De wet van Christus in Romeinen 12:9-21


#1a Het gebod m.b.t. de eigen houding

Rom. 12:9 Laat de liefde ongeveinsd zijn. Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede.

#1b Geboden m.b.t. de omgang in de gemeente met broeders en zusters

Rom 12:10 Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon.  Rom 12:11 Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere.  Rom 12:12 Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed.  Rom 12:13 Wees deelgenoot in de noden van de heiligen. Leg u toe op de gastvrijheid.

#2. Geboden m.b.t. de collectieve vijanden

Rom 12:14 Zegen wie u vervolgen. Zegen hen en vervloek hen niet.  Rom 12:15 Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen.  Rom 12:16 Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog.  Rom 12:17 Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen.  Rom 12:18 Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen.

#3 Geboden m.b.t. de persoonlijke vijanden

Rom 12:19 Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere.  Rom 12:20 Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen.  Rom 12:21 Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.

Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *