KOINIONIA LIVE! – Het Israël van Arnold Fruchtenbaum

https://www.podbean.com/media/share/pb-uyscf-96895d
Bespreking van enkele stellingen van Arnold Fruchtenbaum.

Dit waren de vragen:

 

  1. Waarom is het zo van belang om een leer van Israël te hebben in de theologie? Welk voordeel is daarmee verbonden? (bij stelling 72)
  2. Ik heb wel gelezen in het evangelie naar Johannes: “het heil is uit de Joden”(Joh. 4:22). Wat betekent dat dan?
  3. Ik hoorde toch ook in de kerk dat de gemeente van Christus het echte Israël is, het “Israël van God”- is dat dan niet zo?
  4. Het verbond met Israël is toch vervangen door het verbond met Christus en de gemeente? Hoe kan er nog een plaats zijn voor Israël?
  5. Veel mensen storen zich aan het idee dat het volk Israël uitverkoren zou zijn. Dat lijkt zo willekeurig, waarom Israël?

 

We hebben het al eens gehad over het verbond met Abraham. Hoe ziet Fruchtenbaum dat dan? De gemeente is toch gegrond op het geloof van Abraham? Niet op de afstamming naar het vlees?

DE STELLINGEN:

  1. Een goede Israëlologie leidt tot correcties in de christologie, in de leer van God de Vader, in de leer van de Heilige Geest. Ze geeft aanvullingen aan de leer van de satan – als de bron van alle antisemitisme – en ze verheldert een belangrijk element uit de leer van de zonde. De onvergeeflijke zonde, de lastering tegen de Heilige Geest, blijkt te verwijzen naar de nationale verwerping van Jezus als de Messias in Mattheus 12.
  2. In welke zin is de redding nu uit de joden, zoals Johannes 4:22 optekent uit het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw?
  3. De middelen van het behoud die God heeft aangewezen zijn door joden in de Schriften vastgelegd.
    b. Het behoud was altijd al door genade en uit geloof, maar de inhoud die we te geloven hebben is door de Joden aan ons verkondigd.
    c. Mijn verlosser was en is een Jood.
    d. De eersten die verlossing door geloof alleen hebben verkondigd, waren joden.
  4. Een goede Israëlologie relativeert de ecclesiologie. De Gemeente is niet Israël, geestelijk Israël, of het Israël van God. De kerk heeft de plaats van Israël niet ingenomen. Dit moet gezegd worden: de Gemeente heeft deel aan de geestelijke zegening van het joodse verbond, maar niet de materiële of fysieke zegeningen. De taak van de kerk is de joden tot jaloezie te brengen zodat ook zij het reddende geloof zullen aannemen. Het evangelie moet dus eerst aan joden worden verkondigd.
  5. Een goede Israëlologie maakt aan de Gemeente duidelijk dat zij weliswaar in de heiliging wel degelijk te maken heeft met een Wet, maar dat dat niet de Wet van Mozes is, ontdaan van haar ceremoniële en maatschappelijke geboden, maar de Wet van Christus. De zondag is dus ook niet in de plaats gekomen van de sabbat.
  6. In de systematische theologie zal een Israëlologie, een leer van Israël, vooraf moeten gaan aan de ecclesiologie, de leer van de kerk.
  7. Er zijn twee typen systematische theologie: de Verbondstheologie en de theologie van het Dispensationalisme. Een leer van Israël is in de Verbondstheologie bijna onmogelijk; in het Dispensationalisme is de leer van Israël beperkt tot de toekomst.
  8. De funderende gedachte van een Israëlologie moet zijn dat het volk Israël als natie is uitverkoren.
  9. Op grond van de uitverkiezing van Israël heeft God vier onvoorwaardelijke verbonden met Zijn volk gesloten. Deze verbonden zijn:
    a. Letterlijke verbonden met een letterlijke inhoud.
    b. Eeuwige verbonden
    c. Onafhankelijk van Israels gehoorzaamheid
    d. Alleen geldig voor Israël
    e. Niet onmiddellijk in hun geheel vervuld, maar staan nog open voor de toekomst.
  10. De eerste hiervan is het verbond met Abraham. (Gen. 12:1-3, 7; 13:14-17; 15:1-21; 17:1-21; 22:15-18)
  11. Het verbond met Abraham kent 14 onderdelen:
  12. Uit Abraham zou een groot volk voortkomen.
    2. Aan Abraham werd het land Kanaän beloofd.
    3. Abraham zelf zou zeer gezegend worden.
    4. De naam van Abraham zou groot worden gemaakt.
    5. Abraham zou een zegen voor anderen zijn.
    6. Die hem zegenen, zouden gezegend worden.
    7. Die hem vervloeken, zouden vervloekt worden.
    8. In Abraham zullen alle volkeren worden gezegend.
    9. Abraham zou een zoon krijgen van zijn vrouw Sara.
    10. Abrahams nageslacht zou in Egypte in slavernij terechtkomen.
    11. Uit Abraham zouden ook andere volkeren voortkomen, zoals de Arabische volkeren.
    12. De naam Abram zou worden veranderd in Abraham.
    13. De naam Sarai zou worden veranderd in Sara.
    14. Het teken van dit verbond zou de besnijdenis zijn – de besnijdenis is een teken van afstamming van Abraham, Isaak en Jakob.
  13. Om te kunnen begrijpen wat de status is van Israël in het heden, moeten we kijken naar de verschillende betekenissen van het woord Koninkrijk.
  14. God heeft een Universeel Koninkrijk, dat we ook kunnen aanduiden als Eeuwig Koninkrijk. Dit is Gods soevereine en voorzienige heerschappij.
  15. God heeft ook een Geestelijk Koninkrijk waartoe alle mensen behoren die zijn wedergeboren van Adam tot en met de laatste mens die geboren wordt. Hierover sprak Jezus met Nicodemus. In de huidige tijd zijn de Gemeente en het Geestelijk Koninkrijk synoniem aan elkaar.
  16. Met de term “Theocratisch Koninkrijk” bedoelen we Gods heerschappij over Israël – te beginnen bij Mozes in de vorm van een heerschappij door tussenpersonen (zoals Mozes, Jozua en de Richteren), en dan vanaf Saul in de vorm van een menselijke koning als tussenpersoon. (Tussen de eerste koning Saul tot de laatste koning Zedekia.)
Dit bericht is geplaatst in BIJBELSTUDIE met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *