U draagt de wortel niet, maar de wortel draagt u – Rom. 11.18
Het Christendom is een beweging die in en vanuit het jodendom van de eerste eeuw van de jaartelling is begonnen.
Dit is een eenvoudig, onbetwistbaar gegeven dat de leidraad geeft voor ons begrip van het Christendom van de eerste eeuw. Maar niet alleen onze historische kennis van dat begin is hier van belang. Dat zou alleen een historische interesse kunnen bevredigen. Het wordt onvoldoende begrepen dat dit feit ook van direkt belang is voor ons begrip van het Christendom in de huidige tijd. Elk normatief begrip van het christendom, haar definitie, haar manier van denken, haar relatie tot de wereld, is fundamenteel te begrijpen vanuit de relatie tot het jodendom waaruit ze is ontstaan. De begrippen, leerstellingen, de hoop en verwachting, de ethiek en de manier waarop het een gemeenschap opbouwt, tot in haar liturgie en vormen van gebed, zijn wezenlijk en niet accidenteel door het eerste-eeuwse jodendom bepaald.
Dat geeft ook aan, dat de verhouding tussen het Christendom en het gelijktijdige Rabbijnse jodendom eerder dat van twee broers is. Beide grote religies kwamen voort uit dezelfde broedkamer: het jodendom van de eerste eeuw, het Tweede Tempel jodendom. Hoe kwam het ertoe dat deze tweelingbroers uit elkaar gingen? Die vraag is moeilijker te beantwoorden dan de vraag wat scheiding heeft gemaakt tussen Jacob en Ezau. Als het Christendom begon als een joodse sekte – zodat het Rabbijnse jodendom de oudere broer moet zijn – wanneer heeft dan de scheiding plaatsgevonden? En op welke manier heeft het Christendom zich van haar wortels losgemaakt? En vooral, welke prijs heeft het Christendom moeten betalen voor die losmaking?
Vele vragen hebben antwoord nodig, als we goed willen begrijpen wat hier aan de orde is. Het is gangbaar in het Protestantisme geworden, om het jodendom van de eerste eeuw af te doen als een “afvallige religie.” Joden zijn de halstarrige weigeraars. die verblind door de duivel niet kunnen zien dat de Messias al is gekomen. Vooral het idee dat zij, de Rabbijnse joden dus, geheel en al onder de wet staan en de prachtige christelijke vrijheid niet kunnen ervaren, samen met het idee dat elke vorm van gehoorzaamheid aan de wet meteen wetticisme of legalisme is, dat het jodendom is blijken steken in uiterlijke vormen en geen innerlijk geloof kent, en dat het leeft in strijd met de christelijke vrijheid, ja zelfs door God in de steek is gelaten, is diep in de protestantse en evangelische wereld doorgedrongen.
Van joodse kant is het natuurlijk de goddelijkheid van de Messias – Jezus als de Zoon van God – de voornaamste reden Christenen onmiddellijk als afgodendienaars te zien. De pogingen de status van de Messias uit het Oude Testament te bewijzen bevorderen het onderlinge gesprek niet. Men spreekt van een hopeloos misverstand over de betekenis van de Messiaanse teksten in de Tenach, en over het ontbreken van het belangrijkste kenmerk van de ware Messias, het aanbreken van het vrederijk voor de hele wereld. Lange eeuwen van verguizing en vervolging in de naam van Jezus dragen ook nog eens bij aan een algemene sfeer van vijandschap. Het feit dat de Noachidische geboden door Christenen niet worden aanvaard – hoewel het Apostelconvent die in Handelingen 15 aan de gemeente had opgelegd – maakt in joodse ogen de Christelijke kerk tot een onaanvaardbare collectie heidenen. Die zich ook nog tooien met de titel van het “ware Israel” om zodoende theologisch Israël geheel en al terzijde te schuiven.
Het schisma tussen jodendom en christendom is niet alleen een feit dat we onder ogen moeten zien. Het is niet alleen een belangrijke historische vraag, die nog steeds niet volledig bevredigend is beantwoord. Het is ook, gezien het optreden van het Messiaanse jodendom, een theologische vraag van de eerste orde. Is de ware vorm van het christendom de joodse vorm? Is er een Messiaans jodendom denkbaar, dat overneemt van het rabbijnse jodendom wat passend is, steeds aangevuld met de verwijzing naar Yashua (Jesjoea)? Is dat terecht opgevat door vele rabbijnse autoriteiten als een vorm van geestelijke diefstal? Of is dat toch de enige vorm van Christendom die theologisch aanvaardbaar is? Dan zou het nodig kunnen zijn het huwelijk tussen het Griekse denken en het oorspronkelijk joodse evangelie van Jezus/Jesjoea te ontbinden. Als het inderdaad tot ontrouw tegenover de God van Israel heeft geleid is dat zeker een echtscheidingsgrond die niet geloochend kan worden. De dogmatiek van de kerk zou van oorsprong Grieks kunnen zijn, triniteit, verkiezingsleer, eschatologie, de verhouding van kerk en staat, de morele eisen in de gemeente, dat alles zou in een Griekse en Latijnse context tot hopeloze verwarring geleid kunnen hebben. Alleen een stevige rejudaisering, d.w.z. een herbronning, een herorientatie, een bekering van het Christendom zou het authentieke geluid van Jesjoea ha-mosjieach nog kunnen redden.
Is er een gereformeerde of evangelische Christen te vinden die zo radikaal durft te breken met de traditie?
De komende tijd zal ik uitgebreid spreken, schrijven en video’s maken over dit thema. Daarvoor heb ik Beit Ahavat Torah opgericht. Onder die naam zet ik het werk van Koinonia Bijbelstudie Live! voort. KBL hield zich vooral bezig met de polemiek met de charismatische beweging, en deed veel “gewone” bijbeluitleg in een evangelisch-gereformeerd kader. BAT zal zich echter vooral richten op het jodendom (Leren van de Rabbijnen) en op het schisma van jodendom en christendom, alsmede op een vorm van herstel in een vorm van Messiaans jodendom.
UPDATE: ik zie geen heil meer in vormen van het Messiaanse Jodendom omdat het alle fundamentele problemen erft die aan de gangbare gereformeerde en evangelische theologie kleven en zich maar niet kunnen losmaken van de grote wendingen in het Christendom van de 3e en 4e eeuw.
Zie dit maar als een uitnodiging om mee te doen en te denken.