Bij alle discussies tussen joden, christenen, Messiaanse Joden, protestants of katholiek, bij alle geschillen over de theorieën over Gods en het menselijk bestaan, zou er een gemeenschappelijke ruimte kunnen zijn. Die gemeenschappelijke ruimte noem ik “huis van de Torah”, en ik denk dat die verloren is gegaan. Vandaar de titel van dit kanaal: “herstel van het huis van de Torah.”
De Torah is aan alle volkeren aangeboden. Ze maakt geen verschil tussen morele en ceremoniële voorschriften. Ze wil bestudeerd maar vooral gedaan worden. In het doen van de geboden en het bewaren van de verboden ligt uiteindelijk de oecumene tussen joden en christenen.
Beste heer Veen,
Allereerst dank voor deze heldere uiteenzetting. Ik herken veel van de weg die u gaat en uw “worsteling” met de vraag over de verhouding van Jodendom en Christendom (en de plaats van de Torah in de laatste van die twee).
Mijn vraag is waar (in welk boek) ik kan lezen hoe (mijn illustere naamgenoot) Willem Zuidema van 7 noachitische tot 97 ge- en verboden kwam voor niet-joden (en van 613 tot 129 voor joden)?
“En God sprak tot Noach en zijn zonen, een joodse code voor niet-joden?”, Baarn, 1991. Zuidema spreekt van 97 voorschriften.