Bijbelse Dialectiek (4) Geschiedenis en verschijning

“Ik zal nu als laatste voorbeeld de geschiedenis en de parousia geven. Lineair en logisch denken heeft de neiging om te zeggen dat de geschiedenis een schepping met God is, dat ze van nature naar het koninkrijk van God toe beweegt, dat er continuïteit is tussen de twee, dat de geschiedenis een soort begin is van progressieve evolutie naar het koninkrijk. Sommige millennialisten hangen een soortgelijke ideologie aan, waarbij ze geloven dat we het koninkrijk van God op aarde aan het vestigen zijn door sociale hervormingen, en dat wanneer we daarmee klaar zijn de Messias zal terugkeren.

De rooms-katholieke theologie zegt iets soortgelijks, zoals wanneer Péguy de vleselijke steden het beeld en het begin en het lichaam en de schets van het huis van God noemt. Soortgelijke standpunten worden ingenomen door degenen die de atheologie van de bevrijding of revolutie verdedigen. Vanuit een andere hoek zou hetzelfde lineaire en logische denken zeggen dat alles vernietigd wordt bij het oordeel, dat het koninkrijk van God iets absoluut nieuws is, een heerlijke gave van God, dat er gewoon nieuwe hemelen en een nieuwe aarde zullen zijn waar gerechtigheid zal heersen, dat alle oude dingen zullen worden weggedaan en dat geschiedenis en politiek enzovoort geen betekenis, waarde of belang hebben.

Wat betekent dit allemaal? Ten eerste is er altijd één geschiedenis, niet twee (wereldlijk en heilig). In deze ene geschiedenis hebben we de conjunctie en oppositie van onafhankelijk menselijk werk en Gods “relationele” werk. Elke feitelijke gebeurtenis in de geschiedenis drukt deze tweevoudige kracht uit. Het is een product van menselijke activiteit. Er zit geen vooruitgang in, maar een vermenigvuldiging van de resultaten en capaciteiten of mogelijkheden van het ras.

Ik ben geneigd te zeggen dat de geschiedenis niet zal eindigen totdat elke mogelijkheid van combinatie tussen menselijk initiatief en goddelijk initiatief is uitgeput, of liever, totdat alle menselijke initiatieven zijn uitgeput (want die van God zijn eeuwig). Ik zou als illustratie het muzikale thema en variaties daarop kunnen nemen. Net als een muziekstuk zal de geschiedenis eindigen wanneer er geen variatie meer mogelijk is. Ik geloof dat dit rekening houdt met de relatie tussen menselijke uitvindingen en het basisthema van verbond of belofte. Maar dit alles beweegt zich niet in de richting van het koninkrijk van God, maar in de richting van de crisis die veroorzaakt wordt door de absolute tegenstrijdigheid tussen ijdele menselijke inspanning en Gods exclusieve nieuwheid. De crisis of het oordeel betekent echter niet de nietigverklaring of onbelangrijkheid van de geschiedenis. Net als in de dialectische crisis wordt geen enkele factor onderdrukt. De twee zijn geïntegreerd in een synthese. De hele menselijke geschiedenis zal dan het nieuwe Jeruzalem binnengaan. De schepping van de uiteindelijke stad is de vanzelfsprekende voltooiing, niet het resultaat, van alles wat we in de geschiedenis proberen. Niets in de geschiedenis (collectief of individueel) gaat verloren, maar alles wordt kwalitatief getransformeerd. Er is een natuurlijk lichaam en er is een geestelijk lichaam, maar het is onbetwistbaar dat als er geen natuurlijk lichaam is, er ook geen geestelijk lichaam zal zijn. Daarom kunnen we de openbaring van het koninkrijk alleen dialectisch begrijpen.”

Jacques Ellul

Dit bericht is geplaatst in Theologie. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *