Geloof en gehoorzaamheid – voorbereiding voor de verkondiging in Hilversum op 25/8 2019

Waarom het evangelie de heerschappij van Christus over ons leven betekent…

Hier is de preek zoals die uiteindelijk werd uitgesproken:

 

In onze cultuur hebben mensen een hekel aan het woord gehoorzaamheid. De meeste mensen denken dat het hooguit geldt voor werknemers en soldaten. En dan nog alleen maar binnen de nauwe grenzen van de wet. Wij hebben onze vrijheid lief. We hebben, terecht, een hekel aan alle vormen van slavernij. En dat is heel juist want de ene mens zou niet over de andere mens moeten heersen.

Deze drang tot vrijheid hebben wij zelfs van de Bijbel geleerd. Het evangelie van Jezus Christus is het evangelie van de bevrijding. Van de bevrijding van de Wet van Mozes die alleen maar veroordelen kon. De bevrijding tot een leven waarin de liefde regeert en niet de regeltjes van de moraal.

Maar als we het daarbij zouden laten, krijgen we de Bijbel tegen ons. Geloof in Jezus gaat altijd samen met gehoorzaamheid aan Hem. Het is net als met kinderen in een gezin. Als een kind zou verklaren dat hij of zij de ouders liefheeft, terwijl het tegelijkertijd die ouders volledig ongehoorzaam is en alleen maar doet wat hij zelf wil, spreekt dat kind met zijn gedrag zijn woorden tegen. Maar zo is het ook met ons als gelovigen.

De apostel Johannes schrijft in zijn eerste brief: “hieraan weten wij dat wij Hem kennen, als wij Zijn geboden bewaren” (1 Johannes 2:3). In diezelfde brief zegt hij: “Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft” (1 Joh. 1:6). Jezus zelf zegt in het evangelie: “waarom noemen jullie mij Heer, heer, en doen niet wat ik zeg?” (Lucas 6:46). Petrus verkondigt in zijn eerste brief, dat wij zijn uitverkoren om Jezus Christus te gehoorzamen (1 Pe. 1:2) terwijl ongelovige mensen degenen zijn “die het evangelie van God niet gehoorzaam zijn” (1 Pe. 4:17).

Het is zeker waar dat het evangelie van Christus gaat over de liefde van God die zich naar ons heeft uitgestrekt. Het is zeker waar dat wij in de protestantse traditie staan waarin voorrang wordt gegeven aan de genade van God, die ons zonder tegenprestatie, zonder “werken” wil behouden – eeuwig leven wil geven. Maar het is evenzeer waar, dat het Nieuwe Testament voortdurend waarschuwt tegen de gedachte, dat dit het hele evangelie zou zijn. Wij zijn behouden door genade alleen en uit geloof. Wie met gelovig vertrouwen de Heere God aanroept, zegt Paulus, zal behouden worden. Maar de verwachting is dat iemand die tot bekering is gekomen, de liefde van God heeft ervaren, God dankbaar is voor zijn redding, nu ook gehoorzaam is aan de Here Jezus Christus. Zo hebben we dat gelezen in Johannes 14.

“Als u mij liefhebt, neem dan mijn geboden in acht.”

“Wie mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die mij liefheeft.”

“Als iemand mij liefheeft, zal hij mijn woord in acht nemen.”

En negatief geformuleerd:

“Wie mij niet liefheeft, neemt mijn woorden niet in acht.”

Maar zijn we wel in staat om Gods geboden te bewaren en te doen? Daar gaat de passage over in Johannes 14 die we hebben gelezen. Want het antwoord op die vraag is eenvoudigweg: nee! Er is immers niemand die goed doet. Maar naast de vier uitspraken over gehoorzaamheid die we gelezen hebben, staat een hele reeks van beloften over de voorwaarden van onze gehoorzaamheid. Hoe is het mogelijk dat een mens van harte de geboden van Christus onderhoudt? Welnu dat komt, door de aanwezigheid van God in ons leven. Zowel de Vader, als de Zoon als de Heilige Geest zijn bij ons en in ons. Daaraan ontlenen wij het vermogen om God gehoorzaam te zijn.

1.

In de eerste plaats lezen we dat wij een helper hebben. De Heilige Geest wordt hier een parakleet genoemd. Dat is een Grieks woord en heel veel betekenissen. Het betekent letterlijk iemand die wordt opgeroepen om naast je te gaan staan, om mee te helpen, te troosten, te adviseren, te vermanen, om voor jou op te treden, jouw aan te moedigen en je advocaat te zijn, D.w.z. je verdediging op zich te nemen. Jezus bidt de vader om deze andere helper, die lijkt op Hem, zoals Hij in Zijn leven de Parakleet was van de discipelen. Maar nu komt de Geest in Zijn plaats om te onderwijzen zoals Jezus, te bemoedigen zoals Jezus en voor zijn discipelen te bemiddelen, net zoals Jezus.

Deze Geest blijft bij ons tot in eeuwigheid, zegt onze tekst. Hij is bij ons om ons te helpen, en hij is in ons om onze kracht te geven. Hoe doet de Geest dat dan? Sleutel is dat de Geest hier een titel meekrijgt: Hij is de Geest van de waarheid. Het is deze Geest die de waarheid van het evangelie aan ons helder maakt, het ons in prent. Deze Geest is Degene die ons verduidelijken wil wie Jezus is en wat Hij van ons wil.

2.

In de tweede plaats lezen we dat ook de Zoon van God bij ons en in ons is. De wereld ziet Jezus niet, maar wij kregen de belofte “U zult Mij zien, want Ik leef en u zult leven.” Wij zien, dat wil zeggen wij kennen en begrijpen Hem. Na de opstanding zouden de discipelen Hem letterlijk zien. Gelovigen zijn bij machte om de aanwezigheid van Jezus al in dit leven waar te nemen hij heeft immers gezegd: “Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten” (Heb. 13:5). Zo heeft Hij ook gezegd: “Zie ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld” (Mat. 28:20). Maar we hebben niet alleen de belofte dat Hij bij ons of naast ons zal staan, en we hebben niet alleen de belofte dat Hij ons zelf vasthouden, maar we hebben zelfs de belofte dat ze in een nog diepere eenheid met Hem zijn. Wij zijn een geworden met Jezus Christus doordat Zijn Geest in ons woont. Jezus beloofde dat na de opstanding de discipelen zouden begrijpen dat Hij een dergelijke onbreekbare band met God de Vader had, “u zult inzien dat Ik in Mijn Vader ben. Maar diezelfde band is er ook tussen de Here Jezus en ons. Want vers 20 vervolgt met de woorden: “en u in Mij, en Ik in u”!

3.

Maar dan is er ook nog de aanwezigheid van God de Vader. Wie de Here Jezus liefheeft, en Zijn Woord in acht zal nemen, wordt ook door God de Vader liefgehad. Dan geeft Jezus weer een belofte. “Wij”, dat is de Vader en de Zoon, “Wij zullen naar hem toekomen en bij hem intrek nemen.” Iedereen die Jezus liefheeft, is voorwerp van de liefde van God de Vader. En dan neemt die God intrek bij ons. Hij kan dan bij ons wonen.

4.

De Heilige Geest, is de Geest van de waarheid. De Geest, deze Parakleet, is ook onze onderwijzer. Hij brengt in herinnering wat Jezus tot ons gesproken heeft. Hij zal het ons uitleggen. Want alleen als wij Zijn woorden, Zijn geboden kunnen begrijpen, zijn we in staat die geboden ook te gehoorzamen.

Geloof het betekent de Here Jezus kennen; en Hem kennen betekent en moet leiden tot dat wij Hem liefhebben; en als wij Hem liefhebben dan verzekerd Godons van Zijn bijzondere nabijheid: de Geest blijft in ons tot in eeuwigheid; Vader en de Zoon nemen hun intrek in ons leven. Natuurlijk is dat alles beeldspraak. Maar dat maakt het niet minder waar. God de Vader zendt tot ons de Heilige Geest in de Naam van Zijn Zoon.

Voor Johannes is dit de voorwaarde van de gehoorzaamheid. Zonder een Helper, een Parakleet is dat onmogelijk. Zonder kennis en inzicht in de woorden van Jezus is dat onmogelijk. Daarom biedt de Zoon aan de Vader om de zending van de Geest. Opdat wij niet alleen maar in Hem zouden geloven, maar Hem ook gehoorzaam zouden zijn.

De sleutel tot deze gehoorzaamheid, denk ik, bestaat in het regelmatig lezen en overdenken van Gods Woord. Dat vergt inzet en discipline. De bijbel is immers geen makkelijk boek. Maar de vrucht van bijbelstudie is groot: we leren Jezus kennen door Gods Woord, we leren Zijn geboden begrijpen en toepassen, we ontdekken de trouwe aanwezigheid van Christus in ons leven.

Dit bericht is geplaatst in PREKEN, Verkondiging. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *