Zoon van David naar het vlees

Rom. 1:3 περι τοῦ υἱοῦ αὐτοῦ, τοῦ γενομένου ἐκ σπέρματος Δαυῒδ κατα σάρκα,

Rom. 1:3 over Zijn zoon, die voortkwam uit de nakomelingen van David naar het vlees

Voor de meeste Christenen is de herkomst van Jezus uit het geslacht van David alleen maar een onderdeel van de feitjes waarover we beschikken. Geboren in Bethlehem, gekruisigd in Jeruzalem, Messias, zoon van David – we zingen erover met Kerst, maar het behoort tot de feiten omtrent het aardse leven van Jezus die voor ons niet direct van betekenis zijn. Toch is dit het onderwerp van het evangelie van God, van de blijde boodschap. Er is een Jezus die voortkomt uit het geslacht van David, die dus in de eerste plaats een Jood is, en in de tweede plaats tot de nakomelingen van David behoort en dus rechtmatig zijn troonopvolger is. De term ‘zoon’ zal dan ook in verband hiermee moeten worden gelezen in de zin van ‘koning’, die vanuit het OT ook als ‘zoon van God’ werden aangeduid. Denk maar aan Psalm 2:7 waar de Zoon wordt verwekt, d.w.z. aangesteld:

Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U verwekt.

Drie zaken vallen op:

  • Het evangelie gaat over Gods zoon, het is letterlijk een bericht over Jezus’ koningschap. Al het andere wordt daarin inbegrepen: sterven, lijden, opstanding, hemelvaart, het is allemaal bericht over hoe deze Jezus Gods heerschappij zal uitoefenen.
  • De davidische afstamming en dus de solidariteit met Israël is essentieel in dit evangelie. Het is niet zomaar een koning die uit de hemel is komen vallen.
  • Er is over deze zoon nog meer te vertellen dan alleen wat ‘naar het vlees’ gezegd moet worden. D.w.z. het is een ander koningschap en een andere heerschappij dan van andere koningen. Hier is meer dan David.

Uiteindelijk is dat ook de inhoud van het evangelie, dat nu een zoon van David is gekomen, die tegelijkertijd méér is dan David. Zo zegt Markus het dan ook in 12:35 – 37:

Jezus vroeg de mensen bij zijn onderricht in de tempel: ‘Hoe kunnen de Schriftgeleerden beweren dat de Messias een zoon van David is?  Zelf heeft David, geïnspireerd door de heilige Geest, gezegd: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” David noemt hem Heer, hoe kan hij dan zijn zoon zijn?’

Paulus benadrukt om die reden dat deze afstamming ‘naar het vlees’ was. D.w.z. het is in de concrete geschiedenis een continuïteit, een voortzetting van het verhaal van David. Jezus’ geboorte valt onder de ‘geslachten’ of toledoot van David waarin het karakter van David ontvouwd wordt.  Dat zou kunnen betekenen dat Jezus’ gewoon een koning is naar het aardse model van David en zijn nageslacht. Daaraan is echter door de ballingschap een einde gekomen. Het aardse koningschap van het Huis van David kwam tot een eind.

Daarom moet nu in het volgende vers worden benadrukt dat er een andere en unieke kant zit aan de komst van Jezus.

Dit bericht is geplaatst in Algemeen, Exegese met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *