Dit is het gedeelte dat 11 vervloekingen weergeeft, uitgesproken door de Levieten, tussen de bergen Ebal en Gerizim. Volgens de Talmoed werd na elke vervloeking in de richting van de berg Ebal een corresponderende zegen uitgesproken in de richting van de berg Gerizim. (Er staat immers dat de Levieten moesten zegenen…) Opvallend is de zorg die hier wordt besteed aan het verhinderen van geheime misdrijven tegen de zwakkeren: dieren, gezinsleden, gedaagden in een rechtszaak etc.
In drie delen:
Deel 1 – Dt. 27:1-10
.
.
Deel 2 – Dt. 27:11-21
.
.
Deel 3 – Dt. 27:21-26