Dit is een kleine studie van het commentaar op Deuteronomium 1:1 zoals we dat vinden in de Midrasj Devarim Rabbah. Dat is een “aggadische” tekst, verzameld in de 5 eeuw GT.
“Dit zijn de woorden die Mozes sprak…” (Deuteronomium 1:1),
Voordat de Midrasj nu commentaar levert op de retorische vaardigheden van Mozes, komt eerst een schijnbaar niet gerelateerde kwestie aan de orde. Het gaat om de vraag of de Torah mag worden geschreven in een andere taal dan het Hebreeuws. Achter die concrete kwestie ligt natuurlijk de vraag of de Torah mag worden vertaald. En wat is de status van een vertaling als ze toch gemaakt wordt? Wie wordt geacht niet alleen de Torah te horen (en te gehoorzamen) maar ook te mogen uitspreken – wellicht ook te onderwijzen en als traditie door te geven. Wat is hier “moetar”, toegestaan?
Mag de Torah worden vertaald?
Halacha: Is het toegestaan (moetar) voor een Joods persoon (letterlijk: een mens uit Israël) om een Torahrol te schrijven in elke taal, etc.? Zo hebben de wijzen gezegd dat er geen verschil is tussen heilige boeken, tefillin en mezuzahs, behalve dat heilige boeken in elke taal geschreven mogen worden.
In de Misjna wordt door de meerderheid volgehouden, dat de boeken van de Bijbel in elke taal mogen worden geschreven. Betekent dat dat de meerderheid van de geleerden toelaat dat de Torah in elke taal wordt vertaald? Of gaat het misschien alleen maar om het gebruik van het schrift, het alfabet? De gewoonlijke uitleg is dat de rolletjes perkament in de tefillin en de mezoezah alleen mogen worden geschreven in het ons niet langer bekende alfabet dat bekendstaat als het Phoenicische of Assyrische alfabet. Het kwadraatschrift dat sinds de tijd van Ezra tot nu toe voor het Hebreeuws wordt gebruikt, is niet toegestaan in deze twee bijzondere gevallen. Als het echter gaat om de kwestie van de vertaling, moeten we zeggen dat de boeken van Tenach mogen worden geschreven in de welke andere taal dan ook, d.i. dat ze mogen worden vertaald. De uitdrukking “schrijven” kan dus zowel op het gebruikte alfabet als op de gehanteerde taal betrekking hebben.
Raban Gamliël zegt: Zelfs heilige boeken mogen niet geschreven worden [als vertaling] in een andere taal dan Grieks. En wat is de basis voor Raban Gamliël om te zeggen dat het toegestaan is om een boek van Tora in het Grieks te schrijven? Onze Rabbijnen hebben aldus geleerd: Bar Kapara zei: volgens wat er geschreven staat: “Moge God Jafeth vergroten, en laat hem wonen in de tenten van Sem;”(Genesis 9:27), Betekenis: Laat de woorden van Sem gesproken worden in de taal van Jafeth, daarom stonden zij toe dat ze in de Griekse taal geschreven werden.
Rabban Gamliël geeft een andere interpretatie van de beslissing van de meerderheid van de geleerden. Volgens hem mogen de boeken van Tenach alleen worden geschreven – dus letterlijk geschreven of vertaald – in het Grieks. Dat zou betekenen dat de Torah niet mag worden vertaald in andere talen, zodat de tekst via het Grieks toegankelijk wordt voor andere volken dan Israël. Op het spel staat dus de vraag of de Torah een boodschap heeft voor de volkeren in hun taal en culturele context, of hooguit via het grieks dat het eigenen van het Hebreeuws geacht wordt te bewaren.
Het fundament voor de opvatting van Rabban Gamliel is het vers uit Genesis 9 (vs. 27). Bar Kappara zegt: “moge God Jafeth uitbreiden (of vergroten), en dan zal hij (of laat hem dan) wonen in de tenten van Sjem.” Omdat Jafeth de voorvader is van Javan, en Javan staat voor Griekenland, gaat het om de vertaling van de Hebreeuwse Bijbel in het Grieks. Joodse wijsheid en de openbaring van de Torah uitgedrukt in de Griekse taal, ten behoeve van hen die wonen in de tenten van Sjem. Het gaat daarbij toch meer om de relatie tussen de Hebreeuwse Bijbel en de Griekse religie en filosofie, dan om een kwestie van het gebruikte schrift. Het lijkt ook uitgesloten dat het zou gaan om een weergave van Hebreeuwse woorden in Griekse letters. Het gaat volgens mij ook niet alleen om de vraag of, misschien ten behoeve van joden die in Egypte woonden en het Hebreeuws niet machtig waren, een Griekse vertaling zoals de Septuaginta was toegestaan. Het “wonen in de tenten van Sjem” betekent eerder dat de Griekse wijsheid wordt opgenomen in de context van het Jodendom, en dat daardoor niet-joden een geestelijk thuis vinden bij de God van Israël, dan dat het Jodendom een plek krijgt binnen de cultuur van Javan.
Het idee dat de Bijbel van Israël een plaats krijgt binnen het Griekse ofwel christelijke denken, is voor ons vertrouwd; de Torah heeft een marginaal bestaan binnen de ruimere context van het christendom gekregen. Maar wat zo bijzonder is hier, is juist de tegenovergestelde gedachte. Omdat Griekenland (Japhet, Javan) alleen groter wordt door een plaats te vinden binnen de tradities van Israël en het Jodendom. Ik lees het ene als de voorwaarde van het andere. Hoe wordt de Griekse (westerse) cultuur groot? Wanneer ze woont binnen de sfeer van Tenach en het jodendom. Daarom mag het Griekse denken een plaats krijgen binnen de joodse context. Griekse wijsheid is uiteindelijk ondergeschikt aan de openbaring van de (Hebreeuwse) Torah die als een tent, d.w.z. als een leefruimte en bescherming, rondom de vertaalde Torah is uitgespannen. We mogen constateren dat dat feitelijk niet gebeurd is. Door het vertalen van de Hebreeuwse Bijbel in het Grieks, werd het mogelijk dat de Tenach werd omgevormd tot het zogenaamde “Oude Testament” waardoor het alleen nog de voorgeschiedenis was van de komst van de Messias.
Wanneer Sjem gedwongen wordt in de tenten van Jafeth te wonen gebeurt er dit: “Miskotte en Breukelman laten de Thora steeds nadrukkelijk funktioneren als een kritiek op het jodendom, waarbij zij het bijbelse Israël tegen het jodendom uitspelen. Alle drie construeren zij uiteindelijk een leeswijze van de Tenach, waarbij zij zelf de vorm en de inhoud ontdekken, voorbijgaand aan de joodse en christelijke traditie van lezen. Dat mag van mij en soms moet het. Maar ligt het niet voor de hand dat zo’n nieuwe lezing van de Tenach toch vooral ook de projecties en belangen zal bevatten van de nieuwe lezers. Volgens mij is dat exact wat er gebeurt als Buber en Miskotte, met Breukelman en anderen in hun spoor over de joodse (en christelijke) traditie heenspringend Tenach gaan lezen.”
Genezing door het Hebreeuws van de Torah
De Heilige, gezegend zij Hij, zei: Zie hoe de taal van Torah geliefd is, want het geneest de tong. Vanwaar [in de Schrift wordt gezegd]? Er staat aldus geschreven: “Een genezende tong is een boom des levens,” (Spreuken 15:4), En “Boom des levens” verwijst naar niets anders dan de Torah, zoals er geschreven staat: “Zij is een levensboom voor wie haar grijpen” (Spreuken 3:18). De taal van de Torah maakt de tong los, wat je kunt weten uit het feit dat in de komende tijd de Heilige, gezegend zij Hij, prijzenswaardige bomen uit de Hof van Eden zal doen opstaan; dat wat hen geprezen maakt, is dat zij de tong genezen. Zoals er geschreven staat: “Aan beide oevers van de beek zullen allerlei soorten bomen voor voedsel opgroeien, enz.” (Ezechiël 47:12)
Ik veronderstel bij dit alles dat christenen moeten genezen van de dominantie van het Griekse en Romeinse in hun theologie en geloof. De stem waarmee God wordt aangeroepen in de kerk spreekt niet langer Hebreeuws; de “tong” die de naam van de God van Israël moet belijden en die aanspoort tot het handelen in Zijn Naam, is verstomd. Hoe geneest de christelijke tong? Om te beginnen al: kan ze zich afwenden van de stijgende nadruk op “tongentaal”, d.w.z. het ekstatische gebrabbel van degenen die elke band met de Hebreeuwse bodem verloochenen? Die niet willen doen in gehoorzaamheid, maar willen beleven in extase? Die voorspoed en genezing zoeken in “scheppende woorden” waarmee een gesproken wens realiteit wordt – perversie van de dubbelzijdig strekking van davar als woord en gebeuren! (Want ook voor ons gebod, zoals in Deut. 6.)
Alleen wanneer christenen weer leren spreken met de tong van de Torah, ook al is het dan niet letterlijk in het Hebreeuws, kan die tong gereinigd en genezen worden. Het Christendom moet weer gaan wonen in het huis van de liefde van de Torah Dat is voor de kerk van nu de boom van het leven, een “genezende tong.” De dogmatiek van het christendom moet niet alleen worden aangevuld met het Hebreeuwse denken, in een poging om christelijke en evangelische overtuigingen terug te vinden in de insinuaties van de rabbijnse literatuur. De drie-eenheid kan geen Hebreeuwse of joodse overtuiging zijn, ook al is er een taalfragment te vinden waarmee het geassocieerd kan worden. Het “offer” van Jezus aan het kruis, is niet het plaatsvervangende schuldoffer voor de gehele mensheid – ook dat is onhebreeuws gedacht. (Contra “The Return of the Kosher Pig”, by Tzahi Shapira.) De Hebreeuwse en Armeense ondertoon en haar samenhang met de toenmalige rabbijnse literatuur van heel het Nieuwe Testament is niet een residu maar de eigenlijke tekst. Het Grieks waarin het gegoten werd, wilde de Hebreeuwse waarheid universeel maken. Maar wat al te vaak gebeurde, is, dat het de Hebreeuwse waarheid overdekte en onzichtbaar maakte.
En wat is de basis dat het genezing van de tong is? Zoals er geschreven staat: “Hun vruchten zullen dienen voor voedsel en hun bladeren voor genezing.” (ibid.) Rabbi Yohanan en Rabbi Yehoshua ben Levi [bespraken de zaak]. [De eerste] zei, [het betekent] “genezende loslating,” (vgl. Shir HaShirim Rabbah 4:12:4) en [de ander] zei [het betekent] dat iedereen die stom is en ze verslindt, zijn tong zal genezen en onmiddellijk gereinigd zal worden met de woorden van de Tora; zoals er geschreven staat: “aan beide zijden” (ibid.), en “aan beide zijden” verwijst naar niemand anders dan de Tora, want er staat: “aan beide zijden gegraveerd.” (Exodus 32:15)
Rabbi Levi antwoordde: Waarom zouden we dit van een andere passage leren? Laten we liever leren van deze passage, want over Mozes, voordat hij verdiende de Tora te ontvangen, staat geschreven: “Ik ben geen man van woorden…” (Exodus 4:10), maar sinds het ontvangen van de Torah werd zijn tong genezen en sprak hij vloeiend woorden. Vanwaar [in de Schrift wordt dit gezegd]? Van wat in deze zaak gebeurt!
Zoals Mozes van oorsprong niet kon spreken, maar welsprekend werd toen hij Gods Woord spreken kon, zo genezen christenen van hun verstomming wanneer ze Torah leren spreken. Geënt als wij zijn in de joodse olijfboom, voeden we ons met de bladeren van de Torah. Zoeken we beschutting en bescherming bij de Heer die ons geroepen heeft om te wonen in de tent van Sjem.
“Dit zijn de woorden die Mozes sprak…”