Een favoriete tekst in de genezingsbediening van onze charismatische neefjes – of het broeders zijn weet ik niet – is natuurlijk Marcus 11:23.
“Voorwaar, Ik zeg u, dat wie tot deze berg zegt: wordt opgeheven en in de zee geworpen, en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat wat hij spreekt gebeurt, het zal hem gebeuren.”
Op het eerste gezicht lijkt dit ook keiharde ondersteuning van de charismatische overtuiging, dat het allemaal draait om geloof.
“Ook bij gebedsverhoring legt Jezus de oorzaak bij geloof. Geloof is dus ontzettend bijzonder. Het simpele feit dat jij jouw hand op een zieke legt, in geloof, is voldoende om ze gezond te maken. Daar hoef je niet eens bij te bidden. Het is gewoon een handeling in geloof. Daarom is geloof zo bijzonder. Geloof is de treinrails voor Gods kracht. Geloof zal werken zonder te bidden, maar bidden zal nooit werken zonder geloof.”– zegt Tom de Wal.
Een lap geweven stof kun je scheuren. Ook het weefsel waarmee allerlei teksten uit hun verband worden gelezen en worden samengevoegd tot de lering over het geloof, kun je tegenspreken door te wijzen op de praktijk. Op wat er echt gebeurt tijdens zogenaamde genezingsbijeenkomsten. Op het podium kun je voor een goedgelovige menigte makkelijk van alles en nog wat claimen en beweren. Het meeste daarvan kan niet eens getoetst worden, vele andere zogenaamde genezingen blijken na inspectie op overdrijvingen en soms leugens te berusten.
Een lap geweven stof kun je ook ontrafelen. Je begint met een draadje, en na verloop van tijd hou je een kluwen in je hand. Alle teksten over het geloof, als de oorzaak van genezing, als de sleutel tot wonderen, als het geldige vliegticket van de hemel, als het door God gegeven gezag “dat de klus klaart”, hebben hun eigen bijzondere betekenis en strekking. Charismatische exegese lijkt op een sapmachine, waarin al die bijzondere teksten worden vermalen, vermengd met suiker, om er een smakelijk drankje van te maken.
Wie dat alles wil tegenspreken, krijgt er een dagtaak aan. Tom de Wal schudt uit de concordantie zo’n beetje alle teksten waarin het woord geloof voorkomt en behandelt ze als een Doe het zelfboek. Vijf manieren om geloof te ontvangen. Zeven manieren om te weten dat God wil genezen. Zeven stappen om je wonder te ontvangen.
Mensen raken soms onder de indruk van de schijnbare stortvloed van teksten waarin geloof een rol speelt.
Ik heb wel wat beters te doen dan op elke tekst, elke vervalsing, elke overdrijving te reageren. Wie de Schrift kent heeft het niet nodig, en wie de Schrift niet horen en gehoorzamen wil, luistert er toch niet naar. Maar misschien wil iemand het ontrafelen. Misschien dat je dan iets hebt aan dit ene draadje.
Als ik spreek tegen een berg in geloof, kan ik die berg verplaatsen en in de zee werpen? De meeste mensen lezen dat letterlijk en concluderen dat ze er verder weinig mee kunnen. Waar halen ze dat grote geloof vandaan? Maar vooral, wat is het nut ervan om een berg in zee te werpen? Alleen als demonstratie van mijn grote geloof? Door die letterlijke lezing van de tekst, zet je de deur wagenwijd open voor een vervalsing.
Ik geef het recept van de charismatische vervalsing:
Stap nummer één. Algemeen maken
Waar staat: “Hebt geloof in God,” vervang je dat met: “hebt geloof!” Dat is nodig zodat de tekst iets algemeens zegt over geloof.
Stap nummer twee. Gangbaar maken
Waar de tekst spreekt over een berg die wordt opgeheven, vraag je niet naar de betekenis van die bijzondere uitdrukking. Je neemt het zoals je dat in hedendaags Nederlands zou begrijpen. In geloof kun je iets doen wat normaal volstrekt onmogelijk is. Als je zelfs een berg kunt verplaatsen, letterlijk, dan zul je toch zeker iemand of jezelf kunnen genezen. Letterlijk. Dat is nodig zodat de tekst een hedendaagse en gangbare betekenis krijgt.
Stap nummer drie. Absoluut maken
Waar de context spreekt over de vijgenboom die Jezus had vervloekt, en waar de Schrift de tekst in verband brengt met de reiniging van de Tempel, laat je dat gedeelte helemaal weg. Zo blijft van deze tekst alleen nog over: als je gelooft en niet twijfelt, zal alles gebeuren wat je maar wilt. En dat lijkt er zelfs letterlijk te staan: “Daarom zeg Ik: alles wat u maar bidt en vraagt, gelooft dat u het ontvangt, en het zal u gebeuren.” Dat is nodig zodat de tekst een absolute strekking krijgt.
Stap nummer vier. Toepasbaar maken
De belangrijkste strategie in de charismatische exegese is de aanname dat het in alle gevallen niets uitmaakt of Jezus tegen Zijn discipelen spreekt of – door hen – tegen ons. De “platte” Bijbel is daarvan het gevolg. Elke opdracht aan de apostelen, elke ervaring van de profeten wordt nu tot iets dat gangbaar hoort te zijn ook voor ons, want “God is altijd Dezelfde.” Maar God doet iets anders met Abraham, dan met Israël, iets anders met de ballingen dan met de teruggekeerden, iets anders met de profeten, priesters, leraren, koningen, Levieten dan met het volk, iets anders met Jezus dan met Zijn discipelen, en iets anders met de apostelen van toen dan met de discipelen van nu. God spreekt in de Schrift, maar niet tot iedereen op dezelfde wijze en met dezelfde boodschap. Dat opheffen van alle onderscheid is nodig zodat de tekst – alle teksten – een rechtstreekse boodschap aan ons kan betekenen.
Nu de ontrafeling. Ook daar is een recept voor.
Stap één: wat betekent eigenlijk het woord “berg” in de Bijbel?
Bergen werden door veel volkeren aangezien voor de plaats waar de goden wonen. Tempels werden bij voorkeur geplaatst op hoge bergen. Daarvandaan kwam ook een taalgebruik waarin mensen met bergen werden vergeleken. Arrogante en hoogmoedige mensen, die zichzelf net zo groot maakten als een afgod, waren bergen van mensen. Ze konden worden vergeleken met de ceders van de Libanon, met de eiken van Basan. Zo gaat het oordeel van de “Heere van de legermachten” tegen iedereen die hoogmoedig en trots is en zich verheft. Lees het maar in Jesaja 2:11-17.
Ook Sion is een heilige berg. De “hoogste van de bergen” zal het zijn, zegt Jesaja 2. Volken zullen opgaan naar de berg van de Heere. God woont dus net als alle andere goden op een berg: de tempel in Jeruzalem staat immers op de berg Sion.
Iemand die in zijn studie bergen kon verzetten, maar niet iemand die in geloof een berg kon verplaatsen.
Ook binnen Israël kon je dan de uitdrukking horen: “een berg van een man.” Dat was geen hoogmoedig of trots mens, maar een groot leraar. Iemand die in zijn studie bergen kon verzetten, maar niet iemand die in geloof een berg kon verplaatsen.
Stap twee: wat is de context van Jezus’ woorden?
Jezus komt vlak voor Pesach de stad Jeruzalem binnen. De mensen roepen “Hosanna, gezegend die komt in de naam van de Here.” De volgende dag gaat Jezus de stad opnieuw binnen en ziet dan een vijgenboom die nog geen vruchten geeft. Een vijgenboom is wel een bijzondere boom, dat in de lente komen de spruiten tevoorschijn die eetbaar zijn, terwijl in het najaar de volle vruchten verschijnen. Dat hoort bij het normale leven van een vijgenboom, en dat maakt het zo bijzonder dat Israël met een vijgenboom wordt vergeleken. Zoals deze vijgenboom nog geen voorteken draagt van de vruchten die later zullen komen, zo geldt dat ook voor Israël.
Dan vinden we eerst een handeling van Jezus: de boom wordt vervloekt en deze verdort. En daarna de reden van deze vervloeking, eigenlijk dus een diagnose van het volk. Wat vindt Hij namelijk in de tempel?
Op het plein waar de heidenen hun gebedsplaats hadden, staan de tafels van de wisselaars en de stoelen van hen die de duiven verkochten. Israël heeft geen respect voor heidense gelovigen. Het gebedsplein van de volkeren is tot een marktplaats gemaakt. Dat betekent dat Israël de eerste vruchten nog niet laat zien. Het volk is nog niet klaar voor de Messias, die immers de tijd van Jesaja 2 zou laten aanbreken. Volkeren zouden toestromen naar de berg van de Heere, naar het huis van de God van Jakob. De Heere zou de volkeren onderwijzen over Zijn Thora. Het heil voor de volkeren zou door Israël heen die volkeren bereiken.
In plaats van zich voor te bereiden op deze Messiaanse tijd, tonen ze hun minachting voor gelovigen uit de volkeren. Dat is de reden dat de vijgenboom wordt vervloekt. De verdorde vijgenboom is een symbool van een Israël dat zich niet gereed maakt voor het Koninkrijk, en niet bereid is de Messias te erkennen.
Stap drie: vanuit deze context moeten we vaststellen dat Jezus Zelf de berg is.
Al in het Oude Testament spreekt God vanuit de berg, ja in zekere zin is God de berg. De berg mocht niet worden aangeraakt, vuur en rook omhulden haar, want Gods heiligheid was bij de wetgeving op de Sinaï diep verbonden met de berg. De Talmoed kent ook een traditie – ik vermoed dat die al in de tijd van Jezus gangbaar was – dat God de berg had opgetild boven de hoofden van het volk en gezegd had: als je de Thora aanneemt, dan komt alles goed, maar als je de Thora afwijst dan zal ik je met deze berg begraven.
Wanneer Jezus spreekt over het opheffen van deze berg, spreekt Hij over de berg Sion, het Heiligdom van God, en dat is Hij zelf. Hij is God en een berg van een leraar.
Stap vier: wat is dan het opheffen en in de zee werpen van de berg?
Moet de Messias inderdaad niet verhoogd worden? En moet hij niet in de zee van de volkeren worden geworpen? Werpen (balloo in het grieks) is vermoedelijk een vertaling van het Hebreeuwse woord yarah wat ook nog onderwijzen kan betekenen. Wat zegt Jezus dan?
De vijgenboom is verdord, zeggen de discipelen. Is het dan klaar met Israël? Dan is er ook geen weg meer voor het heil. De vijgenboom is zelfs verdord “van de wortels af”, er lijkt dus zelfs geen herstel meer mogelijk. Maar wat moet er dan gebeuren om het heil van God mogelijk te maken? Is er dan tegenover het beeld van de vijgenboom een ander beeld dat hier heel kort kan uitleggen hoe Gods wil voor het Koninkrijk werken zal?
Jezus de Messias onderwijst de volkeren over de Wet. Die Jezus moet je verhogen, je moet Hem laten gaan tussen de volkeren. Het zal gebeuren dat de Messias van God aan de heidenen wordt overgeleverd. Terwijl Hij de enige weg van het heil voor die volkeren is. De discipelen worden opgeroepen om te geloven dat de toekomst niet ligt in de verdorde vijgenboom, maar in de berg die in de zee wordt geworpen, dat wil zeggen in Jezus die aan de heidenen wordt overgeleverd. Alleen zo, langs die paradoxale weg van de ondergang, zal het waar worden dat de Messias het Woord van God aan de heidenen zal onderwijzen. Dat moet je geloven, zegt Jezus tegen de discipelen, daaraan moet je niet twijfelen. En als je dat gelooft, dan zul je het ook meemaken en kunnen inzien.
Tegenwerping 1 Geloven in wat je zegt
“Maar er staat toch: “maar gelooft dat wat hij spreekt gebeurt, het zal hem gebeuren”?
Wat betekent dat? Als je ook verkondigt dat Jezus deze weg moet gaan (spreken), en als je daaraan geen twijfel hebt, maar gelooft (erop vertrouwt) dat dit evangelie waarheid zal worden, dan zul jij meemaken dat het zo zijn zal. Estai autooi, dat betekent letterlijk “het zal voor hem (zo) zijn.” – De vertaling met “gebeuren” suggereert dat het gaat om een verhoring van het gebed, of een gevolg van het spreken in geloof. Maar de strekking is deze: als je waarachtig gelooft dat Jezus deze Messiaanse weg zal gaan, dan zal dat voor jullie – de discipelen worden hier aangesproken – ook zichtbaar worden.
Tegenwerping 2 Geloven dat het gebeurt
Maar vers 24 zegt toch: “Daarom zeg Ik u: alles wat u maar bidt en vraagt, gelooft dat u het ontvangt, en het zal u gebeuren”?
Maar opnieuw moeten we aan de context vasthouden. Als je “gelooft in God” (vers 22) heeft niet de betekenis die wij eraan hechten. Niet geloven dat God bestaat en zelfs niet geloof hechten aan Zijn woorden en beloften. Dat geloof wordt verondersteld. Het is veel specifieker. Dit is een oproep om te vertrouwen op God als Bestuurder van de wereld, namelijk dat Hij Zijn heilsplan zal voltooien. Het moet dus zijn: als je vertrouwen hebt in Gods heilsplan.
In die context moeten we vers 24 lezen. Alles wat je bidt en vraagt, nl. wat gedragen wordt door het geloof in Gods heilsplan, zodat je ook mag verwachten dat je het ontvangt ter wille van het Koninkrijk, dat zal er ook zijn. Het geloof dat wij iets ontvangen staat niet los van het heil dat de Messias wilde brengen aan Israël samen met de volkeren. Het gaat niet om ons speelgoed, onze rijkdom, onze relaties, of onze gezondheid. Het gaat om wat wij gezamenlijk bidden en vragen in de context van de weg van de Messias door Zijn verwerping door Zijn volk heen.
Jezus zal op een dag opnieuw vanuit Jeruzalem spreken en het heil dat voor de Joden bestemd was zal hen opnieuw bereiken.
Door (1) het nauwkeurig lezen van de context en (2) het begrip voor de joodse achtergrond en (3) het besef dat niet alles rechtstreeks tegen ons gezegd wordt, kunnen we de tekst redden van de charismatische vervalsingen.
Ik bedoel niet dat jullie interpretatie niet ook kan, hoor. Maar het is dus wel een keer echt gebeurd, dat van die berg (https://www.goodreads.com/author_blog_posts/19595871-how-to-get-through-times-like-these). In het echt dus. En er staat bijvoorbeeld ook “genees de zieken en wek doden op” bij de grote opdracht . Dus ik bedoel, God kan dingen. Het kan natuurlijk op zich wel dat je voor dingen bid die God niet wil, dus God hoeft niet per se letterlijk alles te doen wat je bidt, maar toch.