Christen of Jood? Stof tot nadenken

Het gebeurt regelmatig. Christenen die interesse krijgen in het Jodendom, vervolgens zichzelf solidair verklaren met het Messiaanse Jodendom maar tenslotte zo gefascineerd raken door het joodse leven dat ze de poging doen om volledig Joods te worden. Hoe moeten we daar nu over oordelen? Moeten we daar eigenlijk wel over oordelen? Dat laatste is misschien nog een belangrijker vraag. Maar laten we in ieder geval begrijpen hoe deze fascinatie ontstaan kan. Het Jodendom is  een sterke, goed onderbouwde godsdienst, die een buitengewone intense en betekenisvolle praktijk met zich meebrengt. Heel anders dan een oppervlakkig leven als zondagschristenen. Joods leven, in al zijn aspecten, kan niet anders dan een enorm respect en eerbied afdwingen voor iedereen die zich er echt in verdiept.

Mijn huidige leraar – met wie ik al ruim een jaar Talmoed en Torah studeer – vertelde mij vandaag iets bijzonders. Hij weet van mijn dilemma. Hij weet van mijn fascinatie met het Jodendom, mijn jarenlange ijver om de joodse bronnen te leren verstaan, van mijn niet erkende maar in hoge mate waarschijnlijke joodse herkomst. En daarom legde hij mij vandaag een uitspraak voor van een orthodoxe, Italiaanse rabbijn uit de 19e eeuw.

Het gaat om Elijah Benamozegh (geboren 1823 – overleden 6 februari 1900). Hij is zeker te beschouwen als een uitzonderlijke figuur in de wereld van de joodse orthodoxie. In zijn werk had hij er geen probleem mee om niet-joodse religieuze bronnen te gebruiken. Ook het Nieuwe Testament maar zelfs de oude heidense mythologie kreeg in zijn werken een plaats. De evangeliën bijvoorbeeld zag hij als een “zeer waardevolle joodse Midrasj.” Dat wil zeggen dat hij het Nieuwe Testament leerde zien als een verhalende uitleg van de Torah te vergelijken met de verhalende teksten uit de Midrasj-traditie van het Jodendom. Jezus was volgens hem een wijze rabbijn, een Tzadik, een rechtvaardige. Het christendom werd pas problematisch door de religieuze vernieuwingen van Paulus waardoor het christendom een aparte godsdienst kon worden. Hij zag Paulus als de oorzaak van het (onnodige) schisma tussen het vroege christendom en het Jodendom.


Anders dan andere orthodoxe rabbijnen leerde hij niet dat het christendom als een vorm van afgoderij kon worden gezien. De leer van de drie-eenheid evenals de incarnatie zag hij eerder als een corrupte versie van de joodse mystieke leer. De drie-eenheid was foutief, maar het was geen werkelijk grote afwijking van het monotheïsme. De mystieke leer in het Jodendom, de Kabbala, zag alle heidense goden als gedeeltelijke manifestaties van God. De christelijke opvatting van Jezus als de vleesgeworden godheid, werd door hem niet als een vorm van afgoderij gezien, maar als een vergissing van een hele andere aard. Jezus was niet de enige incarnatie of manifestatie van God. Het probleem van de verering van Jezus was niet de afgoderij, maar het triomfantalisme, dat wil zeggen de exclusieve aanspraak van Jezus op de incarnatie. In de mystieke opvattingen van Benamozegh kon de hele wereld gezien worden als een incarnatie van Gods Presentie in de wereld.

De sterke universalistische tendens in zijn werk leidde er zelfs toe, dat een filosofisch atheïsme zoals dat van Ludwig Feuerbach een positieve waardering kon krijgen. Feuerbach meende dat God alleen een product is van de menselijke geest. Benamozegh gaf hem gelijk. Wat de mensen ‘God’ noemen is inderdaad maar een beperkte, al te menselijke perceptie van de oneindige God. Meer een projectie van beneden dan een openbaring van boven af. Dit atheïsme staat niet volledig buiten de waarheid. Zowel het christendom, als alle andere godsdiensten, als zelfs ook het atheïsme drukken een zekere mate van waarheid uit. Het is eigenlijk alleen de joodse mystiek die er in slaagt om al deze vormen van religieus kennen met elkaar in verband te brengen. De authentieke, dat wil zeggen mystieke kern van de joodse traditie zou in staat zijn om alle wereldreligies te verenigen in één enkel kosmopolitisch netwerk. “Hebraïsme” noemde Benamozegh dat. Daartoe is Israël uitverkoren. Het is dat volk dat de mensheid moet dienen als een priesterlijk volk. Zij moet de gemeenschappelijke grond laten zien die de grenzen van alle religieuze tradities overstijgt. Inclusief dus de traditie van het Jodendom – hoe voorbeeldig juist deze traditie ook is.

Het wordt dan begrijpelijk dat mijn leraar juist aan deze rabbijn een belangrijk citaat ontleende. Iemand had ooit aan Benamozegh gevraagd of hij niet beter het christendom kon verlaten om Joods te worden. Zijn antwoord was: Nee! Het is beter voor een christen om christen te blijven met een houding van eerbied voor en diepe kennis van de joodse traditie, en vooral de mystieke traditie. De christelijke theologie kon daardoor correcties aanbrengen in haar eigen overdrijving van de drie-eenheid en de incarnatie. Ze kon daardoor het “wetsvrije” evangelie corrigeren dat voor een enorme verzwakking van de Christelijke ethiek had gezorgd. Zo kon het christendom geheeld worden door de ontmoeting met het Jodendom.

Datzelfde woord hoorde ik vele jaren geleden toen mijn toenmalige vrouw en ik na zeven jaar de poging opgaven om in Nederland tot het Jodendom over te gaan en ik aankondigde dat ik me had aangemeld bij het Doopsgezind Seminarium om predikant te worden. “Dit kan heel goed mi-sjammajim (“uit de hemel” dus door God zo bedoeld) zijn,” hield hij mij toen voor. Blijkbaar was het beter een predikant te zijn met  liefde voor en begrip van het Jodendom, dan een proseliet – met alle zwakte en onzekerheid die daarin lag.


Mijn leraar kent mijn dilemma. Christen zijn in onderscheid tot het Jodendom, of proberen als Messiaanse Jood te leven, of zelfs over te gaan tot het Jodendom? Het is de in mijn leven steeds terugkerende vraag naar mijn eigenlijke religieuze identiteit, achter de “persona” die ik als predikant, als theoloog, in mijn persoonlijk leven of als leraar aanneem. Wat ben ik nu ten diepste? En is mijn uiterlijke leven voldoende in overeenstemming met deze innerlijke realiteit?

Leven als een christen vanuit het diepe respect voor het Jodendom en kennis van het Jodendom, met een herinterpretatie van de christelijke theologie gevoed door de inzichten van de joodse mystiek. Volgens mijn leraar toen en mijn leraar nu, en volgens rabbi Benamozegh zou dat precies de identiteit kunnen zijn waartoe ik ben geroepen.

Stof tot nadenken.

Dit bericht is geplaatst in Autobiografisch, Israël, Jodendom. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *