Zijn de Noachidische geboden een ethiek of een halacha?

De vraag of de Noachidische geboden een ethiek of een halacha vormen, hangt af van verschillende factoren.

Ten eerste, een halacha fungeert als een set onderlinge afspraken binnen een gemeenschap, ongeacht hun religieuze oorsprong. Het gaat ook om solidariteit binnen de gemeenschap en de verwachting dat leden zich aan deze regels zullen houden. Maar aangezien de noachidische geboden gelden voor de hele mensheid en niet slechts één samenleving of gemeenschap, kunnen ze niet als halacha worden beschouwd. In komende  blogs zal ik echter betogen dat dit wel het geval is. Laten we echter vooralsnog blijven staan bij eerste indruk dat de Noachidische geboden, omdat ze niet specifiek aan een gemeenschap verbonden zijn, niet eenvoudigweg als halacha kunnen worden beschouwd.

We kunnen we ons ten tweede afvragen of de Noachidische geboden werkelijk kunnen worden beschouwd als halacha, gezien het unieke gezag dat halacha heeft als de Tora die op de Sinai is gegeven. Halacha wordt beschouwd als absoluut gezaghebbend, terwijl de Noachidische geboden eerder morele beginselen presenteren die door elke persoon kunnen worden begrepen en vrijelijk kunnen worden toegepast zonder de levendige discussie onder rabbijnen waarin de precieze betekenis en reikwijdte van elk gebod of verbod wordt vastgelegd.

We zullen nog moeten terugkomen op deze vraag hoe de Noachidische geboden zich verhouden tot de halacha, gegeven het verschil in gezag en interpretatie. Terwijl de halacha als absoluut gezaghebbend wordt beschouwd omdat ze op de Sinai (de mondelinge Torah werd immers ook gegeven op de Sinai!) is gegeven, zijn de Noachidische geboden eerder gebaseerd op universele morele principes die voor iedereen toegankelijk zijn zonder de uitgebreide rabbinale discussie over hun interpretatie.

De Zeven Geboden voor de Zonen van Noach, ook bekend als de Noachidische geboden, worden dus in eerste instantie beschouwd als universele morele principes die gelden voor alle mensen, niet alleen voor Joden. Volgens de Joodse traditie zijn deze geboden afgeleid van het Noachidische verbond dat in de Torah worden beschreven, met name in het boek Genesis.

De Zeven Geboden voor de Zonen van Noach omvatten:

  1. Het verbod op afgoderij (idolatrie).
  2. Het verbod op godslastering.
  3. Het verbod op moord.
  4. Het verbod op diefstal.
  5. Het verbod op seksuele immoraliteit.
  6. Het verbod op het eten van een nog levend dier.
  7. Het gebod om een rechtssysteem op te zetten en rechtvaardigheid na te leven.

1, 3, 5 en 6 worden ook genoemd in het boek Handelingen.

Hoewel de Zeven Geboden voor de Zonen van Noach niet specifiek als halacha worden beschouwd, worden ze wel beschouwd als universele morele principes die inherent zijn aan de menselijke ervaring. Deze geboden zijn van toepassing op alle mensen, ongeacht hun religieuze of culturele achtergrond, en worden beschouwd als fundamenten voor een rechtvaardige en ethische samenleving.

In de Joodse traditie worden de Noachidische geboden beschouwd als een vorm van goddelijke wet die voorafging aan de specifieke wetten en voorschriften die aan het Joodse volk werden gegeven. Hoewel Joden zich aan de halacha moeten houden, zijn de Noachidische geboden van toepassing op alle mensen en vormen ze de basis voor ethisch gedrag en morele verantwoordelijkheid in de wereld.

Dit bericht is geplaatst in Jodendom, Messiaans jodendom. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *