Jacques Ellul, De reden van het zijn, Meditatie over Prediker[1]
Samenvatting
Deel 15
Tegenstrijdigheid
III, 1-11
“Er is een tijd voor alles
en een tijd voor alles onder de hemel:
tijd om te baren en tijd om te sterven;
Tijd om te planten en tijd om de plant te plukken;
tijd om te doden en tijd om te genezen;
tijd om te bezuinigen en tijd om op te bouwen;
tijd om te wenen en tijd om te lachen;
tijd om te rouwen en tijd om te dansen;
tijd om stenen te gooien en tijd om stenen te verzamelen;
tijd om te zoenen en tijd om niet te zoenen;
tijd om te zoeken en tijd om te verliezen;
Tijd om te bewaren en tijd om weg te werpen;
tijd om te scheuren en tijd om te naaien;
tijd om te zwijgen en tijd om te haten;
tijd voor oorlog en tijd voor vrede.
Welk profijt heeft de doener van het werken? Ik heb de zorg gezien die God aan de zonen der mensen heeft gegeven om te verzorgen. Hij heeft elk ding op zijn tijd mooi gemaakt, en bovendien geeft Hij in de harten der mensen het verlangen naar de eeuwigheid, zonder dat de mens in staat is het werk dat God van het begin tot het einde gedaan heeft, te ontdekken.” [99]
(…) wij moeten niet vergeten dat wij, ieder van ons, tijd hebben. Hoe oud, hoe ziek wij ook mogen zijn, wij moeten er nu van verzekerd zijn dat er een tijd is voor elk werk onder de zon. Zeg tegen uzelf: “U hebt de tijd.
(…)
U kent uw erfgenaam niet! Maar Paulus gaat daar indirect op in door te verkondigen: Paulus plantte, Apollos liet het groeien, en het was God die de vrucht gaf. Het gaat niet om Paulus of Apollos, maar om God! En het is God, Die elk werk waardeert en er Zijn tijd aan geeft![100]
Het gaat niet om het woord steen, maar om het woord: verzamelen, en “bewaren” kan heel goed betrekking hebben op het vergaren… van geld![101]
De wijze zegt ons niet; het is goed om vrede te maken of lief te hebben, het is slecht om oorlog te maken en te haten. Hij merkt op dat dit de hele werkelijkheid is van het leven van de mens.
(…)
Luister naar onze kunstwerken, ze gaan allemaal over dood, vernietiging, desintegratie, breuken, tranen, haat en oorlog. Elke film, elk TV-programma bevat dit. Zij zeggen: “Maar zo is de wereld nu eenmaal.
God heeft alles mooi gemaakt op zijn tijd. Dus alles, wat het ook is, is de moeite waard om voor te leven. Ja, zelfs de dood. En dat schandaliseert ons. De oorlog. De breuk. Het huilen. Haat… Dat is niet mogelijk! Zelfs de dood is het waard om geleefd te worden (vandaar het belang van de vraag die tegenwoordig gesteld wordt, wanneer wij het voorkomen zien van therapeutische halsstarrigheid en de werkelijke internering van de stervende, die ertoe gebracht wordt alle besef van zijn dood te verliezen…)[103].
Jacques Ellul, La raison d’être, Méditation sur l’Ecclésiaste, Editons du Seuil, Paris, 1987
[1] Vertaald uit het Frans. Hier is het origineel: la-raison-detre-meditation-sur-lecclesiaste-par-jacques-ellul/
[99] Idem, p. 221
[100] Idem, p. 223
[101] Idem, pp. 223-224
[102] Idem, p. 224
[103] Idem, p. 225