Een Jood in het innerlijk – Nawoord #2 bij de serie Theologische Autobiografie

Het tweede deel van het Nawoord, waarin ik zeg wie ik ben en waar ik sta. Dit is het eindpunt van mijn zoektocht naar de waarheid die al in mijn vroege jeugd begon.

Als jongen van 12 bij de Vergadering van Gelovigen. Begin van de reis. Toen wist ik nog niets van de familietraditie over mijn herkomst.

Ik besef hoe kwetsend dit kan zijn voor mensen die mij in mijn “vorige” leven hebben gekend. Maar hier sta ik, ik zou niet anders willen.

Na meer dan 50 jaar zoektocht naar de waarheid: mijn geestelijke familie…

Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink.

8 reacties op Een Jood in het innerlijk – Nawoord #2 bij de serie Theologische Autobiografie

  1. Jan Luiten schreef:

    Beste Robbert,

    Jouw keuze voor uitsluitend het Jodendom heb ik al een tijd zien aankomen. Je hebt nog een poging gedaan voor een tussenoplossing met het adoptianisme, maar daar heb ik je de laatste tijd niet meer over gehoord.

    Vragen over het Christendom heb ik, als christen, ook: wat merk je van het leven uit de Geest bij jezelf en bij anderen, hoe heeft het christendom zo kunnen ontsporen, hoe moet je de oud-testamentische profetieën uitleggen waar het gaat over de messiaanse tijd, wat houdt precies de verzoening en het sterven van Jezus in, hoe de drie-eenheid te begrijpen?
    Ik had gehoopt bij jouw daar meer bijbels gefundeerde antwoorden op te vinden.

    In een boek van Francis Schaeffer (Het voleindigde werk van Christus, de waarheid van Romeinen 1-8) zijn twee interessante hoofdstukken: ‘Rechtvaardiging na het kruis’ en ‘Rechtvaardiging voor het kruis’, corresponderend met respectievelijk Rom. 3:21-30 en 3:31-4:25. De schrijver betoogt dat de wijze van rechtvaardiging voor en na de wet en voor en na Christus in principe het zelfde is, namelijk niet uit het kunnen voldoen van de werken (100% haal je niet), maar door geloof in Gods beloften, waaronder ook de belofte van de zich opofferende messias. Hij verwijst hierbij naar Abraham (het offer op de berg Moria), David (psalm 16:8-11) en Hebreeën 4. Een en ander vraagt voor mij nog wel wat meer studie.

    Mijns inziens is het door jou geconstateerde schisma dan niet de breuklijn tussen jodendom en christendom, maar tussen zelfrechtvaardiging en rechtvaardiging vanuit het geloof in Gods beloften, en dat zowel bij de joden als bij de heidenen.

    Gezien jouw keuze verwacht ik minder naar je te zullen luisteren. Ik blijf bij het christendom. Ik heb daar mijn redenen voor. De vergeving van zonde is voor mij essentieel belangrijk, waarbij naast een ‘verbrijzeld hart’, een vorm van genoegdoening noodzakelijk is. De brandoffers uit Lev. 1 zijn wel degelijk bedoeld als middel tot verzoening, zie vers 4 of ook Ps. 51:21.
    Verder zijn OT en NT wederzijds van elkaar afhankelijk. Het OT zonder het nieuwe loopt dood, er is al 2000 jaar geen vervolg. Het NT zonder het oude is onbegrijpelijk. Wat dat betreft vind ik het mooiste voorbeeld het leven van Jozef als voorafbeelding van Jezus.

    Bedankt voor hetgene wat ik, met name wat het jodendom betreft, van je heb geleerd en voor je soms uitgebreide reacties op aantal van mijn vragen en opmerkingen.

    Hartelijke groet,
    Jan Luiten

    • Robbert Veen schreef:

      Dag Jan, een paar reacties.

      De keuze voor “uitsluitend het Jodendom” betekent niet dat ik geen grote waardering heb voor de Messiaans joodse beweging van de eerste eeuw (of die in het heden) en dat ook niet als een onderdeel van het Jodendom zou zien. Het betekent ook niet dat de Rabbi uit Nazareth voor mij van geen enkele waarde of betekenis zou zijn. In zekere zin ben ik “ongeneeslijk” christelijk. Daarom heb ik ook gezegd dat ik mij in een soort niemandsland bevind.

      Waar ik mee worstel is met dat hele gewicht aan Griekse filosofie die in de dogmatiek van de vroege kerk is ingeslopen en door de Reformatie onvoldoende verwijderd is. Waar ik ook mee worstel is met die enorme verhoging van de betekenis van Jezus, naar ik denk ook tegen zijn eigen woorden en intenties in. De vergoddelijking van Jezus maakt het christendom tot een vreemde godsdienst die in strijd komt met zijn eigen wortels. Het is net alsof iemand een eerste verdieping wil gaan bouwen naast het fundament dat gelegd is. Het gaat dus om de vervanging van de Torah door Jezus, de concentratie van Gods openbaring in de Messias, de vervanging van Israël door de kerk, de opname van Grieks gedachtegoed in het denken over de Torah, de leer van de rechtvaardiging door geloof alleen, de verwerping van de mondelinge leer. Ik denk dat je Paulus veel beter kunt verstaan vanuit zijn joodse context, dan in de Reformatie gebeurd is.

      Is er dan geen “rechtvaardiging” van het typisch christelijke? Jazeker. Maar niet als een exclusieve, alleen zaligmakende beweging, die het Jodendom feitelijk buitenspel zet. De volkeren leerden de God van Israël kennen via Jezus. De volkeren hebben er dus alle recht op om grote eerbied te tonen voor deze rabbi uit Nazareth. Maar dat moet begrensd blijven tot eerbied, en mag geen afgoderij worden.

      Ik kan mij voorstellen dat een andere uitleg van de triniteit, de zogenaamde “economische triniteit”, het christendom feitelijk veiligstelt voor de aanklacht van afgoderij. Dat de toegang tot de God van Israël voor de volkeren verloopt in een soort samenspel van God en Jezus als de Messiaanse voorloper is voor het Jodendom denk ik principieel aanvaardbaar.

      Ook het Jodendom wijst het idee af, dat je de zaligheid kunt verdienen door de “wet” te volbrengen. Daarin zit eigenlijk geen verschil. Wat het Jodendom wel afwijst is de gedachte dat een bevestiging van het evangelie in woorden, een belijdenis van Jezus als de Messias, de enige toegang tot het heil zou zijn.

      Ik kan het mij op dit moment niet anders voorstellen, dan dat een oprechte en consequente christen uiteindelijk zichzelf (theologisch) als een Jood zou moeten beschouwen.

      Jammer dat mijn belijdenis van waar ik in het geloof nu sta, voor jou aanleiding is om minder bezig te zijn met de studies die ik maak. Die studies zijn immers exegetisch en historisch. Ik heb nooit zomaar en zonder meer een geloofsrichting willen verdedigen. Het gaat mij om de waarheid zoals die zichtbaar wordt in de nauwkeurige lezing van het Oude Testament. De Torah staat voor mij voorop. En het is waar dat ik al datgene wat ik aantref in het Nieuwe Testament dat, tenminste in de huidige uitleg, daarmee in strijd is, niet aanvaarden kan, maar dat betekent nog niet dat ik het niet op een juiste wijze zou kunnen uitleggen en verhelderen

      Natuurlijk wens ik jou ook al het beste bij de doordenking van de vragen die jij hebt bij het christendom maar ik zou zeggen dat juist onze verschillen de dialoog vruchtbaar maken. Maar daarover kun jij alleen beslissen.

      Hartelijke groet
      Robbert

  2. Tanja Strijk schreef:

    Hallo Robbert, Je zegt : Waar ik nu ben uitgekomen is minder duidelijk. Ik vermoed ergens in het niemandsland tussen Jodendom en christendom. Voor christenen onaanvaardbaar vanwege mijn verwerping van de godheid van Jezus, en voor het Jodendom onaanvaardbaar vanwege mijn grote respect voor de persoon van de jood Jezus van Nazareth.
    Dat niemandsland dat kan je weg worden naar het uiteindelijke Koninkrijk van G-d (Hashem).
    Je zegt: Ik denk dat het christendom een poging geweest is om een brug te slaan tussen Jodendom en de heidense wereld – met als goed effect dat de wereld is voorbereid op de komst van de Messiaanse tijd.
    De Christenen en Joden kunnen nu samen op weg gaan om een brug te slaan tussen Jodendom en Christendom.
    De volgers van Yeshua (Jezus) kunnen zijn onderwijs volgen en delen. De Thora, de Profeten, de Geschriften en de Evangelieen en de Geschriften van het NT met als doel ANDERE DISCIPELEN van hem te worden en voor hem te maken. Wij kunnen samen toewerken naar de komst van dat Koninkrijk van G-d (Hashem), wat met de komst van de Messias (Yeshua) op aarde gevestigd zal worden. Wij kunnen één familie zijn. Het geloof verbindt ons en we mogen samen het werk gaan doen dat G-d voor ons heeft bereid. Daarom is onderlinge liefde en gemeenschap zo belangrijk. Laten wij samen het huis, de gemeente van Tikkoen (herstel) zijn.

    • Robbert Veen schreef:

      Maar waarom is het dan nodig om het Christendom eerst aanzienlijk te reviseren, om dan met een restant ervan de weg naar het jodendom te zoeken? Vanuit het jodendom gezien is alleen de aanvaarding van de Noachidische Torah noodzakelijk! Daarin ligt volgens mij de brug.

      • Tanja Strijk schreef:

        Omdat we in genesis 12 de belofte van G-d aan Abraham lezen:
        2 En Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken; en wees een zegen!
        3 En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden.
        Omdat Paulus zegt in Romeinen11:
        1 Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israeliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin.
        11 Zo zeg ik dan: Hebben zij gestruikeld, opdat zij vallen zouden? Dat zij verre; maar door hun val [is] de zaligheid den heidenen [geworden], om hen tot jaloersheid te verwekken.
        12 En indien hun val de rijkdom is der wereld, en hun vermindering de rijkdom der heidenen, hoeveel te meer hun volheid!
        15 Want indien hun verwerping de verzoening is der wereld, wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit de doden?
        16 En indien de eerstelingen heilig zijn, zo is ook het deeg [heilig], en indien de wortel heilig is, zo zijn ook de takken [heilig].
        26 En alzo zal geheel Israel zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.
        28 Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil;
        33 O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen!
        36 Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem [zij] de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

        • Robbert Veen schreef:

          Je neemt dan aan:
          Dat Israel “gevallen” is. (Maar hoezo dan? Hebben zij dan niet terecht de pretenties van vele Messiassen” afgewezen?)
          Dat de zegen van Abraham aan de volkeren door middel van Jezus aan de volkeren wordt gegeven. (Heeft Genesis 12 dat in gedachten? Of komt die zegen d.m.v. het volk Israel?)
          Dat zij “vijanden” zijn t.o.v. het evangelie. (Die vijandschap kun je historisch verklaren! Wat de tijd van Paulus betreft. Maar die gedachte heeft later ongelofelijk veel ellende voor Israel veroorzaakt.)
          Dat Israel tot “jaloersheid” moet worden verwekt. (Jaloers mogen wat mij betreft alleen de heidenen zijn die tot zo’n armelijke godsdienst zijn vervallen.)

  3. Hans Frinsel schreef:

    Beste Robbert,
    Tussen de bedrijven door (ik ben de afgelopen 7 maanden 2x naar Afrika geweest voor periodes van 7 weken) heb ik geprobeerd je posts te volgen. Het lukte me niet altijd om het goed te begrijpen waar je heen ging met je gedachten. Het was verwarrend voor me, en begrijp ook niet precies hoe het eindpunt waar je over spreek, er nu precies uit ziet. Wat is er over van Jezus Christus?
    Ook vraag ik me af, gezien de vele wegen die je in je zoektocht hebt bewandeld, hoe je er nu zo zeker van kunt zijn dat dit echt het eindpunt is. Ik wens je Gods zegen en Zijn licht op je weg, en bid dat je Zijn grootste gava aan ons, Jezus Gods Zoon daarop och in alle klaarheid mag zien.

    • Robbert Veen schreef:

      Beste Hans,

      Tegenover al degenen die mijn reisgezel geweest zijn in mijn leven, moet ik me verontschuldigen voor de verwarring en misschien ook wel het verdriet dat bij hen ontstaan is Laat ik dat voorop stellen.

      Het meest pijnlijke moet zijn, dat ik in hoge mate afwijk van de orthodoxe belijdenis van Jezus. Maar ik moet daar ook duidelijk over zijn. Ik denk dat het een vergissing geweest is, om hem te zien als Heer en Verlosser. Ik heb er nog steeds moeite mee om dit helder te verklaren, omdat het grootste deel van mijn leven dit mijn belijdenis is geweest. Maar ik heb de afgelopen jaren in stijgende mate deze overtuiging voelen afbrokkelen. Een groot aantal factoren heeft daartoe bijgedragen. Niet in de laatste plaats mijn ervaringen met de charismatische beweging. En de krachteloosheid van de vrijzinnigheid. En de volstrekte assimilatie van de gangbare hervormde en gereformeerde kerk. En het gebrek aan morele duidelijkheid van het christendom wereldwijd.

      Maar het belangrijkste en misschien wel doorslaggevende is geweest, dat de ontdekking van de joodse achtergrond van het Nieuwe Testament en van de bijna onbeholpen wijze waarop het Nieuwe Testament aansluit bij het Oude Testament, mij gevoelig hebben gemaakt voor de waarheid van het Jodendom. Als Jezus de Messiaanse eindtijd niet heeft laten beginnen, dan is het inderdaad de vraag of hij de Messias is geweest. En als we in het Oude Testament het idee van een plaatsvervangend lijden niet kunnen vinden, en als in het Nieuwe Testament het ook het zo fundamentele begrip van de triniteit niet kan worden gefundeerd, dan blijft er eigenlijk nog maar weinig over van de fundamentele belijdenis in het christendom.

      Ik denk dat het christendom een poging geweest is om een brug te slaan tussen Jodendom en de heidense wereld – met als goed effect dat de wereld is voorbereid op de komst van de Messiaanse tijd. Ik denk dat het christendom een aanpassing is, maar ook een afwijking van de weg van Israël. En ik denk dat de waarheid van het christendom alleen kan worden geclaimd, als je op een bijna nonchalante wijze het Jodendom en zijn tradities van de hand wijst. Zonder antisemitisme kan er geen christelijke waarheid zijn. Maar de afwijzing van alles wat joods is, is in strijd met het joodse leven zowel van Jezus als de apostelen.

      Je vraagt wat er over is van Jezus Christus. In mijn beleving eigenlijk heel veel. Dat deze joodse man uit Galilea tot de innerlijke overtuiging kwam dat hij wellicht degene was die door God kon worden gebruikt om het Messiaanse rijk in te luiden. De mate van zijn vertrouwen op God, de diepte van zijn begrip van wat de Torah betekent in het licht van die Messiaanse tijd. En dan de prachtige manier waarop hij zich gericht heeft juist op de verworpenen binnen Israël. En dan de moed die hij getoond heeft door de confrontatie zowel met de joodse als de Romeinse overheden te doorstaan, in de volle overtuiging dat God zou ingrijpen. Maar, zo lijkt mij, juist met een zekerheid over God die hij zijn Vader kon noemen, dat zijn geloof niet geschokt zou zijn wanneer het anders liep dan zijn eigen verwachting. Maar we komen niet heen om de woorden die hij zelf heeft gesproken: mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Als je die woorden bekijkt zonder de last van de geschiedenis van de theologie, dan kun je alleen maar concluderen dat Jezus heeft verwacht dat hij niet verlaten zou worden, maar dat God zou ingrijpen. En als dan duidelijk wordt dat dat niet gebeurt, blijft Jezus toch nog denken aan Psalm 22. Zijn dood is dan uiteindelijk de dood van een politieke martelaar.

      Mijn probleem begint bij de verwerking van de boodschap van het Nieuwe Testament, het gezag dat aan de apostolische geschriften werd toegekend, en over het raamwerk waarin de eerste gemeente 20 of 30 jaar na de dood van Jezus zijn boodschap heeft geplaatst. Als al deze zaken in het geding zijn, dan is uiteindelijk ook het fundament dat onder al deze waarheden geplaatst is, de opstanding, niet langer houdbaar.

      Ik ben me er niet van bewust vele wegen te zijn gegaan. Als ik terugkijk zie ik een enkele weg met vele tussenstations. Van de Vergadering naar het Jodendom, zeven jaar lang, dan een nieuw begin in het christendom in de Doopsgezinde Broederschap, daarna om praktische redenen de Protestantse Kerk in Nederland en de Verenigde Protestantse Kerk in België. En dan nu weer terug naar het Jodendom. Ik kan niet anders zeggen dat dat voor mij een logische weg is geweest. Waar ik nu ben uitgekomen is minder duidelijk. Ik vermoed ergens in het niemandsland tussen Jodendom en christendom. Voor christenen onaanvaardbaar vanwege mijn verwerping van de godheid van Jezus, en voor het Jodendom onaanvaardbaar vanwege mijn grote respect voor de persoon van de jood Jezus van Nazareth. Maar ik bevind mij in het goede gezelschap van velen die deze weg voor mij hebben afgelegd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *