Paulus onder de Nanoscoop

Voor mijn dissertatie las ik – met enige kritische reserve – de commentaren van James D. G. Dunn op Romeinen en Galaten, en de boeken van de onlangs overleden E.P Sanders over Jezus, Paulus en de Torah. De laatste twee zijn duidelijke vertegenwoordigers van de zogenaamde nieuwe Paulus beweging.

Wat wilde die “nieuwe Paulus”-beweging?

De theologen van deze beweging wilden vooral laten zien dat het Reformatorische schema, waarin Paulus een anti-joodse theologie had ontwikkeld, waarin gewetensnood vanwege het niet volbrengen van de wet, de totale “depravity” van de mens die door soevereine uitverkiezing moest worden verlost, en het terzijde schuiven van Israël een totaal – dus inderdaad TOTAAL – verkeerde weergave van Paulus’  brieven was. Paulus richtte zich vooral op het idee, dat met de komst van Jezus de eindtijd was aangebroken waarin niet-joden deel zouden gaan uitmaken van de beloofde verlossing – zonder de specifieke werken van de Wet die Israël tot een afgezonderde natie maakten, en dat om die reden het gesloten ethno-centrische jodendom van zijn tijd moest worden afgewezen. Aldus de Nieuwe Paulus-beweging.

In mijn dissertatie nam ik veel over, maar sputterde ik ook tegen. Dat kwam zowel door mijn opvoeding in de kring van de Vergadering van Gelovigen als door het lezen van een geniaal Australisch werk over Paulus van Colin G. Kruze. Ik was niet volledig overtuigd. Vooral werd ik toen gehinderd door het idee dat een dergelijke herwaardering van het joodse element in Paulus’ denken voor mij als Christelijk theoloog en predikant een existentiële identiteitscrisis zou opleveren. Die crisis wist ik uit te stellen tot aan het begin van mijn emeritaat. Tot nu toe dus.

Maar nu is het te laat. Er is zelfs een nieuwe stem bijgekomen, voor wie de Nieuwe Paulus-beweging niet ver genoeg gaat. NIET VER GENOEG GAAT!

Ik kreeg vandaag de bestelde exemplaren van Mark D. Nanos binnen. Hieronder in DeepL-vertaling een recensie van deel 1 van de Verzamelde Essays van Nanos: Reading Paul within Judaism. Kun je zien waarom het mij fascineert?


Recensie:

Volgens hun “nieuwe perspectief” verwierp Paulus het jodendom niet vanwege zijn werken-rechtvaardigheid, maar veeleer vanwege zijn etnocentrisme. De Joden hadden de reikwijdte van de verlossing beperkt tot de etnisch-Joodse en Paulus stelt daar het evangelie van verlossing door genade door geloof tegenover, los van “werken der wet”. Zij merken op dat in Romeinen en Galaten “werken der wet” duidt op daden gedaan in naleving van de geboden van de Mozaïsche wet die wijzen op een identiteit als Jood. Wanneer Paulus beweert dat iemand niet gerechtvaardigd wordt door “werken der wet” (Rom. 3:28; Gal. 2:16), stelt hij dus dat iemands etnische identiteit noch hier, noch daar is met betrekking tot het gerechtvaardigd zijn voor God.

Het huidige boek (Reading Paul within Judaism – RAV) vertegenwoordigt een nog nieuwer perspectief, dat stelt dat het “nieuwe perspectief” niet ver genoeg gaat, omdat zowel het “nieuwe” als het “traditionele” perspectief Paulus ten onrechte beschouwt als iemand die zich op de een of andere manier verzet tegen het jodendom, er afstand van doet of het verlaat. Wat de auteurs van het boek verenigt, is de overtuiging dat “Paulus moet worden geïnterpreteerd binnen het jodendom” (p. 1). Wat de “nieuwe” en “traditionele” perspectieven verkeerd zien, is dat zij beiden Paulus beschouwen als de stichter van een nieuwe beweging die “christendom” heet. Zelfs als die term niet wordt gebruikt, spreken uitleggers vaak over Paulus die een “nieuwe religieuze beweging” stichtte die “is gebouwd op de overtuiging dat er iets fundamenteel, wezenlijk ‘mis’ is met en binnen het Jodendom” (p. 5).

Volgens dit “radicale” of “Paulus binnen het jodendom”-perspectief (sommige marketingmensen moeten toch iets leukers verzinnen) “vonden de geschriften en de gemeenschapsvorming van de apostel Paulus plaats binnen het late jodendom van de tweede tempel, waarbinnen hij een vertegenwoordiger bleef na zijn verandering van overtuiging over Jezus als de Messias (Christus).” Daarom “ontwikkelden de ‘vergaderingen’ die hij oprichtte en waaraan hij schreef” zijn brieven “ook hun (sub)cultuur op basis van hun overtuigingen over de betekenis van Jezus voor niet-joden en voor joden binnen het jodendom” (p. 9). Veronderstellen dat Paulus het jodendom verliet om een nieuwe religieuze beweging te stichten – het christendom – is slechte geschiedenis schrijven. Onze medewerkers “zijn toegewijd om prechristelijke, en zeker pre-Augustijnse/Protestantse vragen over Paulus’ zorgen en die van zijn publiek en tijdgenoten, vriend of vijand, voor te stellen en te proberen te beantwoorden” (p. 9). Het resultaat is een Paulus die niet afwijkt van het jodendom of het afwijst, maar er een hervormingsbeweging in creëert.

Degenen die deze invalshoek onderschrijven, beweren dat de nieuwtestamentische wetenschap grotendeels wordt gedomineerd door christelijke dogmatische overwegingen en onvoldoende historisch is bij haar werkzaamheden, gevormd als zij is door de breuk tussen jodendom en christendom. “De binaire ideeën dat het christendom het jodendom heeft verdrongen en dat christelijke genade het joodse legalisme heeft vervangen, blijken bijvoorbeeld essentiële aspecten van de meeste christelijke theologieën te zijn” (p. 34). De poging hier is om terug te keren naar een opvatting van Paulus voordat het “christendom” zich ontwikkelde. Tijdens de eerste christelijke generatie, vóór de zending van Paulus, was de “normale religieuze identiteit binnen deze beweging een Joodse identiteit” (p. 50). Hoewel de verwachting bestond dat heidenen in de beweging zouden worden opgenomen, was er onenigheid over hoe dat zou gebeuren. “Aangezien alle Joden binnen de beweging als Joden bleven leven, terwijl zij Jezus als de Messias erkenden, gingen de conflicten die in de brieven van Paulus naar voren komen niet over het naleven van de Joodse Torah voor Joden” (blz. 50). Zij gingen over de vraag hoe de naties in het geloof van Israël konden worden opgenomen.

Essentieel voor dit perspectief is het idee dat de brieven van Paulus gericht zijn aan niet-joodse volgelingen van Jezus, inclusief – en vooral – zijn brieven aan de Romeinse en Galatische gelovigen. Zijn uitspraken die de besnijdenis en het leven onder de Mozaïsche wet verbieden, worden daarom verkeerd begrepen wanneer ze worden “veralgemeend” om ook te verwijzen naar Joden die zijn gekomen (of zullen komen) om in Jezus te geloven. Paulus zegt weinig of niets over Joodse gelovigen met betrekking tot de Mozaïsche Wet, omdat hij ervan uitging dat zij als volgelingen van Jezus de wet trouw zouden blijven naleven. Aangezien Paulus zelf een Jodendom bleef – en zelfs dit begrip moet worden verduidelijkt, zoals Karin Hedner Zetterholm tracht te doen – moeten we hem niet zien als een voorstander van iets dat “christendom” heet. We kunnen beter spreken van “apostolisch jodendom” (p. 67), aangezien Paulus nadacht over “de betekenis van Jezus voor zowel niet-joden als joden binnen het jodendom” (p. 9).

 

Dit bericht is geplaatst in Algemeen, Jodendom, polemiek. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *