De Christus moest veel lijden…

In de week tussen Palmpasen en Paasochtend gaat het om het lijden en de dood van een man die meer dan 2000 jaar geleden is geboren. Je kunt je afvragen waarom dat voor ons nog relevant kan zijn. Het verhaal is op zich ontroerend. Een joodse man komt op voor zijn idealen maar wordt door een wrede bezetter gedood. Zijn dood is een publiek spektakel. Dat lot ondergingen vele joden in zijn tijd, maar geen van hen is zo wereldberoemd geworden. We kunnen met onze historische blik nog wel zien, dat de onschuld van deze man in scherp contrast staat tot zijn levenseinde. Het hele verhaal vormt een contrast met onze morele idealen en het is een monument van de wreedheid van een regime die we niet meer accepteren in onze tijd. Het scherpt onze blik voor het lijden van enkelingen onder totalitaire regimes in onze geschiedenis: in Nazi Duitsland, in het voormalige Oost-blok, in Zuid-Amerikaanse landen. Het komt nog steeds voor.

Zo kan zelfs voor niet-christenen het verhaal van Jezus’ lijden (zijn passio in het latijn) een symbolische waarde krijgen. De persoon van Jezus is zelf omstreden. Wat christenen geloven over Jezus Christus is niet zo duidelijk meer. Ook christenen zijn verdeeld geraakt. Juist ook in Nederland. Het gaat vooral over de vraag welke betekenis het lijden en sterven van Christus voor mensen van nu kan hebben. En dat staat weer in nauw verband met de vraag wie Jezus Christus eigenlijk is.

De lijdensgeschiedenis

De lijdensgeschiedenis is vermoedelijk een zelfstandig verhaal geweest dat door de evangelisten uit één of meerdere bronnen is overgenomen. Het heeft een typische structuur:

Voorbereiding met de discipelen

  1. Het avondmaal met de discipelen
  2. Het verblijf in Getsemane; Jezus bidt om redding

Het optreden van de joodse overheden

  1. De gevangenneming van Jezus
  2. Het verhoor door de Raad; de uitlevering
  3. De verloochening door Petrus

Het optreden van Rome

  1. De voorgeleiding bij Pilatus
  2. De bespotting door de soldaten

Jezus’ dood en opstanding

  1. De kruisiging, het sterven en de begrafenis van Jezus
  2. De opstanding

Het verhaal begint dus in de intieme kring van de leerlingen van Jezus. Dan wordt de kring wijder wanneer we Jezus tegenover de joodse religieuze autoriteiten zien staan. Tenslotte representeert Rome de politieke macht van de wereld. Jezus staat met zijn koninkrijk – dat geheel anders is dan dat van de keizer – tegenover Pilatus. Twee vertegenwoordigers van twee geheel verschillende machtssystemen staan tegenover elkaar.

De vernedering en geseling van Jezus in de handen van de soldaten is de opmaat tot het verhaal van de kruisiging zelf. Jezus is dan geheel en al alleen. De discipelen hebben hem niet kunnen bijstaan en Petrus heeft hem zelfs geloochend. De religieuze autoriteiten hebben hem veroordeeld hoewel ze eigenlijk geen goede rechtsgrond voor een veroordeling kunnen vinden. De juridische macht van Rome spreekt weliswaar Jezus vrij, maar is om politieke redenen gedwongen hem te laten kruisigen. Uitgebreid wordt de nederlaag van Jezus in beeld gebracht: de kruisdood in verlatenheid en de begrafenis zijn het einde van de geschiedenis van de mens Jezus van Nazaret.

Dit bericht is geplaatst in Algemeen, Exegese. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *