Is de Heilige Leer noodzakelijk? – meedenken met Thomas

Theologie als wetenschap is niet zonder vooronderstellingen. We moeten misschien, net als Thomas van Aquino, eerst de vraag stellen wat de “natuur en reikwijdte” van de theologie is. Om te beginnen de vraag of theologie geen overbodige, willekeurige en ongefundeerde vorm van denken is. Hebben we naast de filosofie en de wetenschappen die berusten op de menselijke rede, nog een wetenschap nodig die blijkbaar over God en Zijn Openbaring gaat?

Thomas behandelt deze vraag in de Summa Theologiae, I,1, Q. 1 in 10 artikelen. Ik bespreek in deze bijdrage het eerste artikel, waarin deze vraag wordt gesteld: is de “heilige leer” (sacra doctrina), de theologie, noodzakelijk?

Waarom is er een heilige leer, een goddelijk onderwijs nodig? Waarom is het niet voldoende dat wij menselijke opvattingen hebben over het leven en zelfs over het goddelijke? Dat is de eerste vraag die gesteld moet worden. Is er naast de menselijke wetenschappen nog een ander soort van onderwijs noodzakelijk?

Theologie moet worden opgevat als een intellectuele activiteit die niet door de menselijke rede wordt beheerst. De Heilige Leer of de theologie is een bijzonder domein van menselijke weten. Theologie onderscheidt zich in alle opzichten van alle andere vormen van weten. Maar waarom zou ze noodzakelijk zijn? Waarom heeft de mensheid kennis nodig die pretendeert te berusten op goddelijke openbaring? De menselijke rationaliteit is immers in staat om heel het domein van het fysische, maar ook de moraal, de economie en de politiek te doorgronden. Daartoe heeft zij uitsluitend de menselijke rede nodig. Zou het dan wel denkbaar zijn dat er buiten deze vormen van wetenschap nog een andere soort van kennis is?

Volgens de scholastieke methode moet nu eerst gesproken worden over een mogelijk negatief antwoord op de vraag. Stel dat we zeggen dat de theologie niet een noodzakelijke wetenschap is. Wat is dan het argument?


Objection 1: It seems that, besides philosophical science, we have no need for any further knowledge. For man should not seek to know what is above reason: “Seek not the things that are too high for thee” (Ecclus. 3:22). But whatever is not above reason is fully treated of in philosophical science. Therefore any other knowledge besides philosophical science is superfluous.


De eerste tegenwerping zeg dus dat de theologie in het geheel niet noodzakelijk is, en dat we dat juist kunnen weten uit een theologische bron. Dit zijn immers de woorden van Jezus Sirach (Ecclesiasticus), “Geef uw aandacht aan de dingen die u zijn opgedragen, want wat verborgen is brengt geen baat. Tob u niet af met dingen die niet tot uw taken behoren,”  Jezus Sirach 3:22, 23a. Dit  is een inzicht van het gezonde verstand. We kunnen maar beter niet dromen van een kennis over datgene wat ons te boven gaat. En alles wat het menselijk verstand wel in staat is te begrijpen, wordt ons gegeven door de wetenschappen en de filosofie. Een theologische wetenschap voorbij de menselijke wetenschappen is dus overbodig.


Objection 2: Further, knowledge can be concerned only with being, for nothing can be known, save what is true; and all that is, is true. But everything that is, is treated of in philosophical science—even God Himself; so that there is a part of philosophy called theology, or the divine science, as Aristotle has proved (Metaph. vi). Therefore, besides philosophical science, there is no need for any further knowledge.


De tweede tegenwerping is wat subtieler van aard. Hier komt ook een belangrijk terminologische onderscheid naar voren. In het taalgebruik van Thomas is de “theologie” een onderdeel van de filosofie. Het is het resultaat van het menselijk nadenken over de aard van het goddelijke. De Heilige Leer daarentegen is een intellectuele verwerking van de openbaring. De toegang tot die openbaring ligt niet in de menselijke rede, terwijl we voor het begrijpen van die openbaring wel onze rede nodig hebben. (In mijn taalgebruik betekent “theologie” eigenlijk allebei. Toch is het beter om vanaf nu hetzelfde onderscheid te maken dat Thomas maakt.)

Het tweede argument zegt nu het volgende. Elke wetenschap en dus ook elk onderwijs heeft een object. Elk object van de wetenschap heeft een “zijn” ,  het is op een of andere wijze. Je kunt alleen maar de waarheid kennen van iets dat er is. Maar in de menselijke wetenschappen wordt gesproken over alle zijnden, alles wat is, helemaal niets uitgezonderd. Daarom wordt er in de menselijke wetenschappen ook over God gesproken. God komt ter sprake in het laatste deel van de metafysica waarin met argumenten zelfs het bestaan van God wordt aangetoond – of in onze dagen, wordt weersproken. Het is denkbaar dat mensen zeggen, dat er geen ander gezichtspunt mogelijk is dan dat van de filosofie, en dat zoiets als “God” ook alleen maar adequaat aan de orde kan worden gesteld binnen de filosofie. Ook daaruit volgt dat de theologie overbodig is, of zelfs op een vergissing berust. Alles wat is kan worden gekend door de menselijke rede. God inbegrepen. Dus is een “Heilige Leer” zowel overbodig als wellicht onzinnig.

Na de weergave van de tegenwerpingen, geeft Thomas nu een kort argument op grond waarvan de gestelde vraag bevestigend mag worden beantwoord.


On the contrary, It is written (2 Tim. 3:16): “All Scripture, inspired of God is profitable to teach, to reprove, to correct, to instruct in justice.” Now Scripture, inspired by God, is no part of philosophical science, which has been built up by human reason. Therefore it is useful that besides philosophical science, there should be other knowledge, i.e. inspired by God.


Dit korte argument, het “sed contra” in het Latijn, geeft al een antwoord op de vraag of de Heilige Leer noodzakelijk is. Paulus schrijft immers aan Timotheus, dat de Schrift door God geïnspireerd is, en dus geen oorsprong heeft in het menselijk verstand. Maar diezelfde Schrift is in staat om onderwijs te geven, foute opvattingen te weerleggen, gedrag te corrigeren en ons de ware gerechtigheid te onderwijzen. Bij implicatie betekent dat, dat volgens Paulus menselijke redeneringen niet in staat zijn om dat ten volle te presteren. Er is een goddelijke openbaring nodig. En die is uitgedrukt in de Bijbel.

Van hieruit is het begrijpelijk wat het woord “noodzakelijk” betekent in de vraagstelling. Het gaat niet om een absolute of logische noodzakelijkheid het gaat om een relatieve noodzakelijkheid. In het antwoord dat hierop volgt, legt Thomas dan ook uit dat de Heilige Leer noodzakelijk is met betrekking tot een verondersteld einddoel van het menselijk bestaan. Als we mogen aannemen dat de mens niet bestemd is om alleen maar in de zichtbare, fysieke werkelijkheid te bestaan, en als we mogen aannemen dat zijn uiteindelijke eindbestemming boven die fysieke werkelijkheid uitgaat, dan is de Heilige Leer noodzakelijk. Voor het bereiken van het eigenlijke doel van het menselijk bestaan, is het noodzakelijk dat de mens door God onderwezen wordt.

De Heilige Leer is dus een bijzonder weten, een bijzonder onderwijs, dat God Zelf als oorsprong heeft, en zich daardoor van alle andere vormen van kennis en onderwijs onderscheidt, en noodzakelijk is voor een mens opdat deze zijn einddoel kan bereiken.

Dit is dan het antwoord van Thomas op de vraag:


I answer that, It was necessary for man’s salvation that there should be a knowledge revealed by God besides philosophical science built up by human reason.

(1) Firstly, indeed, because man is directed to God, as to an end that surpasses the grasp of his reason: “The eye hath not seen, O God, besides Thee, what things Thou hast prepared for them that wait for Thee” (Is. 66:4). But the end must first be known by men who are to direct their thoughts and actions to the end. Hence it was necessary for the salvation of man that certain truths which exceed human reason should be made known to him by divine revelation.

(2) Even as regards those truths about God which human reason could have discovered, it was necessary that man should be taught by a divine revelation; because the truth about God such as reason could discover, would only be known by a few, and that after a long time, and with the admixture of many errors. Whereas man’s whole salvation, which is in God, depends upon the knowledge of this truth. Therefore, in order that the salvation of men might be brought about more fitly and more surely, it was necessary that they should be taught divine truths by divine revelation.

It was, therefore, necessary that besides philosophical science built up by reason, there should be a sacred science learned through revelation.


In de eerste plaats zegt Thomas, moeten we het menselijke bestaan begrijpen als een bestaan dat geheel en al op God gericht is. In deze gerichtheid is God het einddoel van het leven, dat de menselijke rede overstijgt. Thomas ondersteunt dat met het citaat uit Jesaja 66.

Dit einddoel van het menselijk bestaan wordt niet bereikt buiten het inzicht van de mens om, het is niet te vergelijken met het “einddoel” van een boom of een hemellichaam. De mens is alleen maar in staat om zijn uiteindelijke doel te bereiken op grond van kennis die alleen maar door God aan hem kon worden meegedeeld.

Maar in de tweede plaats, stel dat we deze kennis door eigen inspanning hadden moeten bereiken? Niet iedereen zou in staat zijn geweest om met behulp van de rede te ontdekken wat het doel (of de zin) van het menselijk bestaan is. En zelfs wanneer mensen zich met behulp van hun rationaliteit een begrip vormen, is er geen garantie dat zij waarheid hebben gevonden. De kennis van de waarheid van God moet daarom voor alle mensen toegankelijk zijn en niet alleen maar voor mensen die deze waarheid op grond van hun redelijk inzicht kunnen bereiken. Daarom is de Heilige Leer noodzakelijk. Het is niet noodzakelijk om te bestaan maar het is wel noodzakelijk om goed te leven met het goede als uiteindelijke bestemming.

In de tekst blijkt ook meteen wat het uiteindelijke doel van het menselijk leven is, wanneer Thomas als synoniem daarvan nu het woord behoudenis, redding (salvation), gebruikt. Onze behoudenis is gelegen in de kennis van de ware God.

Vervolgens gaat Thomas dan over tot de weerlegging van de eerste twee tegenwerpingen.

Reply to Objection 1: Although those things which are beyond man’s knowledge may not be sought for by man through his reason, nevertheless, once they are revealed by God, they must be accepted by faith. Hence the sacred text continues, “For many things are shown to thee above the understanding of man” (Ecclus. 3:25). And in this, the sacred science consists.

Volgens de eerste tegenwerping moet de mens zich niet bezighouden met datgene wat boven zijn redelijkheid uitgaat. Het argument kwam uit de wijsheid van Jezus Sirach.

Thomas citeert nu het tweede deel van Jezus Sirach 3:23: “want er is u toch om meer getoond dan mensen kunnen bevatten”, dat wil zeggen dat er naast die zaken die ons zijn opgedragen voor de menselijke rede toegankelijk zijn ook waarheden bestaan die ons getoond worden, die we kunnen begrijpen, hoewel ze niet met onze rede worden begrepen. Wat God heeft geopenbaard moet in geloof worden aangenomen; geloof is immers wezenlijk een daad van erkenning, van overgave aan en instemming met een voorgestelde waarheid.

“It was therefore necessary that besides philosophical science built up by reason, there should be a sacred science learned through revelation,”
zegt Thomas. Daarmee maakt hij nog geen onderscheid tussen geloof, geloofsovertuigingen oma dogma’s, theologie of Heilige Leer. Alles wat we goddelijk onderwijs kunnen noemen, dat op onze verlossing gericht is, is noodzakelijk voor het bereiken van ons doel. Onze verlossing kan bereikt worden langs de weg van de gelovige instelling of langs de weg van het beredeneerde geloof. In beide gevallen gaat het om een goddelijk onderwijs dat ons wordt aangereikt om te kunnen aanvaarden.

Reply to Objection 2: Sciences are differentiated according to the various means through which knowledge is obtained. For the astronomer and the physicist both may prove the same conclusion: that the earth, for instance, is round: the astronomer by means of mathematics (i.e. abstracting from matter), but the physicist by means of matter itself. Hence there is no reason why those things which may be learned from philosophical science, so far as they can be known by natural reason, may not also be taught us by another science so far as they fall within revelation. Hence theology included in sacred doctrine differs in kind from that theology which is part of philosophy.

In het antwoord op de tweede tegenwerping spreekt Thomas over het verschil in methode tussen de wetenschappen enerzijds en de leer van de openbaring anderzijds. Het is zeker waar dat de wetenschappen en de filosofie over hetzelfde “zijn” spreken als de theologie. Maar het is ook waar dat de Heilige Leer die niet op de menselijke rede gebaseerd is, vanuit een ander gezichtspunt over datzelfde zijn spreekt. Één en dezelfde werkelijkheid kan dus worden gekend door het menselijk verstand of worden begrepen in overeenstemming met de goddelijke onderwijzing.

Daarmee is de tegenwerping weerlegd. Die zegt immers dat wetenschappers zich alleen van elkaar kunnen onderscheiden doordat ze verschillende objecten hebben. Thomas gaat er echter vanuit dat een en hetzelfde object in meerdere wetenschappen onder verschillende gezichtspunten kan worden gekend. Zo geldt ook dat de uitspraak: de aarde is rond en), zowel door een astronoom als door een natuurkundige gedaan kan worden.

De uiteindelijke bestemming van de mens is God Zelf. Sommige elementen van God gaan de menselijke rede te boven, terwijl anderen binnen haar bereik liggen. Voor alles wat boven de reden van de mens uitgaat, hebben wij de openbaring van God absoluut nodig. In het andere geval is het goddelijk onderwijs niet alleen nuttig, noodzakelijk in moreel opzicht.

Het antwoord van Thomas op de eerste vraag, evenals de weerleggingen van de tegenwerping berusten op een tweevoudige bevestiging. De eerste is dat het doel van het menselijk bestaan de verlossing is. Dat was de strekking van het citaat uit Jesaja 66. De tweede is de gedachte, dat de menselijke rede niet in staat is om bepaalde waarheden te bereiken. Nu is het van belang te beseffen dat Thomas in dit werk, de Summa Theologiae, niet spreekt als een filosoof op zoek naar de waarheid, maar als een scholastieke theoloog die aan gelovigen de waarheid van het geloof uitlegt. Het is hem in de Summa, nergens te doen om het vaststellen van feiten of bewijzen van stellingen tegenover het ongelovigenverstand. Dat laatste is veeleer het perspectief van de Summa contra gentiles, oftewel de ” Hoofdsom (samenvatting) van de theologie voor heidenen.”

Hoe zit het echter met die andere veronderstelling van Thomas,, namelijk dat er in God elementen zijn die wij niet met de menselijke rede kunnen begrijpen. Vanzelfsprekend is dat volgens Thomas. Zo kunnen wij bijvoorbeeld de goedheid van God kennen door te kijken naar de inrichting van de schepping. Maar daarbij is ook meteen duidelijk, dat de goedheid van God Zijn werking in de natuur op oneindige wijze te boven gaat.

Dit bericht is geplaatst in Theologie, Theologische kritiek. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *