Gen. 18:17 De HEERE zei: Zal Ik voor Abraham verbergen wat Ik ga doen? […] 20 Verder zei de HEERE: De roep van Sodom en Gomorra is groot en hun zonde heel zwaar. […] 22. Toen keerden die mannen vandaar om en gingen naar Sodom, maar Abraham bleef nog staan voor het aangezicht van de HEERE.
Abraham wordt door God uitgenodigd om te pleiten voor de inwoners van Sodom, ondanks hun zonden. De tekst benadrukt het belang van gastvrijheid en de ernstige gevolgen van het ontbreken ervan, zoals geïllustreerd door de zonden van Sodom. Abrahams benadering van God wordt gezien als een ethische handeling, waarbij hij pleit voor de onwaardige zielen van Sodom op basis van rechtvaardigheid en mededogen.
De kern van de discussie is de vraag of God rechtvaardig zal handelen en de rechtvaardigen zal sparen, zelfs als ze zich tussen de goddelozen bevinden. Abrahams pleidooi is gebaseerd op het idee dat rechtvaardigheid niet alleen een kwestie van macht is, maar ook van ethiek en verantwoordelijkheid. Hij stelt dat rechtvaardigheid een drievoudige relatie vereist: tussen de persoon, de naaste en de ander. Dit idee van rechtvaardigheid overstijgt fysieke aanwezigheid en omvat juist ook de afwezige anderen, waardoor het een ethische dimensie krijgt die verder gaat dan ruimtelijke nabijheid.
Het vermogen om de aanspraken van alle mensen te overwegen, ongeacht hun aanwezigheid of waardigheid, essentieel is voor ethisch leven. Abrahams dialoog met God is een vorm van moreel redeneren, waarbij zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten van het bestaan worden overwogen. Het aftrekken van het aantal rechtvaardigen in Sodom toont aan dat getallen een belichaamde betekenis kunnen hebben, die verder gaat dan louter rekenkundige waarde.
De ongastvrijheid van Sodom is uiteraard te veroordelen, omdat het betekent dat de belangrijkste voorwaarde van de morele orde ontbreekt. Dat wordt zichtbaar in het contrast met de gastvrijheid van Abraham en Sarah, die als voorbeelden van ethisch gedrag worden gepresenteerd. Het contrast tussen de twee benaderingen benadrukt het belang van het erkennen van de menselijkheid van anderen en het handelen namens afwezige anderen om een rechtvaardige en ethische samenleving te bevorderen.
Abrahams historische dialoog met God kan worden gezien als een fundamenteel element van de relatie tussen God en de mens, waarbij Abraham een nieuwe dimensie van originaliteit, oorsprong en verantwoordelijkheid introduceert. De tekst roept vragen op over de spanning tussen ethiek en religie – het verschil tussen het pleidooi voor Sodom en het ontbreken daarvan bij Izak – en de rol van rechtvaardigheid in de goddelijke en menselijke ervaring.
Zie ook: Abrahams gastvrijheid in Genesis 18
Genesis 18 vs. 18a: ‘Abraham immers zal voorzeker tot een groot en machtig volk worden en met hem zullen alle volken der aarde gezegend worden’. Het woordje ‘ímmers’ geeft de verantwoording waarom de HERE voor Abraham niet zou verbergen, wat Hij wil gaan doen. Maar wat houdt dat nou in? Dat de door de HERE geplande verwoesting niet door mag gaan vanwege de zegening in Abraham van alle volken (vs 17a)? Of toch, zoals al gezegd, dat Abraham rechtvaardigheid moet betonen aan Sodom? Maar, in het laatste geval, die rechtvaardigheid moet Abraham toch juist leren aan zijn nageslacht niet aan alle volken?
Opvallend trouwens dat de HERE in de betreffende pericoop niet tegen Abraham zegt dat hij Sodom wil verwoesten. Blijkens vers 22 gaat Abraham daar al meteen van uit.
Ik overweeg de mogelijkheid dat het ‘afdingen’ van Abraham bij God toch als achtergrond het sparen van het leven van Lot en zijn familie kan hebben. Abraham’s redenatie kan dan zijn: hoe meer rechtvaardigen er nog zijn in Sodom, hoe groter de kans dat de verwoesting niet door gaat. Hij stopt bij 10. Hoe groot zou het gezin (inclusief aanstaande schoonzoons) van Lot geweest zijn? Dat wordt niet duidelijk. Ging Abraham er vanuit dat er tenminste 10 gezinsleden waren? Uiteindelijke is het aantal mensen dat op aanraden van de twee engelen vlucht minder dan 10. De stad wordt verwoest, maar Lot wordt gespaard omdat de HERE Abraham gedacht (Gen. 19 vs 29a). Uit dit laatste blijkt dat het in ieder geval een bedoeling van Abraham geweest is om voor Lot op te komen.
Samenvattend: drie mogelijkheden, maar ik ben er nog niet uit.
Heel interessant Jan! Veel om over na te denken.
Het verhaal van Abrahams dialoog met God over Sodom is inderdaad een fascinerend voorbeeld van moreel redeneren en het overwegen van ethische aanspraken. Door te onderhandelen over het aantal rechtvaardigen dat nodig is om de stad te redden, laat Abraham zien dat hij de waarde van elk individu erkent, zelfs als ze in de minderheid zijn. Dit illustreert het belang van het overwegen van zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten bij het nemen van ethische beslissingen.
Dat is een interessante samenvatting van het verhaal van Abraham en Sodom. Het benadrukt inderdaad het belang van gastvrijheid, rechtvaardigheid en mededogen. Door zijn pleidooi voor de inwoners van Sodom laat Abraham zien hoe belangrijk het is om zelfs in moeilijke situaties op te komen voor anderen en om deugdzaamheid en genade hoog in het vaandel te houden. Dit verhaal kan ons inspireren om ook in onze eigen tijd en context compassie en mededogen te tonen jegens anderen, zelfs wanneer zij fouten hebben gemaakt.