezen van het tweede hoofdstuk van Genesis is er geen vers waar we zo makkelijk overheen lezen als de verzen 10 tot en met 14. We begrijpen de namen niet, we begrijpen de redenen van deze mededeling niet, maar we accepteren dat het blijkbaar tot het verhaal behoort.

Hoe lezen we de Bijbelse teksten?


Laat ik eerst iets zeggen over deze praktijk van lezen. Wanneer we beseffen dat we het Woord van God lezen, dat wil zeggen ernaar horen, dan lezen we anders, geduldiger, meer gespitst op wat uiteindelijk de betekenis zal blijken te zijn. Het is een goede gewoonte om hard op te lezen, en zo te horen wat de tekst zegt, en te beseffen dat je niet boven het Woord staat om te beoordelen, maar door de Here wordt toegesproken en dat Hij oproept om dat Woord ook te gehoorzamen. Over een teksten heen lezen zonder goede vragen te stellen is daarom niet juist. Dat geldt voor heel veel teksten in de Bijbel. We slaan de geslachtsregisters over, we slaan de lijsten over met de namen van degenen die aan de tempel gewerkt hebben. We willen een voortgaande, ononderbroken en prettige leeservaring. Maar de tekst van de Bijbel wil niet op deze moderne manier gelezen worden, maar woord voor woord geproefd worden. We moeten vragen: wat wordt er gezegd? Wat wordt ermee bedoeld? Waarom wordt het gezegd? Wat zegt het  mij in deze tijd? Maar dergelijke vragen kosten tijd en aandacht.

De rivier van Eden als de bron van de rivieren van de wereld


Een rivier stroomt door het paradijs tot aan de grens. De eerste taak van die rivier is om de Hof te bewateren. Aan de rand van de Hof van Eden ontspringen daaruit vier verschillende rivieren. Voor de mensen die in de Hof leefden, hadden deze vier rivieren dus geen betekenis. Met de vermelding van het viertal wordt dus vooruitgelopen op de toekomstige staat van de wereld. De hoorders (en wij als lezers)  van deze teksten worden geacht de geografische aanduidingen wel degelijk te begrijpen. Het land van Havila, en Cusch, Assur en de rivier Frath (Eufraat), moeten aan de eerste lezers al bekend zijn geweest.

Vanuit een historische benadering moet dit wel de conclusie zijn.

Daaruit kunnen we al twee dingen opmaken. In de eerste plaats dat de bekende rivieren, en hun functie voor bepaalde landstreken, het uitgangspunt zijn. De bedoeling van de tekst is om mee te delen, dat deze vier rivieren – vier, zoals in de vier windstreken, dat wil zeggen de gehele aarde – uiteindelijk hun bron vinden in de Hof van Eden. Het suggereert daarnaast dat op een of andere wijze de rivier die voortkwam uit Eden nog steeds aanwezig is. Die rivier krijgt hier geen naam, maar komt ze voort uit de “bron van het water des levens”? Is het de “zuivere rivier […] van het water des levens”? (Op. 21:6; 22:1)

In de tweede plaats kunnen we hieruit opmaken, dat het van meet af aan de bedoeling was om het water en daarmee de vruchtbaarheid van de grond vanuit de Hof van Eden over de hele wereld te verspreiden. Uit Eden worden landen bewoonbaar, zodat de rijkdom van die landen – het goud en de edelstenen – gedolven kunnen worden. Goud en edelstenen? Twee zaken die in de Hof geen enkele betekenis hebben! Alleen in de wereld na de zondeval krijgen goud, geld en edelstenen een betekenis en waarde.

Maar waarom staat er dan in vers 12: “en het goud van dit land is goed“? Het lijkt mij dat dat geen aanduiding kan zijn van de kwaliteit van het goud. Zou het een aanduiding kunnen zijn van de “goede functie van goud”? De standaard voor het geld, grondslag van een vreedzame handel tussen volkeren? Ook de edelstenen kunnen bedoeld zijn als ruilmiddel zodat hier al wordt gepreludeerd op de goede economie.

De namen van de rivieren en hun strekking


Laten we eens kijken naar de namen van deze rivieren. In de eerste plaats Pison. Rasjie – de middeleeuwse Bijbelcommentator – legt uit dat het woord “toename” betekent. Dan kan het een verwijzing zijn naar de rivier de Nijl, die door de toename van het water de omringende landen overstroomt en vruchtbaar maakt.

Gihon betekent volgens dezelfde Rasjie “brullen.” Dit zegt iets over de woestheid van het water. De derde rivier heet Hiddékel. De Talmoed legt uit dat de naam van deze rivier uit twee delen bestaat: Chad (of had), wat scherp betekent (van smaak), en Qal, wat licht betekent. Dat zou inhouden dat deze rivier zuiver is en weinig zand of stof bevat. (Vergelijk Bavli Berachot 59b.)

De vierde rivier is de (Eu-)Fraat, waarvan de naam zoiets betekent als vruchtbaarheid. Volgens Rasjie is het een rivier met gezonde wateren.

Op deze wijze hebben we de vier rivieren nader gekarakteriseerd. De methode is die van de etymologie. We analyseren de naam om te kijken welk karakter ermee wordt aangeduid. Maar er is meer aan de hand. De verzen die de rivieren beschrijven bevat een aantal moeilijkheden.


Een mogelijke plaats van de vier rivieren:

Een andere oplossing waarin alleen niet erg duidelijk wordt dat de vier rivieren uit de Hof van Eden uitstromen.


Problemen met de tekst: aanleiding voor een verdieping


Ten eerste. De rivier Pishon was al bekend als de rivier van Egypte. Dat zou je mogen verwachten dat er gezegd zou worden, “dit is de rivier van Egypte.” In de bijbel wordt dat vaker gedaan. Bijvoorbeeld in Genesis 14:4, waar we lezen.

Deze allen voegden zich tezamen in het dal Siddim, dat is de Zoutzee.

Met de uitdrukking “dat is” wordt voor de huidige lezer uitgelegd wat een oudere naam betekent. Die huidige lezer kent de zaak al, maar niet onder de gebruikte naam. Die gebruikte naam is ook misschien niet een naam, maar alleen een aanduiding van het kenmerkende van die rivier. Maar in dat geval had de Thora toch moeten zeggen: “dit is de rivier van Egypte.”

Ten tweede. De beschrijving van Gihon als de rivier die rondom het hele land van Kush loopt, en de beschrijving van Hiddékel, als de rivier die naar het oosten van Assur loopt, is vreemd, omdat die beide landen in de tijd van Mozes niet bekend zijn geweest.

Ten derde. Een algemene moeilijkheid heb ik al genoemd. Waarom worden deze namen van de rivieren gegeven? Op dit moment in het boek Genesis zijn er geen mensen voor wie de kenmerken van deze rivieren van belang konden zijn. Nu lezen we wel heel precies: de naam van de eerste, Pishon, dat is (de rivier) die het hele land et cetera. Die uitdrukking “dat is” functioneert hier dus niet zoals gebruikelijk, om een oudere naam met de bekende naam van de tijd van de lezer te verbinden.

De uitdrukking “dat is”(Hebreeuws hoe)


De uitdrukking “dat is” wordt hier gebruikt om het bijzondere karakter van de oorspronkelijke rivier, de rivier die uit de Hof van Eden uitgaat, te benadrukken. Het gaat dus niet om de plaats zozeer van de rivieren, maar om hun voortreffelijke karakter. (De vierde rivier, de Frath, ligt zo dicht bij Israël, het is zo belangrijk in de geschiedenis van Israel en Abraham, dat er geen nadere karakteristiek van gegeven hoefde te worden – aldus Rasjie.)

De Hof van Eden was geen in zichzelf opgesloten realiteit. Het is alsof God in Zijn Schepping van de Hof al rekening hield met de geschiedenis die nog komen zou. De geschiedenis waarin niet alleen letterlijk het water van de rivieren noodzakelijk was voor de bewoning van vele landen, maar waarin ook figuurlijk, dat wil zeggen geestelijk, kracht en wijsheid uitging uit de Hof.

De geestelijke betekenis van de vier rivieren


Het water dat uit de Hof zou vloeien als Pishon is dan wellicht te verstaan als de kracht van de Thora om zich over de hele wereld te verspreiden. Die Thora brult in de oren van de mensen, zoals de rivier Gihon. Die Thora is scherp omdat het onze daden veroordeelt (Hid) en ook licht, omdat het juk van de wet niet te zwaar is om te dragen (Kal). En tenslotte, zo geeft de Thora vruchtbaarheid aan de wereld om te groeien in geloof en goede werken – Frath.

Opnieuw lezen


Wie nu opnieuw de tweede hoofdstuk van Genesis leest, kan daaruit dus een dubbele les trekken. Ik probeer die samenvattend te formuleren:

(1) Alles wat God in deze wereld wilde geven, komt in beginsel uit de Hof van Eden voort. De oorspronkelijke schepping werkt ook in de huidige wereld nog door. De vier kenmerken van de rivieren hebben dan in de eerste plaats betrekking op de voorwaarden waaronder een menselijke samenleving mogelijk is. Het geven van vruchtbaarheid, door het wilde water dat overstroomt en weer wegzakt, handelroutes mogelijk maakt en de bewoning van landen waar goud en edelstenen gevonden kunnen worden.

(2) Wanneer we deze verzen figuurlijk verstaan, gaan  we spreken over de invloed van de Thora. De Thora die met water wordt vergeleken, vruchtbaar maakt, niet te zwaar is om te doen, die scherp is in het oordeel en tegen ons geweten aanbrult, maar die ook, wanneer de Thora niet gedaan wordt, ons laat wegstromen in de ballingschap van Assur.

De moeilijkheden, de vervelende verzen in de Bijbel, komen in de nauwkeurige interpretatie en toepassing juist een belangrijke boodschap aan ons meedelen. Het vergt geduld, kennis van de commentaren, en een open houding van iemand die de Thora leest als wat het is, dat is het Woord van God, om die boodschap te kunnen horen. 

UPDATE:


  • De naam Gihon werd ook gebruikt voor de onderaardse bron in Jeruzalem.
  • Hiddékel zou weleens de Tigris kunnen zijn, die parallel loopt aan de Eufraat in de richting van Assur.
  • Cush zou weleens een verwijzing kunnen zijn naar Afrika.
  • Pishon en het land van Havila zou weleens een verwijzing kunnen zijn naar Saoedie-Arabië.
  • Wanneer de plaats waar Eufraat en Tigris samen ontspringen als de plaats van de Hof van Eden kan worden gezien, dan is het lastig te bedenken dat in de tekst van Genesis de wateren voortvloeien vanuit de Hof en niet naar de Hof toe, zoals nu het geval is. (Het rivierwater stroomt in de zee en niet andersom.)
  • Zie ook: https://www.christianstudylibrary.org/
Dit bericht is geplaatst in bijbelbespreking, Bijbels Hebreeuws met de tags , , , . Bookmark de permalink.

2 reacties op Een rivier, vier rivieren – over geduldig Bijbellezen en Genesis 2:10-14 (updated)

  1. Jan Luiten schreef:

    Dag Robbert,

    Dank voor je ‘aardrijkskundige update’ en de link naar het interessante artikel van Gootjes.

    Hierbij nog een toelichting op mijn eerdere reactie.

    Ik ga wat betreft de staat van de schepping al heel lang uit van twee discontinuïteiten in de geschiedenis. Ten eerste: er is iets wezenlijks veranderd bij het uitspreken (jawel, weer spreken!) van de vloek na de zonde van Adam en Eva (Gen. 3:7, 14-24). Ten tweede: het gelaat van de aarde is drastisch veranderd na de zondvloed ten tijde van Noach.
    Wat het eerste betreft: als we nu naar hemel en aarde kijken, zie je dat deze niet perfect zijn, niet ‘paradijselijk’. Ondanks dat de natuur mooi kan zijn, heeft deze altijd een gitzwarte schaduwkant. Dieren eten andere dieren, het klimaat is vaak ongunstig, planten kunnen giftig zijn, de hemellichamen tonen alom sporen van verwoesting en we leven op een heel dun schilletje grond met onder ons een laaiend vuur en boven ons een oneindig en onbewoonbaar heelal. Voorts is er ziekte en dood. En dan heb ik het nog niet over onze eigen geestelijke natuur. Nou niet bepaald een toestand waarvan God zei ‘dat het goed was’.
    Ik ben daarom heel blij dat de Schrift hier een verklaring voor geeft. Alle dieren waren bijvoorbeeld oorspronkelijk planteneters, de mens vruchteneter (Gen. 1). De paradijsslang heeft plots geen poten meer, er is moeite met zwangerschappen, de aardbodem is vervloekt, er komen doornen en distelen en de hof is ontoegankelijk geworden. (Gen. 3). Voorts zijn er verschillende profetieën zoals Jes. 11: de wolf zal bij het schaap verkeren, de leeuw zal stro eten als het rund, een terugkeer naar de paradijstoestand. Paulus zegt dat de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is (Rom. 8).
    Dat je Genesis 1-3 niet volledig letterlijk kan nemen, is me al geruime tijd duidelijk. Ik heb veel gehad aan het boek ‘Hoe lezen we Genesis 2 en 3’ van B.J. Oosterhoff. Hij bepleit dat wat wordt gezegd in de eerste drie hoofstukken van Genesis feiten zijn, maar verteld wordt op een beeldende wijze.
    Dat we bij het lezen over de vier rivieren geen aardrijkskunde hebben, is duidelijk, alleen heb ik er moeite mee dat natuurwetten opeens niet meer gelden. Rivieren splitsen zich niet.

    Wat de tweede discontinuïteit betreft (de gevolgen van de zondvloed): de evolutietheorie is voor mij altijd een onzinnige verklaring voor ons bestaan geweest. De schepping is zeker geen miljoenen jaren oud. Het bestaan van aardlagen overal ter wereld laat zich net zo goed verklaren vanuit een wereldwijde catastrofe. Dit is wat we zien: de hele aardbodem lijkt wel overhoop gehaald.
    Ook hier lijkt het er op dat er volgens de Schrift plotseling wat veranderd is. Voortaan zullen zomer en winter niet ophouden zolang de aarde bestaat (Gen. 8:22). Dat suggereert dat het voor de vloed anders was. De mens mag nu ook dieren eten. (Enigzins in tegenstrijd met Gen. 1 is mogelijk ook het patroon van dag en nacht veranderd).

    Hoe nu te verklaren dat de namen van de rivieren en de landstreken, die toch duidelijk uit de periode van na de zondvloed lijken te stammen, terecht zijn gekomen in het scheppingsverhaal van Genesis 2? Dan heeft de bijbelschrijver deze namen ‘binnengesmokkeld’ in het scheppingsverhaal. Maar kan dat zomaar? Die als zodanig benoemde rivieren en landstreken waren er nog helemaal niet. Hoe betrouwbaar wordt zo de Schrift? De schrift is toch ‘Godgeblazen’? Ik ben er nog niet uit. Ik zou eigenlijk best graag meer willen weten over het ontstaan van de tekst van de Tenach.

  2. Jan Luiten schreef:

    Interessante uitleg. Zelf heb ik deze verzen regelmatig gelezen. Ik stuit daarbij steeds op de volgende problemen. (1) Ik ga er vanuit dat de staat van de aarde voor en de zondvloed totaal gewijzigd is. Dat er voor ons, na de zondvloed levende mensen, bekende namen van rivieren genoemd worden is natuurlijk vreemd in dat geval. (2) De rivier ontspringt in Eden en bewatert de hof. Dan staat er dat de rivier zich ‘daar’ vertakt. Maar waar is ‘daar’: in Eden, maar buiten de hof, of toch er in? (3) Het is uitermate vreemd dat een rivier zich splitst in vier grote andere rivieren. Het is namelijk altijd zo (uitgezonderd bij uitmondingen bij zee of meren) dat er juist (kleine) riviertjes samenkomen en een grotere rivier vormen.
    Dan is er het feit dat de hof van Eden niet op aarde gevonden kan worden. Is deze dan na de zondvloed verdwenen of hebben we sowieso te doen met een zinnebeeldige tekst?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *