Joods Christendom zonder het rabbinaat – Matthew Sichel tegen Mark Kinzer

Matthew Sichel verwerpt de positie van Mark Kinzer dat een Messiaans Jodendom een Rabbijns Jodendom kan zijn:

“Wellicht als een overreactie op de gedwongen “Gentilisatie” van Joodse bekeerlingen tot het Christendom, stelt het post-missionaire Messiaanse Jodendom voor om ondanks de eenheid tussen niet-Joodse christenen en Messias-belijdende Joden toch een eigen Joodse identiteit te benadrukken.

Zij rechtvaardigen deze actie als noodzakelijk om de Joodse religieuze identiteit te behouden die in overeenstemming is met het Bijbels getuigenis en die authentiek is voor potentiële bekeerlingen in het licht van de historische mishandeling van het Joodse volk door de kerk. Uiteindelijk is het streven van het post-missionaire Messias-belijdende Jodendom naar goedkeuring van hun Joodse identiteit van Joden, en het heeft nu velen van deze groep vragen doen stellen over enkele van de meest fundamentele doctrines van de historische christelijke orthodoxie.

Syncretisme, meestal een praktijk die het zendingswerk binnen heidense religies beïnvloedt, kan ook voorkomen in het werk met de monotheïstische godsdiensten. Wanneer het evangelie naar een cultuur komt, volgt er een scheiding van praktijken die de cultuur moet afzweren, als onverenigbaar met het christendom, en die welke kunnen blijven om veranderd te worden.

In dit alles schuilt het gevaar van syncretisme, wat in religie de poging is om verschillende of tegengestelde principes of praktijken met elkaar te verzoenen of te verenigen. Terwijl het jodendom zelf gemakkelijk naar voren lijkt te komen en te rijmen is met het geloof in Jezus, zoals de eerste discipelen deden, is het moderne rabbijnse jodendom, zoals we zullen zien, niet het geloof van de vroegste christenen. Dit schept de mogelijkheid van conflicten en tegengestelde beginselen.

Uit dit conflict komt een kwestie van gezag voort. Net zoals identiteit een unieke rol speelt in Mattheüs, doet autoriteit dat ook, en in dit geval moeten we letten op de vragen van de Farizeeën aan Jezus, “‘Op grond van welk gezag doet u deze dingen? Met welk gezag doet u deze dingen? En wie heeft u dit gezag gegeven?”, die duiken dan opnieuw op.

In dit specifieke geval heeft het verlangen naar een eigen identiteit, en een conflict tussen de bronnen voor autoriteit, een aanleiding  geschapen voor syncretisme van twee verschillende religieuze systemen. Ligt de autoriteit om te beslissen over geloofs- en praktijkkwesties voor Messias-belijdende Joden bij het historische rabbinaat (Mat. 23?), of berust het bij het apostolaat en de historische praktijken en orthodoxie van de universele christelijke kerk?

De oude vraag naar het gezag van Jezus komt terug in vragen over de Christologie. De vraag van Jezus aan Petrus, “Wie zegt gij dat Ik ben?”, klinkt fris in deze nieuwe geschillen. Het Jodendom is een volk van de Torah, maar hoe moeten wij nu leven met de Torah in de hand? Ten slotte, hoe zit het met de kerk, jood en heiden? De geschillen over de ecclesiologie van Antiochië tussen Petrus en Paulus komen opnieuw tot uitdrukking.

 

Dit bericht is geplaatst in Messiaans. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *