Belangstelling voor de Noachidische Geboden

In de tweede helft van de twintigste eeuw werd een nieuw bewustzijn van, en interesse in de Noachidische geboden duidelijk binnen christelijke gemeenschappen. Als reactie op het felle anti-judaïsme en zelfs antisemitisme binnen de christelijke geschiedenis, ontwikkelde zich een sterke interesse in het Jodendom, vooral in de vele centra voor de studie van het Jodendom die in die tijd tot bloei kwamen.

Sommige christenen voelden zich niet langer thuis binnen het institutionele christendom en waren op zoek naar een nieuwe spirituele inspiratie. Een bekering tot het Jodendom was een te grote stap voor deze zoekers, voor wie het handhaven van de Noachidische geboden een beter haalbare optie leek.

In verschillende publicaties hebben een aantal Nederlandse theologen naar de Noachidische geboden verwezen.

Willem Zuidema en Jos op ‘t Root schreven een boek over de betekenis van de Noachidische geboden. In deze publicatie, waarin naast veel fundamentele Talmoedische informatie, vooral de vraag aan de orde kwam of deze geboden “een Joodse code voor niet-joden” zouden kunnen bieden.

Zouden deze geboden misschien nuttig kunnen zijn bij het bieden van “een ethisch en geestelijk thuis” voor die zoekers die zich van het institutionele christendom hebben afgekeerd?

Een paar jaar later hield René Süss, toen nog predikant van de Nederlands Hervormde Kerk, maar sindsdien teruggekeerd naar het huis van het Jodendom, een pleidooi voor de acceptatie van de Noachidische geboden binnen de christelijke gemeenschap.

Hij vroeg zich af of het een teken van solidariteit zou kunnen zijn, als Joden en Christenen elkaar zouden ontmoeten bij de koosjere slager. Sinds dit eerste begin aan het einde van de vorige eeuw zijn deze ideeën verder ontwikkeld en vormgegeven.

Simon Schoon

Dit bericht is geplaatst in Jodendom. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *