We spreken over de ondergang van de kerk in Nederland en Europa. We betreuren de lege kerkbanken op de zondagmorgen en we zijn er nog maar nauwelijks aan gewend dat kerk en evangelie niet langer een belangrijke rol in de samenleving spelen. We kunnen met Klaagliederen de vraag stellen: “hoe komt het dat die stad, die eens vol volk was, zo eenzaam is geworden?” (Kl. 1:1)