Het begin van het Bijbelse verhaal ligt dus in de schepping. De eerste grote gebeurtenis die de geschiedenis van de mens binnen de schepping bepaald heeft, is wat we noemen de zondeval. In zijn boek beperkt Carson zich tot een viertal opmerkingen die vooral het contrast willen laten zien tussen het Bijbelse verhaal van de zonde en de moderne en postmoderne opvatting over de betekenis van het kwaad. Een volledige behandeling van de tekst van Genesis 3 blijft hier achterwege.
Dat zonde een probleem – een kwaad – is, zien we gemakkelijk in de wereld om ons heen, maar hoe moeilijk wordt het dan, tegelijk ook, om de zonde in ons eigen leven te zien. We lopen niet met kalasnikovs om ons heen te schieten.Vergeleken met het grote zichtbare kwaad waar de kranten over gaan, raakt de zonde, het kwaad, in ons persoonlijke leven gemakkelijk buiten beeld. Maar dat is dan wel ook een manier om Gods woord het zwijgen op te leggen (“the gagging of God”) . Als nodig was dat Jezus voor onze zonden stierf, kan het toch niet om een kleine zaak gaan.
Hierin wreekt zich waarschijnlijk, dat we zo weinig aandacht voor het bijbelwoord hebben, voor Gods spreken. Dat moet ons toch kunnen alarmeren, kunnen wakker schudden uit de gemakkelijke gerustheid waarin we in ongemerkte anarchie onze weg gaan, intussen ook doorgaand schade aan te richten.
Het onderwerp van de zonde wordt zo een oproep, om te herkennen dat we bezig zijn “Gods woord de mond te snoeren”. (“The Gagging of God”).