Talmoed voor Notsriem – BBerachot 6a en 6b

 

 

Talmoed voor christenen – BBerachot 6a en 6b – aanvullende notities

1. De grootheid van Israël


Aan het einde van 6a lezen we de woorden van R. Nachman:

Rav Naḥman bar Yitzḥak said to Rav Ḥiyya bar Avin: What is written in the phylacteries of the Master of the world? Et cetera

We zagen al eerder dat de tefilin worden opgevat als het symbool van de kracht van Israël tegenover haar vijanden. Nu wordt gezegd door R. Abin dat ook God zelf tefilin draagt. In 7a zullen we ontdekken, dat dat met zich meebrengt dat ook God gebeden uitspreekt. Wat staat er dan echter geschreven op het perkament in de doosjes van de tefilin?
Zoals Israël in haar tefilin getuigt van de grootheid van God, zo getuigt God in Zijn tefilin van de grootheid van Israël. De Talmoed leert ons daarmee op een vrije en beeldende manier, hoe belangrijk Israël voor God is. Israël is groot, gezegend, gelukkig, en verhoogd in Gods ogen.

וַֽיהוָ֞ה הֶאֱמִֽירְךָ֣ הַיּ֗וֹם לִהְי֥וֹת לוֹ֙ לְעַ֣ם סְגֻלָּ֔ה כַּאֲשֶׁ֖ר דִּבֶּר־לָ֑ךְ וְלִשְׁמֹ֖ר כָּל־מִצְוֺתָֽיו׃

And the LORD has affirmed this day that you are, as He promised you, His treasured people who shall observe all His commandments,

2. Het belang van trouw bezoek aan de synagoge


Rabin de zoon van R. Ada zegt

אָמַר רָבִין בַּר רַב אַדָּא, אָמַר רַבִּי יִצְחָק: כׇּל הָרָגִיל לָבֹא לְבֵית הַכְּנֶסֶת וְלֹא בָּא יוֹם אֶחָד, הַקָּדוֹשׁ בָּרוּךְ הוּא מְשָׁאֵיל בּוֹ,

Additionally, Ravin bar Rav Adda said that Rabbi Yitzḥak said: One who is accustomed to come to the synagogue and did not come one day, the Holy One, Blessed be He, asks about him, as it were, to determine what happened to him,

Hier vinden we de gedachte dat wie regelmatig bezoeker is van de synagoge en dan ineens wegblijft, door God wordt opgezocht. Wat is er gebeurd? God geeft een zegen aan degenen die wegblijft ter wille van een andere Mitsva, een “hogere” opdracht, maar geeft geen zegen aan degenen die de synagoge verzuimd ter wille van een persoonlijk belang.
We zouden daaruit de les kunnen leren, dat de opdracht uit Hebreeën om “de onderlinge bijeenkomst niet te verzuimen”, zo moet worden verstaan: wie de samenkomst van de gemeente vermijdt, ter wille van het eigen belang, maar normaal gesproken de gemeente bezoekt, berooft God. God wil immers de stem van Zijn knechten horen op de plaats die Hij voor het gebed bepaald heeft, en dat is in de samenkomst. (Immers het gebed moet bij voorkeur worden verricht in een samenkomst waarin ook een lofzang (rinah) wordt gezongen.) Wie wegblijft vanwege een persoonlijk belang, toont daarmee een gebrek aan geloof en vertrouwen in God. Het gebed in de samenkomst heeft prioriteit boven de zorg voor het eigen belang. Zoals in het Onze Vader de heiliging van Gods Naam voorrang heeft – dat zijn de eerste drie beden – boven het gebed voor een persoonlijke noden.

3. Een vaste plaats voor het persoonlijk gebed


אָמַר רַבִּי חֶלְבּוֹ, אָמַר רַב הוּנָא: כׇּל הַקּוֹבֵעַ מָקוֹם לִתְפִלָּתוֹ — אֱלֹהֵי אַבְרָהָם בְּעֶזְרוֹ.

Concerning another aspect of the constancy of prayer, Rabbi Ḥelbo said that Rav Huna said: One who sets a fixed place for his prayer, the God of Abraham assists him. Since prayer parallels the Temple service, it is a sign of respect to set a fixed place for this sacred rite (Rabbi Yoshiyahu Pinto). The God of Abraham assists him because this pious custom evokes Abraham’s conduct.

De God van Abraham wil in het bijzonder degene bijstaan die een vaste plaats (in zijn huis) inricht voor het persoonlijke gebed. Dat Abraham een dergelijke plaats had wordt afgeleid uit Genesis 19:27. Abraham gaat naar de plaats waar hij gestaan had, en staan verwijst naar het gebed op grond van Psalm 106:30. (Het 18-gebed wordt dan ook “amidah” genoemd omdat het staande wordt uitgesproken.)
Leren we daarvan dat ook wij een vaste plaats voor het gebed zouden moeten hebben? Dat wil zeggen in ons eigen huis een vaste plaats voor ons persoonlijke gebed? Misschien is hier een samenhang met de woorden van de Heer Jezus dat wij bij het persoonlijke gebed in onze “binnenkamer” moeten gaan, en de deur sluiten. Er is loon voor degene die zo in het verborgene bidt tot een Vader die in het verborgene kijkt. Het gebed moet niet worden verricht om jezelf tot een schouwspel te maken voor anderen, en het moet niet een omhaal van woorden bevatten zoals de volken.

4. Zeven wijsheden


We leren uit het volgende gedeelte van een aantal amoraim, dat het normaal is om een toespraak over de Bijbel aan te horen, terwijl de verdienste daarvan ligt in de haast – dus in de inspanning om daar op tijd te zijn, wat een teken is van ons verlangen om onderwezen te worden. Ook het verdragen van de drukte bij een samenkomst van meerdere geleerden kent deze bijkomende verdiensten. Blijkbaar is deze bijkomende verdiensten datgene wat het innerlijk motief van de daad uitdrukt. Waarom herhalen wij een traditie? Omdat ze ons begrip ervan willen vergroten. Heel wijs is ook deze: het bezoek aan een familie die in de rouw is, ligt in de stilte waarin we hen laten spreken, en niet zelf met voorbarige woorden van troost aankomen. Vasten heeft als positieve zijde dat ze kunnen wegschenken aan de armen. Een toespraak bij een begrafenis heeft tot doel om het gevoel van verlies te verhogen. En tenslotte is het doel, dat wil zeggen de verdienste, van het bijwonen van een huwelijk alleen maar een felicitaties en complimenten die men geeft aan bruid en bruidegom. (Woorden tellen echt mee!)

5. Het belang van geloof als “diep respect voor de hemel” – de “jirat hasjamajim”


וְאָמַר רַבִּי חֶלְבּוֹ, אָמַר רַב הוּנָא: כׇּל אָדָם שֶׁיֵּשׁ בּוֹ יִרְאַת שָׁמַיִם — דְּבָרָיו נִשְׁמָעִין, שֶׁנֶּאֱמַר: ״סוֹף דָּבָר הַכֹּל נִשְׁמָע אֶת הָאֱלֹהִים יְרָא וְגוֹ׳״.

And Rabbi Ḥelbo said that Rav Huna said: Any person who has the fear of Heaven, his words are heeded, as it is stated: “The end of the matter, all having been heard: Fear God, and keep His commandments; for this is all of man” (Ecclesiastes 12:13). The Gemara explains: “The end of the matter, all having been heard,” refers to the words of one “who keeps His commandments; for this is all of man.”

Wie gelooft, dat wil zeggen God “vreest” en Zijn geboden houdt, wordt door God in zijn gebeden gehoord. Geloven en gehoorzamen vatten samen waartoe de mens in zijn relatie met God geroepen is. Meer valt er niet te zeggen: het is het einde van de zaak (sof davar).
Het is goed om daar weer eens aan herinnerd te worden dat geloof, gehoorzaamheid en gebed bij elkaar horen. De Rabbijnen benadrukken dat de schepping van de wereld bedoeld was opdat er een mens zou zijn, die kon geloven (vrezen) en gehoorzamen.
De drie uitspraken doen mij denken aan de Here Jezus. (1) De hele wereld is alleen geschapen ter wille van Hem. (2) de hele wereld samen heeft dezelfde waarde als hij, (3) de hele wereld is geschapen om voor hem een maan te zijn, dat wil zeggen alles draait om hem. Ik denk dat wij dat zouden kunnen opvatten als een verwijzing naar de Here Jezus als mens. De wereld is geschapen om de heerlijkheid van de Messias te laten blijken, et cetera.

http://drawyomi.blogspot.com/2012/08/brachot-6.html

Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *